Hoofdstuk 1: Onderneming/handelaar/vennootschap
1. Economisch recht in ruime zin
1.1 Handelsrecht, privaatrecht
Handelsrecht: vooral bijzonder privaatrecht van toepassing op handelaars
Vb: hoofdelijkheid, soepeler bewijsregime, faillissement… Niet-handelaar
Handelaar = oud begrip (veel ondernemingen ≠ handelaars)
Bijz privaatrecht van toep op ondern met inbegrip vennootschappen
- Onderneming = moderner begrip (geen uniform begrip)
- Definitie onderneming: art. I. 1, 1° WER (wetboek van recht)
- Goederen + diensten aanbieden op zelfstandige wijze
- Wet betalingsachterstand handelstransacties!
Economisch recht (in enge zin): regeling econ leven door overheid
- Vrije mededinging = je mag concurrenten nadoen voorkomen dominante ondernemingen
- Ordentelijke en eerlijke mededinging =
Prijsregulatie (vb: medicatie), niet zo maar beroepen uitoefenen (vb: dokter)
- Bescherming consument (regels dwingend recht) = contracten met consument
1.2 Overzicht
2. Dualiteit burgerlijk en handelsrecht
2.1 Burgerlijk vs handelsrecht
Procedurele dualiteit: rechtbank koophandel rechtbank eerste aanleg
- Vroeger: geen juristen in rechtbank koophandel: 3 handelaars
juristen niet te vertrouwen op handelsvlak!
19e eeuw: je moest stemrecht hebben om in rechtbank Kh te zitten: belastingen voor stemrecht
grote handelaar (veel vermogen) konden dit betalen kleine handelaar: oneerlijk berecht
- Nu: 2 lekenrechters (handelaars) + 1 echte rechter
1