Netwerking
1. Inleidend: In de beleidsnota’s
2. Wat is netwerking?
3. Voorbeelden van netwerking
4. Mogelijke examenvragen
1. Inleidend: In de beleidsnota’s
“Willen we de gedeelde verantwoordelijkheid wanneer hulp niet meteen
beschikbaar is daadwerkelijk vorm geven, dan zien we dat immers slechts
mogelijk in en vanuit regionale netwerken van voorzieningen die bereid zijn
samen over individuele casussen afspraken te maken en verantwoordelijkheden
op te nemen (Een 2.0 aanpak IJH)”
“De samenwerkingsverbanden 1 gezin 1 plan hebben als doel laagdrempelige,
sneller inzetbare en beter afgestemde hulp aan kinderen, jongeren en gezinnen
te bieden en dit via één gezinsplan (Beleidsnota WVGA).”
Voor jeugdhulpactoren is een lokale en afgestemde ketenaanpak van
intrafamiliaal geweld een belangrijke opportuniteit tot een snelle detectie en
gecoördineerd optreden in gezinnen waar intrafamiliaal geweld de integriteit
bedreigt (Beleidsnota WVGA).”
2. Wat is netwerking?
= Bundeling van krachten van actoren die jeugdhulp bieden.
= Samenwerkingsverbanden smeden.
≠: Informele en formele netwerken en mix van beide:
Informele netwerken: Zie vermaatschappelijking Sociaal netwerk.
Formele netwerken: Deze ppt.
Formele/professionele netwerken = Geheel van organisaties die samen één of
meerdere zorgcircuits aanbieden voor een bepaalde doelgroep en binnen een
bepaald gebiedsdomein.
Overleg en samenwerking tussen partners van jeugdhulp en partners actief in
belendende sectoren.
Belendende sectoren (aangrenzende sectoren): Sectoren die niet direct
jeugdhulp zijn, maar toch belangrijk zijn. Bijvoorbeeld GGZ = In ce niet
direct jeugdhulp (in de strikte zin van het woord) maar wel een belangrijke
sector om jeugdhulp te kunnen bieden.
72
, 3. Voorbeelden van netwerking in de jeugdhulp
3.1 IJH
3.2 1 Gezin 1 Plan
3.3 Netwerken GGZ Psy 0-18
3.4 Crisisnetwerken
3.5 Ketenaanpak intrafamiliaal geweld
3.1 IJH
IJH: Voorbeeld bij uitstek.
Vormt de koepel van sectoren
en zorgt voor een netwerk van
organisaties die zich engageren
om JH te bieden.
1 Gezin 1 Plan (1G 1P)
°2019.
Achtergrond: Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van RTJ.
= Regionale samenwerkingsverbanden van organisaties RTJ.
Bijvoorbeeld: CAW, CLB, CGG, organisaties uit de jeugdzorg, organisaties
voor personen met een beperking, CKG, lokale besturen.
Aanleiding: Vraag naar RTJ stijgt (omwille van subsidiariteit).
=> Wachtlijsten RTJ: RTJ is niet altijd dadelijk beschikbaar
In afwachting tot de hulp kan opstarten: Aanmelden bij 1G 1P.
1G 1P werkt krachtgericht en met context van de cliënten: Gezin en sociaal
netwerk wordt actief betrokken.
73
1. Inleidend: In de beleidsnota’s
2. Wat is netwerking?
3. Voorbeelden van netwerking
4. Mogelijke examenvragen
1. Inleidend: In de beleidsnota’s
“Willen we de gedeelde verantwoordelijkheid wanneer hulp niet meteen
beschikbaar is daadwerkelijk vorm geven, dan zien we dat immers slechts
mogelijk in en vanuit regionale netwerken van voorzieningen die bereid zijn
samen over individuele casussen afspraken te maken en verantwoordelijkheden
op te nemen (Een 2.0 aanpak IJH)”
“De samenwerkingsverbanden 1 gezin 1 plan hebben als doel laagdrempelige,
sneller inzetbare en beter afgestemde hulp aan kinderen, jongeren en gezinnen
te bieden en dit via één gezinsplan (Beleidsnota WVGA).”
Voor jeugdhulpactoren is een lokale en afgestemde ketenaanpak van
intrafamiliaal geweld een belangrijke opportuniteit tot een snelle detectie en
gecoördineerd optreden in gezinnen waar intrafamiliaal geweld de integriteit
bedreigt (Beleidsnota WVGA).”
2. Wat is netwerking?
= Bundeling van krachten van actoren die jeugdhulp bieden.
= Samenwerkingsverbanden smeden.
≠: Informele en formele netwerken en mix van beide:
Informele netwerken: Zie vermaatschappelijking Sociaal netwerk.
Formele netwerken: Deze ppt.
Formele/professionele netwerken = Geheel van organisaties die samen één of
meerdere zorgcircuits aanbieden voor een bepaalde doelgroep en binnen een
bepaald gebiedsdomein.
Overleg en samenwerking tussen partners van jeugdhulp en partners actief in
belendende sectoren.
Belendende sectoren (aangrenzende sectoren): Sectoren die niet direct
jeugdhulp zijn, maar toch belangrijk zijn. Bijvoorbeeld GGZ = In ce niet
direct jeugdhulp (in de strikte zin van het woord) maar wel een belangrijke
sector om jeugdhulp te kunnen bieden.
72
, 3. Voorbeelden van netwerking in de jeugdhulp
3.1 IJH
3.2 1 Gezin 1 Plan
3.3 Netwerken GGZ Psy 0-18
3.4 Crisisnetwerken
3.5 Ketenaanpak intrafamiliaal geweld
3.1 IJH
IJH: Voorbeeld bij uitstek.
Vormt de koepel van sectoren
en zorgt voor een netwerk van
organisaties die zich engageren
om JH te bieden.
1 Gezin 1 Plan (1G 1P)
°2019.
Achtergrond: Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van RTJ.
= Regionale samenwerkingsverbanden van organisaties RTJ.
Bijvoorbeeld: CAW, CLB, CGG, organisaties uit de jeugdzorg, organisaties
voor personen met een beperking, CKG, lokale besturen.
Aanleiding: Vraag naar RTJ stijgt (omwille van subsidiariteit).
=> Wachtlijsten RTJ: RTJ is niet altijd dadelijk beschikbaar
In afwachting tot de hulp kan opstarten: Aanmelden bij 1G 1P.
1G 1P werkt krachtgericht en met context van de cliënten: Gezin en sociaal
netwerk wordt actief betrokken.
73
