100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Biologie Nectar H13: Gaswisseling en uitscheiding

Rating
-
Sold
1
Pages
6
Uploaded on
09-03-2023
Written in
2022/2023

Samenvatting hoofdstuk 13 van het boek havo 5 nectar. Bevat afbeeldingen en extra uitleg over de werking van o.a de nieren, lever en het ademhalingsstelsel.

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
5

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 13
Uploaded on
March 9, 2023
Number of pages
6
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting biologie met extra informatie
Nectar havo 5

Hoofdstuk 14: Reageren


13.1
Grote hoeveelheden lucht gaan via de neus en de mondholte
naar binnen. Via de luchtpijp stroomt de ingeademde lucht
naar de longen. Stevige kraakbeenringen houden de luchtpijp
open, zodat lucht er ongehinderd door kan. Bij de longen
vertakt de luchtpijp in twee grote zijtakken: de hoofdbronchiën.
De bronchiën met kraakbeenringen en kleine bronchiolen
leiden de lucht verder in de longen. Kleine bronchiolen hebben
geen kraakbeenringen.

Het slijmvlies op de wand van de
luchtwegen vormt een plaklaag die
stofdeeltjes en bacteriën tegenhoudt, zodat
de lucht gezuiverd in je longen komt. Witte bloedcellen in de
slijmlaag doden ziekteverwekkers, waarna trilharen het het vervuilde
slijm afvoeren naar de keelholte. Daar slik je het slijm in. Trilharen en
maagsap maken deel uit van de niet-specifieke afweer. Soms komen
grotere stofdeeltjes in de luchtpijp. Met hoesten pers je de luchtpijp
weer leeg.

Voor de ventilatie gebruik je ademhalingsspieren op verschillende
plaatsen in borst- en buikspieren. De spieren voor een rustige
inademing zijn je middenrifspieren en buitenste tussenribspieren.
Het middenrif is een koepelvormige spier-peesplaat tussen de borst-
en buikholte. Als de spieren in het middenrif samentrekken, wordt
het longvolume vergroot. Hierdoor daalt de luchtdruk in de longen
en stroomt buitenlucht naar binnen toe: een inademing. Voor een
diepe inademing zet je de kleine borstspier en bepaalde nekspieren
aan het werk.

→ Voor een uitademing gaan de bewegingen in omgekeerde richting:
1. De middenrifspieren ontspannen (borstholte wordt kleiner)
2. Het middenrif veert omhoog .
3. De borstkas zakt door de zwaartekracht naar beneden.
4. De bewegingen verkleinen het longvolume en door de overdruk stroomt de lucht
naar buiten.
→ Als je extra diep wilt uitademen, dan gebruik je ook de binnenste tussenribspieren en
de buikspieren:
1. De buikspieren drukken tegen de darmen en lever
2. Het middenrif gaat extra omhoog
3. Het longvolume wordt maximaal verkleint
→ Er blijft altijd lucht achter in de longen: het restvolume.

, Rond de longen zit het longvlies en aan de binnenkant van de borstkas zit het borstvlies.
Tussen de vliezen zit een dunne laag weefselvloeistof, die ervoor zorgt dat de vliezen aan
elkaar blijven plakken.

De ademfrequentie is het aantal ademhalingen per minuut. Na één diepe inademing
kan een volwassen man gemiddeld bijna vijf liter lucht uitademen. Dat is je vitale
capaciteit. Tel je daar het restvolume bij op, dan heb je de totale longcapaciteit.

13.2
Het bloed voert CO² uit de weefsels aan via holle aders, het hart, longslagaders en
longhaarvaten. Daar gaat het door diffusie de longblaasjes in.

Diffusie wordt bevorderd door:
- Een groot diffusieoppervlak van de vele longblaasjes
→ Hierdoor kan er op veel plekken tegelijk diffusie plaatsvinden.
- Een groot concentratieverschil van gassen in longblaasjes en in bloed
→ Door ventilatie blijft het concentratieverschil groot
- Een kleine diffusieafstand tussen longblaasjes en haarvaten
→ De wanden van longblaasjes en haarvaten zijn slechts één cellaag dik.

→O² gaat door diffusie vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed in de haarvaten.
Dit heet gaswisseling. O² en CO² moleculen passeren de wand van een longblaasje en de
wand van een haarvat. De O² bindt in de rode bloedcellen in de haarvaten aan
hemoglobine. Via de longaders, hart en aorta komt het bij de weefsel terecht.

Het deel van de luchtwegen waar lucht en CO² achterblijft, heet de dode ruimte. Alleen
de cellen in de wanden van de dode ruimte verbruiken zuurstof uit de ingeademde lucht.
Lucht die bij de uitademing niet verder dan de dode ruimte komt, wordt als eerste weer
onververst ingeademd. Dit is ongeveer 150 ml van de 500 ml (bij ademhaling in rust).
$5.45
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
juulxdx

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
juulxdx Hogeschool Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
11
Member since
2 year
Number of followers
3
Documents
9
Last sold
8 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions