Decentrale selectie Geneeskunde Erasmus Rotterdam
Aantekeningen college
Infectieziektebestrijding
Veel geleerd van Covid-19:
- Corona beheerst de media al 2 jaar
- Mensen kennen belangrijke begrippen uit infectieziekten epidemiologie en -bestrijding.
Dit college: Theoretisch kader voor nieuwe kennis.
Leerdoelen:
- Je kunt de betekenis van belangrijke begrippen uit de infectieziekten epidemiologie uitleggen.
- Je kunt beschrijven hoe de bestrijding van infectieziekten in Nederland georganiseerd en wettelijk
gekaderd is.
- Je kunt de basisprincipes van infectieziektebestrijding beschrijven en het belang voor van
verschillende activiteiten voor de primaire of secundaire preventie van infectieziekten benoemen/
beschrijven.
- Je kunt cijfers die het verloop van een epidemie beschrijven correct interpeteren.
Dit college:
1. Algemene introductie van infectieziekten: Belangrijke concepten.
2. Infectieziektebestrijding: Principes en aangrijpingspunten.
Infectieziekten:
- Infectieziekte is ziekte veroorzaakt door infectie met virussen, bacterien, parasieten, schimmels of
prionen (=ziekteverwekkers)
- Infectie= als een ziekteverwekkend organisme zich na besmetting weet te handhaven en/of
vermenigvuldigen in de gastheer.
- Infectieziekten waren altijd een belangrijke oorzaak van ziekte en sterfte.
- Daling van sterfte sinds eind 19e eeuw, met name in hog-inkomenslanden:
o Vanaf ca. 1875: betere leefomstandigheden, riolering, schoon water.
o Vanaf ca. 1940: beschikbaarheid medische middelen zoals antibiotica, vaccinatie.
- Daling kwam later op gang in lage- en middeninkomenslanden.
- Wereldwijd succes: eradicatie van pokken (uitroeien).
Ondanks daling vormen infectieziekten nog steeds bedreiging voor volksgezondheid:
- Oude ziekteverwekkers zijn nog steeds aanwezig in delen van wereld (vb. tuberculose/malaria)
- Antimicrobiële resistentie is probleem bij behandeling van infectieziekten.
- Nieuwe opkomende ziekten: HIV/ aids, ebola, ZIKA, dengue, SARS, MERS, COVID-19.
Factoren die bijdragen aan opkomst en verspreiding van nieuwe ziekten:
- Populatiegroei
- Veelvuldig internationaal een intercontinentaal reizen.
- Overbevolking in steden, slechte sanitatie
- Verandering in omgang en verwerking van voedsel, bio-industrie
- Door ontbossing, komen dieren gemakkelijker in contact met mensen
- Veelvuldig gebruik en misbruik van antibiotica antibioticaresistentie
, Kenmerken voor infectieziekten: Overdracht van ene ‘gastheer’ naar andere (=transmissie)
Transmissiecyclus= Beschrijft processen die rol spelen bij transmissie en zich herhalen
- Hoe verlaat pathogeen een geïnfecteerde host?
- Waar overleeft de pathogeen na verlaten van host?
- Hoe dringt de pathogeen binnen bij een nieuwe host?
- Hoe vindt verdere vermenigvuldiging plaats?
Vormen en verschillende manieren van karakterisatie van transmissie:
- Direct (Van huidige naar toekomstige gastheer)/ Indirect (Via intermediaire gastheren of vectoren);
o Vehicle-borne: Besmet voedsel, water of spullen.
o Vector-borne: Insecten, dieren.
o Air-borne: Lange afstand door lucht
o Parenteraal: Besmette injectienaald
- Verticaal (van moeder op kind) / horizontaal
- Op basis van bron van infectie (vb. Zöonose= van dier op mens)
- Op basis van route die pathogeen volgt (vb. soa of fecaal-oraal = inname ontlasting via mond)
Transmissie Covid-19:
- Directe transmissie direct van ene naar andere persoon via druppeltjes
o Kan zowel lange als korte afstand zijn.
- Indirecte transmissie Via oppervlakten (minder belangrijk)
Transmissie Schistosomiasis (parasietair):
- Complexe transmissiecyclus.
- Mensen met infectie scheiden eitjes met infectie uit. Eitjes ontwikkelen in water en worden
opgenomen door slakken. Parasieten ontwikkelen verder en worden uitgescheiden als Cercaria. Die
dringen via huid binnen bij mensen. Daar groeien ze uit en kunnen ze eitjes produceren.
o Is indirecte transmissie via intermediare gastheer.
Transmissiedynamiek:
Kenmerken van de pathogeen en transmissiecyclus bepalen hoe snel infectie zich verspreid.
Belangrijke termen:
- Incubatietijd= Tijd tussen moment van besmetting en ontstaan van eerste symptomen.
- Latente periode= Periode tussen oplopen infectie en moment dat iemand besmettelijk wordt.
- Duur van besmettelijke periode
- Generatietijd= Tijdsduur tussen dag waarop persoon besmet is geraakt en de dag waarop zijn
besmetter besmet is geraakt.
- Reproductiegetal R= Hoeveel andere mensen gemiddeld besmet worden door besmet individu
tijdens zijn besmettelijke periode.
Reproductiegetal R= Gemiddeld aantal mensen dat wordt besmet door 1 persoon met ziekte.
Is afhankelijk van:
- Kans dat iemand een ander infecteert bij contact
- Gemiddelde duur van besmettelijkheid
- Aantal contacten dat mensen hebben
Berekenen hoeveel nieuwe infecties zullen ontstaan bij elke generatie: reproductiegetalaantal generaties (23)
- R>1 geeft exponentiële groei van aantal nieuwe infecties
- R=1 geeft constante aantal in infecties
- R<1 geeft uitdoving van epidemie aan
Aantekeningen college
Infectieziektebestrijding
Veel geleerd van Covid-19:
- Corona beheerst de media al 2 jaar
- Mensen kennen belangrijke begrippen uit infectieziekten epidemiologie en -bestrijding.
Dit college: Theoretisch kader voor nieuwe kennis.
Leerdoelen:
- Je kunt de betekenis van belangrijke begrippen uit de infectieziekten epidemiologie uitleggen.
- Je kunt beschrijven hoe de bestrijding van infectieziekten in Nederland georganiseerd en wettelijk
gekaderd is.
- Je kunt de basisprincipes van infectieziektebestrijding beschrijven en het belang voor van
verschillende activiteiten voor de primaire of secundaire preventie van infectieziekten benoemen/
beschrijven.
- Je kunt cijfers die het verloop van een epidemie beschrijven correct interpeteren.
Dit college:
1. Algemene introductie van infectieziekten: Belangrijke concepten.
2. Infectieziektebestrijding: Principes en aangrijpingspunten.
Infectieziekten:
- Infectieziekte is ziekte veroorzaakt door infectie met virussen, bacterien, parasieten, schimmels of
prionen (=ziekteverwekkers)
- Infectie= als een ziekteverwekkend organisme zich na besmetting weet te handhaven en/of
vermenigvuldigen in de gastheer.
- Infectieziekten waren altijd een belangrijke oorzaak van ziekte en sterfte.
- Daling van sterfte sinds eind 19e eeuw, met name in hog-inkomenslanden:
o Vanaf ca. 1875: betere leefomstandigheden, riolering, schoon water.
o Vanaf ca. 1940: beschikbaarheid medische middelen zoals antibiotica, vaccinatie.
- Daling kwam later op gang in lage- en middeninkomenslanden.
- Wereldwijd succes: eradicatie van pokken (uitroeien).
Ondanks daling vormen infectieziekten nog steeds bedreiging voor volksgezondheid:
- Oude ziekteverwekkers zijn nog steeds aanwezig in delen van wereld (vb. tuberculose/malaria)
- Antimicrobiële resistentie is probleem bij behandeling van infectieziekten.
- Nieuwe opkomende ziekten: HIV/ aids, ebola, ZIKA, dengue, SARS, MERS, COVID-19.
Factoren die bijdragen aan opkomst en verspreiding van nieuwe ziekten:
- Populatiegroei
- Veelvuldig internationaal een intercontinentaal reizen.
- Overbevolking in steden, slechte sanitatie
- Verandering in omgang en verwerking van voedsel, bio-industrie
- Door ontbossing, komen dieren gemakkelijker in contact met mensen
- Veelvuldig gebruik en misbruik van antibiotica antibioticaresistentie
, Kenmerken voor infectieziekten: Overdracht van ene ‘gastheer’ naar andere (=transmissie)
Transmissiecyclus= Beschrijft processen die rol spelen bij transmissie en zich herhalen
- Hoe verlaat pathogeen een geïnfecteerde host?
- Waar overleeft de pathogeen na verlaten van host?
- Hoe dringt de pathogeen binnen bij een nieuwe host?
- Hoe vindt verdere vermenigvuldiging plaats?
Vormen en verschillende manieren van karakterisatie van transmissie:
- Direct (Van huidige naar toekomstige gastheer)/ Indirect (Via intermediaire gastheren of vectoren);
o Vehicle-borne: Besmet voedsel, water of spullen.
o Vector-borne: Insecten, dieren.
o Air-borne: Lange afstand door lucht
o Parenteraal: Besmette injectienaald
- Verticaal (van moeder op kind) / horizontaal
- Op basis van bron van infectie (vb. Zöonose= van dier op mens)
- Op basis van route die pathogeen volgt (vb. soa of fecaal-oraal = inname ontlasting via mond)
Transmissie Covid-19:
- Directe transmissie direct van ene naar andere persoon via druppeltjes
o Kan zowel lange als korte afstand zijn.
- Indirecte transmissie Via oppervlakten (minder belangrijk)
Transmissie Schistosomiasis (parasietair):
- Complexe transmissiecyclus.
- Mensen met infectie scheiden eitjes met infectie uit. Eitjes ontwikkelen in water en worden
opgenomen door slakken. Parasieten ontwikkelen verder en worden uitgescheiden als Cercaria. Die
dringen via huid binnen bij mensen. Daar groeien ze uit en kunnen ze eitjes produceren.
o Is indirecte transmissie via intermediare gastheer.
Transmissiedynamiek:
Kenmerken van de pathogeen en transmissiecyclus bepalen hoe snel infectie zich verspreid.
Belangrijke termen:
- Incubatietijd= Tijd tussen moment van besmetting en ontstaan van eerste symptomen.
- Latente periode= Periode tussen oplopen infectie en moment dat iemand besmettelijk wordt.
- Duur van besmettelijke periode
- Generatietijd= Tijdsduur tussen dag waarop persoon besmet is geraakt en de dag waarop zijn
besmetter besmet is geraakt.
- Reproductiegetal R= Hoeveel andere mensen gemiddeld besmet worden door besmet individu
tijdens zijn besmettelijke periode.
Reproductiegetal R= Gemiddeld aantal mensen dat wordt besmet door 1 persoon met ziekte.
Is afhankelijk van:
- Kans dat iemand een ander infecteert bij contact
- Gemiddelde duur van besmettelijkheid
- Aantal contacten dat mensen hebben
Berekenen hoeveel nieuwe infecties zullen ontstaan bij elke generatie: reproductiegetalaantal generaties (23)
- R>1 geeft exponentiële groei van aantal nieuwe infecties
- R=1 geeft constante aantal in infecties
- R<1 geeft uitdoving van epidemie aan