4.1 - De steden komen weer tot bloei
Landbouw wordt productiever
Er was meer landbouwopbrengst door:
1. Drieslagstelsel
2. Men gebruikte woeste grond als landbouwgrond
3. Gebruik van ijzeren ploegen en trekpaarden
Groei van bevolking en handel
Gevolgen hoeveelheid voedsel:
- Toenemende handel:
Boeren gingen verkopen op lokale markten en jaarmarkten, waardoor
langeafstandshandel toenam
- Groeiende bevolking
Gevolgen van meer handel
Gevolgen opbloei van handel:
- Steden ontstonden (vanuit handelscentra) en gingen soms samenwerken
- Koningen/landheren gingen de markten stimuleren, want die zorgden voor welvaart. Zo
probeerden hun gebied te bevorderen
- Vraag naar geld. In het midden van de 13e eeuw ontwikkelde de geldeconomie door de
florijn en de dukaat
Economische en politieke rechten
Handelssteden ontstonden door privileges, zoals tolvrijheid, muur en recht. Wanneer je privileges
kreeg, had je stadsrecht in ruil voor belasting/militaire steun.
Stadsbewoners
Mensen met burgerrecht waren het hoogst (burgerij). Binnen de burgerij had je de patriciërs. Er
waren ook mensen zonder burgerrecht. Nieuwe stedelingen leidde tot concurrentie. Gilden
verminderden concurrentie.
Zwarte dood
Van 14-15e eeuw zorgde de Zwarte Dood/pest voor landbouwcrisis. Minder vraag zorgde voor lage
prijzen, maar de levensstandaard verbeterde.
Gevolgen voor de feodale samenleving
Door groeiende zelfstandigheid nam de macht van de adel af en verzwakte het feodale stelsel.
4.2 - De expansie van de Christelijke wereld
De Christelijke wereld breidt zich uit
Vanaf de 11e eeuw was er expansie van het christelijke grondgebied. Er waren 3 vormen:
Landbouw wordt productiever
Er was meer landbouwopbrengst door:
1. Drieslagstelsel
2. Men gebruikte woeste grond als landbouwgrond
3. Gebruik van ijzeren ploegen en trekpaarden
Groei van bevolking en handel
Gevolgen hoeveelheid voedsel:
- Toenemende handel:
Boeren gingen verkopen op lokale markten en jaarmarkten, waardoor
langeafstandshandel toenam
- Groeiende bevolking
Gevolgen van meer handel
Gevolgen opbloei van handel:
- Steden ontstonden (vanuit handelscentra) en gingen soms samenwerken
- Koningen/landheren gingen de markten stimuleren, want die zorgden voor welvaart. Zo
probeerden hun gebied te bevorderen
- Vraag naar geld. In het midden van de 13e eeuw ontwikkelde de geldeconomie door de
florijn en de dukaat
Economische en politieke rechten
Handelssteden ontstonden door privileges, zoals tolvrijheid, muur en recht. Wanneer je privileges
kreeg, had je stadsrecht in ruil voor belasting/militaire steun.
Stadsbewoners
Mensen met burgerrecht waren het hoogst (burgerij). Binnen de burgerij had je de patriciërs. Er
waren ook mensen zonder burgerrecht. Nieuwe stedelingen leidde tot concurrentie. Gilden
verminderden concurrentie.
Zwarte dood
Van 14-15e eeuw zorgde de Zwarte Dood/pest voor landbouwcrisis. Minder vraag zorgde voor lage
prijzen, maar de levensstandaard verbeterde.
Gevolgen voor de feodale samenleving
Door groeiende zelfstandigheid nam de macht van de adel af en verzwakte het feodale stelsel.
4.2 - De expansie van de Christelijke wereld
De Christelijke wereld breidt zich uit
Vanaf de 11e eeuw was er expansie van het christelijke grondgebied. Er waren 3 vormen: