100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Volledige Samenvatting Changing Man (Ontwikkelingspsychologie)

Rating
-
Sold
3
Pages
29
Uploaded on
11-03-2023
Written in
2021/2022

Dit is een samenvatting van het vak Ontwikkelingspsychologie uit het eerste jaar van de bachelor psychologie aan de EUR. Hierin zijn alle problemen samengevat aan de hand van alle literatuurbronnen die op CANVAS te vinden zijn.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
March 11, 2023
Number of pages
29
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting 1.5 -
Changing man
Probleem 1 – The birds and the bees
Biologie
Genotype: al het genetische materiaal dat erfelijk is
Fenotype: interactie tussen genotype en omgeving, observeerbare eigenschappen
Chromosomen: bevindt zich in elke celkern, deze komen voor in 23 paren. Chromosomen
bestaan uit DNA.
Autosomen: chromosomen die homoloog zijn. Hier zijn 22 paren van.
Het 23ste chromosoom is een sekse chromosoom, bij vrouwen XX en bij mannen XY. X is
langer > Y bevat minder genetische informatie.




DNA: bestaat uit nucleotiden. Bevat genetische informatie. Deze informatie bevindt zich in
segmenten > genen
Genen: zorgen voor het maken van proteïnen en sturen instructies naar cytoplasma zodat
cellen kunnen voortplanten
Nucleotiden: bouwstenen DNA. > deze komen in paren (basenpaar)
Adenine (A), thymine (T), cytosine (C), guanine (G). Dit zijn de moleculen waaruit nucleotiden
uit bestaan.

Genetische patronen
Allel: elke vorm van gen. Van elk gen komen 2 vormen voor op chromosomen. 1 van de
vader en 1 van de moeder.
Homozygoot: 2 gelijke allelen > eigenschap komt waarschijnlijk tot uiting
Heterozygoot: 2 verschillende allelen
Dominant-recessieve genen principe: 1 allel bepaalt de kenmerken van een kind
Dominant allel: vaak aangegeven met hoofdletter. Deze allel komt tot uiting
Recessief allel: vaak aangegeven met kleine letter. Deze allel komt tot uiting als er 2 van zijn,
anders niet

,Genen kunnen worden doorgegeven, ook als ze niet tot uiting komen.
Codominantie: beide kenmerken tot uiting (sickle cel trait, bloedtype)
Carrier: iemand die een ziekte draagt op een recessief allel en de ziekte niet heeft, maar wel
door kan geven
Incomplete dominance/Intermediair: tussenweg van 2 dominante allelen > wordt een
nieuw kenmerk
Polygenetic inheritance: kenmerken worden beïnvloed door meerdere genen (intelligentie
en persoonlijkheid)

Genetische problemen
X-linked erfelijkheid: gen die kenmerk/disorder bevat wordt gedragen op X-chromosoom >
mannen zijn vatbaarder (door grotere kans van het dragen van de allel zonder bescherming
door een ander allel)
Mutaties: verandering in chemische structuur van DNA > kan abnormaliteit veroorzaken
Germline mutatie: mutatie in gameten (geslachtscellen) > wordt doorgegeven aan kinderen
Somatische mutatie: mutatie van een cel die kan verspreiden door duplicatie (kanker)
Genomic imprinting: allel van een gen komt alleen tot uiting als het van 1 ouder afkomstig is

Celdeling
Mitose: DNA wordt gedupliceerd > kerndeling > ontstaat een tweede nieuwe cel met
dezelfde genetische informatie.
Diploïde: bevat complete sets aan chromosomen (van vader en moeder)
Meiose: celdeling bij het vormen van geslachtscellen (gameten). Cel dupliceert en splitst zich
daarna 2 keer op > 4 losse cellen > ieder cel bevat de helft van de genetische informatie van
de moedercel (23 chromosomen, in de zygote vinden deze hun paar)
Haploïde: cel heeft een incomplete set (ongepaard)
Crossing over: chromosomen die naast elkaar liggen delen segmenten uit > nieuwe
combinatie die ook erfelijk is

, Zwangerschapsfases
Germinale periode – eerste 2 weken na conceptie
- Cellen gaan naar baarmoederwand > celdeling > zygote wordt gecreëerd
- Bij de celdeling ontstaat er blastocyst & trophoblast
Blastocyst: groep cellen die een holle bal met vloeistof vormen, de binnenste cellen hiervan
heten de embryonische schijf (dit wordt het organisme)
Trophoblast: buitenste laag van cellen voor voeding en bescherming
Verder vindt er ook implantatie plaats: blastocyst bindt aan de baarmoederwand

Embrionale periode – tussen 3de en 8e week
- Snelle veranderingen
- Basis voor organen en lichaamsstructuren wordt gelegd
- Hart begint met kloppen
- Erg gevoelig voor veranderingen in de omgeving
- Tijdens de tweede maand vindt er snelle groei plaats > embryo kan wereld
waarnemen
Ontwikkeling structuren:
 Vruchtvlies: gevormd door trophoblast
 Vruchtwater: vloeistof binnen vruchtvlies, hier komt de embryo, beschermt tegen
stoten
 Dooierzak: produceert bloedcellen
 Chorion: beschermend membraam (einde 2de week)
 Placenta: overdracht voeding en zuurstof, scheiding bloedsomloop moeder en kind
 Navelstreng: verbinding tussen placenta en organisme

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
luanavaldes Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
18
Member since
3 year
Number of followers
6
Documents
6
Last sold
3 weeks ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions