Marketingcommunicatie strategie
Hoofdstuk 1. Marketingcommunicatie en andere marketinginstrumenten.
Functies van een merk voor de consument:
− Gemak bij het kopen --> Door het merk weet de consument wat hij van het product mag
verwachten. Het merk geeft de consument de zekerheid dat hij krijgt wat hij wil. Zo niet,
weet hij waar hij kan klagen.
− Instrumentele functie --> Bijvoorbeeld betrouwbaarheid of gemak in het gebruik.
− Psychosociale functie --> Het merk helpt de consument bij de gewenste zelfexpressie. Hierin
bestaat een expressieve functie, Door het merk te kopen kan de consument laten zien wat
voor type mens ze zijn. En een impressieve functie, Door het merk te kopen krijgt de
consument zelf een goed gevoel.
Functies van een merk voor een bedrijf:
− Onderscheid --> Creëren van onderscheid ten opzichte van andere aanbieders. Waardoor de
organisatie minder kwetsbaar wordt voor concurrentie.
− Continuïteit --> Zorgen dat consumenten het product blijven kopen.
− Hogere prijs --> Als een merk een psychosociale meerwaarde heeft kan het hogere prijzen
vragen.
− Gemakkelijkere productintroducties --> Een bedrijf dat een goede naam op heeft gebouwd
kan makkelijker producten op de markt brengen dan onbekende ondernemingen.
− Autoriteit --> Vertrouwen opbouwen. Consumenten hebben meer vertrouwen in mensen of
bedrijven met autoriteit.
− Grotere onafhankelijkheid ten opzichte van de handel --> Als een merk een sterke
breinpositie, is de detailhandel ‘gedwongen’ om het merk/product in het assortiment op te
nemen. Aangezien klanten het product willen hebben.
Veranderingen in de marketingcommunicatie.
Historisch gezien kunnen er in de geschiedenis van de marketingfase 8 fases worden onderscheiden:
1. Direct contact met de klant.
2. Communicatie via tussenhandel.
3. Zoeken naar onderscheid.
4. Eerste gerichte reclamecampagnes.
5. Grotere reclamebudgetten.
6. Meer marketingcommunicatie-instrumenten.
7. Een-op-een communicatie. (Bijvoorbeeld via e-mail en sms)
8. Invloed van de ontvanger.
Kracht van een merk.
De kracht van een goed merk is een samenstelling van 7 factoren:
1. Het bezit van marktleiderschap.
2. De stabiliteit van het merk.
3. De aard van het merk.
, 4. De mate van internationalisering van het merk.
5. De langetermijntrend van een merk.
6. De wijze waarop het merk wordt ondersteund.
7. De wijze waarop het merk juridisch wordt beschermd.
Soorten distributie:
− Intensieve distributie --> Het product/merk wordt in zoveel mogelijk winkels verkocht.
− Selectieve distributie --> Het product/merk is verkrijgbaar in een beperkt aantal winkels.
− Exclusieve distributie --> Het product/merk is in slechts één winkel verkrijgbaar.
Push & pull strategie.
Push --> Producent richt de marketingcommunicatie grotendeels op de tussenhandel.
Pull --> Producent richt de marketingcommunicatie grotendeels op de consument. Gaat ervan uit dat
de consument om het product zal vragen.
, Hoofdstuk 2. Communicatiemix van een onderneming.
Corporate & marketingcommunicatie
Corporate communicatie --> Gaat om de onderneming of organisatie als geheel.
Marketingcommunicatie --> Gaat om de merken, producten en diensten van de onderneming.
Doelgroepen van corporate communicatie
− Klanten en prospects --> Een gunstig corporate imago zorgt ervoor dat de klanten
vertrouwen hebben in het bedrijf.
− Overheid en politiek --> De commerciële activiteiten van bedrijven worden beïnvloed door
overheidsmaatregelen (subsidies, vergunningen etc). Het is dus belangrijk om op het juiste
moment het belang van je organisatie onder de aandacht te brengen bij de overheid.
− Eigen medewerkers en arbeidsmarkt --> Communicatie met eigen en toekomstige
medewerkers, studenten, universiteiten en werknemersorganisaties. Zorgen dat de
organisatie zich profileert als een goede werkgever waar veel mensen willen werken.
− Arbeidsmarkt --> Communicatie met toekomstig personeel en opleidingsinstituten. Zorgen
voor een goed personeel.
− Financiële wereld --> Communicatie met aandeelhouders, beleggers, financiële pers etc.
Over verschillende onderwerpen die te maken hebben met invester relations.
− Publieke opinie --> Communicatie met het grote publiek. Om bijvoorbeeld het vertrouwen te
herstellen of kritiek weg te nemen.
Interne communicatie
De communicatie binnen een bedrijf tussen de eigenmedewerkers. Dit wordt steeds belangrijker
door de volgende vier redenen:
1. Het dienstverlenende aspect neemt toe --> Producenten beseffen dat ze niet alleen een
product verkopen maar ook een dienst leveren.
2. Snel aanpassend vermogen --> Het aanpassend vermogen van de onderneming moet
meegroeien met de veranderingen.
3. Behoefte aan informatie, betrokkenheid en inspraak --> Het personeel is mondiger en beter
opgeleid dan vroeger en wil meebeslissen.
4. Motivatie van eigen medewerkers --> Een goede interne communicatie kan de medewerkers
beter vasthouden en zorgt voor motivatie.
Belangrijke definities
Marketingcommunicatie --> Het in contact treden met de doelgroep om opvallendheid, emoties,
kennis en gedrag te beïnvloeden in een voor het marketingbeleid gunstige richting.
Reclame --> Een door de adverteerder geïnitieerde en niet persoonlijke vorm van communicatie om
de doelgroep sneller aan en/of anders en positiever over een merk te laten denken, of een
gedragsverandering tot stand te brengen.
Propaganda --> Gaat om het overbrengen van ideeën, met name op politiek en cultureel gebied. Het
verschil met reclame: Reclame doet een beroep op je portemonnee en propaganda een aanslag op je
verstand.
Public relations --> Het stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en
haar publieksgroepen.
Hoofdstuk 1. Marketingcommunicatie en andere marketinginstrumenten.
Functies van een merk voor de consument:
− Gemak bij het kopen --> Door het merk weet de consument wat hij van het product mag
verwachten. Het merk geeft de consument de zekerheid dat hij krijgt wat hij wil. Zo niet,
weet hij waar hij kan klagen.
− Instrumentele functie --> Bijvoorbeeld betrouwbaarheid of gemak in het gebruik.
− Psychosociale functie --> Het merk helpt de consument bij de gewenste zelfexpressie. Hierin
bestaat een expressieve functie, Door het merk te kopen kan de consument laten zien wat
voor type mens ze zijn. En een impressieve functie, Door het merk te kopen krijgt de
consument zelf een goed gevoel.
Functies van een merk voor een bedrijf:
− Onderscheid --> Creëren van onderscheid ten opzichte van andere aanbieders. Waardoor de
organisatie minder kwetsbaar wordt voor concurrentie.
− Continuïteit --> Zorgen dat consumenten het product blijven kopen.
− Hogere prijs --> Als een merk een psychosociale meerwaarde heeft kan het hogere prijzen
vragen.
− Gemakkelijkere productintroducties --> Een bedrijf dat een goede naam op heeft gebouwd
kan makkelijker producten op de markt brengen dan onbekende ondernemingen.
− Autoriteit --> Vertrouwen opbouwen. Consumenten hebben meer vertrouwen in mensen of
bedrijven met autoriteit.
− Grotere onafhankelijkheid ten opzichte van de handel --> Als een merk een sterke
breinpositie, is de detailhandel ‘gedwongen’ om het merk/product in het assortiment op te
nemen. Aangezien klanten het product willen hebben.
Veranderingen in de marketingcommunicatie.
Historisch gezien kunnen er in de geschiedenis van de marketingfase 8 fases worden onderscheiden:
1. Direct contact met de klant.
2. Communicatie via tussenhandel.
3. Zoeken naar onderscheid.
4. Eerste gerichte reclamecampagnes.
5. Grotere reclamebudgetten.
6. Meer marketingcommunicatie-instrumenten.
7. Een-op-een communicatie. (Bijvoorbeeld via e-mail en sms)
8. Invloed van de ontvanger.
Kracht van een merk.
De kracht van een goed merk is een samenstelling van 7 factoren:
1. Het bezit van marktleiderschap.
2. De stabiliteit van het merk.
3. De aard van het merk.
, 4. De mate van internationalisering van het merk.
5. De langetermijntrend van een merk.
6. De wijze waarop het merk wordt ondersteund.
7. De wijze waarop het merk juridisch wordt beschermd.
Soorten distributie:
− Intensieve distributie --> Het product/merk wordt in zoveel mogelijk winkels verkocht.
− Selectieve distributie --> Het product/merk is verkrijgbaar in een beperkt aantal winkels.
− Exclusieve distributie --> Het product/merk is in slechts één winkel verkrijgbaar.
Push & pull strategie.
Push --> Producent richt de marketingcommunicatie grotendeels op de tussenhandel.
Pull --> Producent richt de marketingcommunicatie grotendeels op de consument. Gaat ervan uit dat
de consument om het product zal vragen.
, Hoofdstuk 2. Communicatiemix van een onderneming.
Corporate & marketingcommunicatie
Corporate communicatie --> Gaat om de onderneming of organisatie als geheel.
Marketingcommunicatie --> Gaat om de merken, producten en diensten van de onderneming.
Doelgroepen van corporate communicatie
− Klanten en prospects --> Een gunstig corporate imago zorgt ervoor dat de klanten
vertrouwen hebben in het bedrijf.
− Overheid en politiek --> De commerciële activiteiten van bedrijven worden beïnvloed door
overheidsmaatregelen (subsidies, vergunningen etc). Het is dus belangrijk om op het juiste
moment het belang van je organisatie onder de aandacht te brengen bij de overheid.
− Eigen medewerkers en arbeidsmarkt --> Communicatie met eigen en toekomstige
medewerkers, studenten, universiteiten en werknemersorganisaties. Zorgen dat de
organisatie zich profileert als een goede werkgever waar veel mensen willen werken.
− Arbeidsmarkt --> Communicatie met toekomstig personeel en opleidingsinstituten. Zorgen
voor een goed personeel.
− Financiële wereld --> Communicatie met aandeelhouders, beleggers, financiële pers etc.
Over verschillende onderwerpen die te maken hebben met invester relations.
− Publieke opinie --> Communicatie met het grote publiek. Om bijvoorbeeld het vertrouwen te
herstellen of kritiek weg te nemen.
Interne communicatie
De communicatie binnen een bedrijf tussen de eigenmedewerkers. Dit wordt steeds belangrijker
door de volgende vier redenen:
1. Het dienstverlenende aspect neemt toe --> Producenten beseffen dat ze niet alleen een
product verkopen maar ook een dienst leveren.
2. Snel aanpassend vermogen --> Het aanpassend vermogen van de onderneming moet
meegroeien met de veranderingen.
3. Behoefte aan informatie, betrokkenheid en inspraak --> Het personeel is mondiger en beter
opgeleid dan vroeger en wil meebeslissen.
4. Motivatie van eigen medewerkers --> Een goede interne communicatie kan de medewerkers
beter vasthouden en zorgt voor motivatie.
Belangrijke definities
Marketingcommunicatie --> Het in contact treden met de doelgroep om opvallendheid, emoties,
kennis en gedrag te beïnvloeden in een voor het marketingbeleid gunstige richting.
Reclame --> Een door de adverteerder geïnitieerde en niet persoonlijke vorm van communicatie om
de doelgroep sneller aan en/of anders en positiever over een merk te laten denken, of een
gedragsverandering tot stand te brengen.
Propaganda --> Gaat om het overbrengen van ideeën, met name op politiek en cultureel gebied. Het
verschil met reclame: Reclame doet een beroep op je portemonnee en propaganda een aanslag op je
verstand.
Public relations --> Het stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en
haar publieksgroepen.
