Inhoud
0 seksuele ontwikkeling: Waar gaat het over?.......................................................................................2
0.1 inleiding: voorbeelden..................................................................................................................2
0.2 Benaderingen van de seksuele ontwikkeling: uitgangspunten.....................................................3
0.2.1 seksuologie = wetenschap die uitgaat ve aantal kernbenaderingen......................................3
0.2.2 Seksuologie is gebaseerd op 3 soorten benaderingen...........................................................3
0.3 overzicht van de cursus................................................................................................................5
1 seksuele oriëntaties en identiteiten....................................................................................................6
1.1 Hoe vaak komt homoseksualiteit voor?........................................................................................6
1.2 Waar komt homoseksualiteit vandaan?.......................................................................................7
1.2.1 Welke determinanten v seksuele oriëntaties zijn aangetoond?............................................8
1.3 Is homoseksualiteit normaal?.....................................................................................................13
1.4 Hulpverlening.............................................................................................................................13
1.5 en biseksualiteit?........................................................................................................................13
1.6 Meten vd seksuele oriëntatie.....................................................................................................14
2 Gender, gendergelijkenissen en genderverschillen...........................................................................15
2.1 gendergelijkenissen en verschillen: empirische vaststellingen...................................................15
2.2 Gender is everywhere: ontwikkeling van genderidentiteit.........................................................17
2.3 sekse differentiatie & genderontwikkeling (verhouding gender-sekse)......................................19
2.3.1 bio(psycho)theorieën...........................................................................................................20
2.3.2 Socialisatie theorieën:.........................................................................................................21
2.3.3 Cognitieve theorieën...........................................................................................................21
2.3.4 Schematic processing model of sex role stereotyping:........................................................21
2.4 sekse, gender en seksuele oriëntatie: Wat is hun verhouding ontw. ψ?....................................22
3 ontwikkeling van seksualiteit.............................................................................................................23
3.1 biologische dimensie..................................................................................................................23
3.2 seks over de levensloop (Hoofdstuk 6. seksuologie boek)..........................................................25
1
,SEKSUELE PSYCHOLOGIE: EMPIRISCH (PROF. GIJS)
0 SEKSUELE ONTWIKKELING: WAAR GAAT HET OVER?
0.1 INLEIDING: VOORBEELDEN
1) Kinderen met GIS/ genderdysforie worden… Wel of niet transseksueel als volwassenen
o Wat met de terminologie/taalgebruik?
o Vergelijk gendervariatie – transgenderisme - gender diversiteit
o Kinderen met een genderdysforie
o Het gevoel, de ervaring kan aan de hersenen liggen
o Maar of de verandering werkelijk door w gezet is eerder sociaal
Belangrijk bedacht bent over de taal waar je gebruik van maakt +
vooronderstellingen en de effecten vd taal die er gebruikt w
o Kinderen met genderdysforie: kans op transseksueel gedrag
Factoren die daarbinnen differentiëren, weten we niet
o In literatuur: meeste kinderen (75%) met genderidentiteitstoornis w geen
transseksueel
o Weten nog niet hoe dit komt (Voornamelijk westerse literatuur)
2) De effecten van besnijdenis zijn…
o KNMG stelt dat artsen niet horen mee te werken aan meisjesbesnijdenis
o Tegenstrijdig professionele standaard en uitgangspunt dat patiënt uit vrije
wil toestemming moet geven Pleit voor wettelijk verbod op ♀-besnijdenis
o Jongensbesnijdenis?
o Hoe gaan we hierbij om met vragen als ‘Wie vraagt het wanneer voor wie?’
Geen essentiële antwoorden op
o Wat gebeurt er met een 3-jarige jongen die besneden is?
Heeft dat invloed op de ontwikkeling?
Bv. In Nederland doen ze dit niet ( Radicaal?)
o Besnijdenis invloed op seksuele functioneren, plezier en seksuele satisfactie bij ♀?
Maar wat bij ♂?
o Bv. Besnijdenis niet dezelfde invloed op baby als op 60j man
Lineair verband heel belangrijk te bekijken (effect)
o Heeft besnijdenis effect bij mannen op het risico v besmetting/verspreiding
HIV? (Besnijdenis geen positief effect op HIV)
Standpunten vd professionele organisaties zijn heel wisselend, veel ethische discussies
3) Mannen en vrouwen vrijen….
o Fundamenteel anders? Fundamenteel gelijk? Prettig/onprettig/mits…
o Over gender bestaat er nog geen eensgezindheid in de wetenschap
o Wetenschappers (Jannet Hide) die zeggen dat ♂ en ♀ gelijk zijn, gelijkaardig
o Groep (David Buss) die vindt dat mannen en vrouwen fundamenteel
verschillend zijn Reden daarvoor is over het algemeen biologisch:
♀ veel meer besteden in vruchtbaarheid en zwangerschap
meer baat bij verschillend zijn, omwille vd beperkte
zwangerschap periode 2
, 4) Wat met biseksualiteit?
o Onbestaande? Een fase? Een seksuele oriëntatie?
5) Wanneer worden mensen voor het eerst/laatst verliefd en wat is de relatie met seksualiteit?
6) Wat met sexting
o Wat verstaat u onder sexting? Wie doet aan sexting? Wat zijn de effecten v sexting?
Conclusie: Nog veel vragen over de ontwikkeling en veranderingen over tijd.
De hoofdvraag van dit vak luidt dan ook: ‘Wat verandert er, waarom verandert het en hoe komt
het dat mensen veranderen?
0.2 BENADERINGEN VAN DE SEKSUELE ONTWIKKELING: UITGANGSPUNTEN
- Hoe zou je bij deze voorbeelden antwoorden kunnen geven zonder data, die valide empirisch
verzameld zijn? Zijn data op zichzelf voldoende?
- Wat zijn de fenomenen die we bestuderen? Hoe meten we dat? Hoe praten we daarover?
- Wat is de methode die je wil gebruiken om al die vragen te beantwoorden?
- ‘Wat zijn de uitgangspunten van de cursus?’
0.2.1 SEKSUOLOGIE = WETENSCHAP DIE UITGAAT VE AANTAL KERNBENADERINGEN
- Werkelijkheid
- Data
o Om van data naar theorie te gaan
Gebruik van onderzoeksmethode(n)
o Zuivere wetenschap Altijd inferentie
Altijd vanuit blik wetenschapper/instrumenten
- Theorie
o Essentialisme
o (Sociaal)constructionisme
o BPS-gezichtspunt
- Hulpverlening en preventie
o Geven de effectiviteits(norm) aan
Hoe weet u dat dit werkt?
Geen zin om interventies te doen zonder positieve effecten
0.2.2 SEKSUOLOGIE IS GEBASEERD OP 3 SOORTEN BENADERINGEN
1) Sociaal-constructionistisch paradigma
o Geen biologische kern aan seksuologie ten grondslag ligt
o Seksualiteit Cultureel bepaald
2) Essentialistische paradigma
o Seksualiteit Evolutionaire (genetische) basis
3) Biopsychosociale paradigma (combinatie van beide)
o Stelt dat het niet gaat om het een of het ander
3