Paragraaf 1: Verbrandingsproducten
Verbrandingsproducten= stoffen die ontstaan bij een verbranding
Verbranding is altijd exotherm. -> met een reagens toon je een bepaalde stof aan. (Voorbeeld: geld
spoor je op met een speciale detectiestift, hier zit jood oplossing in. Op een echte bankbiljet blijft dit
geel en op een valse bruinzwart. Komt door het zetmeel dat in het neppe geld zit).
Een jood oplossing= een reagens voor zwaveldioxide en zetmeel.
Custard en wit kopersulfaat zijn reagentia voor water.
Kalkwater= het reagens voor koolstofdioxide (CO2). (wordt na door leiden troebel wit)
Een goed reagens is selectief (=toont kleine hoeveelheid van een bepaalde stof) en gevoelig (=toont
weinig verschillen).
Als er voor een verbranding te weinig zuurstof is, krijg je een onvolledige verbranding. (een deel van
de brandstof verbrand) -> er ontstaat koolstofdioxide, water (H 2O) en koolstofmonooxide + roet.
Bij de volledige verbranding van een koolwaterstof is voldoende zuurstof aanwezig. -> er ontstaat
koolstofdioxide en water.
Koolstofmonooxide (CO) kleurloos, reukloos & een giftige gas. Koolstof zie je vaak als een zwarte
wolk of zwarte aanslag: roet. -> aan een gele vlamkleur zie je dat er koolstof in de vlam aanwezig is. -
> in een verbrandingstoestel is een gele vlamkleur een signaal, dat er ook koolstofmonooxide
ontstaat. -> om het gevaar van koolstofmonooxide te bestrijden kunnen mensen een
koolstofmonooxidemeter in huis plaatsen.