WFT-vermogen samenvatting, actueel

Wft samenvatting:

Hoofdstuk 1: Pensioen




 Volksverzekeringen: Voor iedereen die in NL woont, maakt niet uit of je arbeid
verricht. De AOW, ANW en WLZ

 Werknemersverzekering: WIA, WW

 Sociale voorzieningen:
Aanvulling werknemersverzekering, participatiewet en toeslagenwet.

 Geen algemene pensioenplicht in Nederland, wel is de pensioenwet van toepassing.

 Als er geen sprake is van een cao of bedrijfstakpensioenfonds, is een werkgever niet
verplicht een aanbod van pensioen te doen.

 Vrije beroepers die zzp’er zijn (artsen, advocaten etc.) zijn wel verplicht deel te
nemen aan een beroepspensioenfonds.

 DGA voor de pensioenwet: 10% bezitten van de aandelen.

Hoofdstuk 2: Gezinssamenstelling

- Tot 1-01-2018 huwelijk = automatisch algehele gemeenschap van goederen.
 Daarna beperkte gemeenschap van goederen.

- Beperkte gemeenschap van goederen: alleen de bezittingen en schulden die zijn
verkregen tijdens het huwelijk. Bestaande bezitten vallen in het privévermogen.
 Vermogensverschuiving: Als 2 partners een huis kopen, waarbij de man 99% betaald
en de vrouw 1% wordt de woning door de eigendomsverhouding gewijzigd in 50%,
50%.

,- Schenkingen die door een partner zijn ontvangen tijdens of voor het huwelijk, vallen
in het nieuwe huwelijksrecht in het privévermogen. (Tenzij er een insluitingsclausule
is).

- Uitsluitingsclausule: Schenking mag alleen toekomen aan de door de schenker
genoemde persoon en niet aan zijn partner.

- Schenking die wordt gebruik financiering woning: Vergoedingsrecht: Bij scheiding
moet er bij de verdeling van het vermogen rekening worden gehouden met deze
vordering. Als de woning een andere waarde heeft, heeft dit gevolgen voor de
hoogte van de vordering. (De beleggingsleer).

- Formule beleggingsleer: Waarde woning op moment van scheiden/ Waarde woning
moment van aankoop * investering = vordering gemeenschap.

- Als privévermogen voor het huwelijk wordt gebruik om een gebruiksgoed te kopen,
heet dit zaaksvervanging.

- Uitsluitingsclausule erfenis: bij erfenis via testament, bij schenking via
schenkingsakte of vermelding op het bankafschrift bij het overboeken van het geld.

- Zachte uitsluiting: Bij echtscheiding.

- Harde uitsluiting: Bij overlijden: schenking of erfenis tot privévermogen. Hele bedrag
valt in de nalatenschap. Als de schenking tot de gemeenschap had gehoord, slechts
de helft.

- Huwelijkse voorwaarden (koude uitsluiting): Geen gemeenschap, alles blijft privé.
Alles wat wordt aangekocht moet worden vastgelegd.

- Huwelijkse voorwaarden (periodiek verrekenbeding): einde van het jaar hun niet-
opgemaakte inkomens (overgespaard inkomen) te verdelen.
 Als er tijdens het huwelijk niet is verrekend, gebeurt dit tijdens het moment van
scheiding.

- Huwelijkse voorwaren (finaal verrekenbeding): Vaak samen met een koude
uitsluiting. Bij scheiding of verlijden. Op moment van scheiden of overlijden
afgerekend alsof er getrouwd was in gemeenschap van goederen. Alles dus 50%
verdeeld. Schenkingen en erfenissen, vallen in gemeenschap (zelfde regels
gemeenschap van goederen).

- De langstlevende in elk geval in de woning mag blijven wonen tot zijn of haar
overlijden. Wettelijk vruchtgebruik voor de langstlevende dat onaantastbaar is.

- Ontbinding huwelijk: Altijd via tussenkomst van een rechter, bij kinderen minimaal
een ouderschapsplan.

,- Echtscheidingsconvenant: Verdeling bezittingen, schulden vermogen; hoogte
partneralimentatie; verevening van OP en PP.

- Geregistreerd partnerschap: door ambtenaar, elkaar het ‘ja-woord’ moeten geven
en geregistreerd partners hoeven dat niet.
 Ontbinding via notaris of advocaat, bij kinderen via rechter. Ouderschapsplan en
convenant.

, - Huwelijkse periode en huwelijkse gemeenschap:
 Huwelijk en geregistreerd partnerschap is officieel ontbonden op het moment dat de
scheiding is ingeschreven bij het register van de burgerlijke stand. De huwelijkse
periode loopt hierdoor vanaf het moment van trouwen tot inschrijving in het register.
 Huwelijkse gemeenschap: eindigt op het moment dat door 1 of beide echtgenoten
het verzoek tot scheiding wordt ingediend. Na verzoek is er geen gemeenschap meer.

- Samenlevingscontract:
 Hoe wordt er omgegaan met bezittingen, schulden, uitgaven en inkomens.
 Overname beding/verblijvingsbeding: een goed overnemen door de partner, het kan
zijn dat hier een vergoeding over betaald moet worden. Erfgenamen moeten dan
bijvoorbeeld een woning leveren, i.p.v. dat de partner de erfenis afkoopt.
 Verblijvingsbeding moet er erfbelasting worden betaald. Partnertarief en vrijstelling
van toepassing.

- Testament:
 Als de partner niet alleen goederen wil nalaten maar ook vermogen. Dan testament
kiezen.

- Ouderschap bij samenwoners:
 Kind binnen huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren, dan beide ouders,
juridisch ouder en ouderlijk gezag.
 Bij samenwoners: Moeder automatisch juridisch ouder en ouderlijk gezag, de vader
moet bepaalde handelingen verrichten. Kind erkennen bij burgerlijke stand.

- Juridisch ouderschap:
 Erfgenaam, levenslange onderhoudsplicht (over en weer), plicht tot informatie en
raadpleging.

- Toestemmingsvereisten:
 Verkopen hoofdverblijf, of extra hypotheek
 Ongebruikelijke of bovenmatige gift
 Persoonlijke zekerheid; borgstelling, garantstelling, mede hoofdelijke
aansprakelijkheid
 Koop op afbetaling of huurkoop
*Geldt niet voor samenwoners, die staat niet in burgerlijk wetboek.

Hoofdstuk 3: Levensverzekeringen
- Levensverzekering: Verband met leven of de dood van de mens of de uitvaart van de
mens.
 Kansovereenkomst: Niet zeker of de verzekering tot uitkering komt.
 Altijd uitkering: Sommige levensverzekeringen keren altijd uit, de exacte datum van
overlijden is dan de onzekere factor.
 Ongevallenverzekering: Is geen levensverzekering. Wel een sommenverzekering.