Samenvatting Inleiding in het nederlandse recht

Formeel/ Materiele zin:

Elk algemeen verbindend voorschrift = materiële zin

Regering & staten Generaal stellen als formele wetgever hoogste algemeen verbinden voorschriften
vast = Formele zin en tevens in materiele zin. ( Meestal)

Enkele gevallen waarbij een besluit van Regering en SG geen algemeen verbindende voorschrift
inhoudt = dan alleen formele zin



Lagere wetgeving = materiele zin ( AMvB; Minsteriele regeling; verordening)

Wetgeving Centrale overheid : ( Grondwet; Wetten formele zin;AMvB;ministeriële regeling)


Grondwet
Organieke wetten = wetten voorgeschreven door GW, welke belangrijk zijn voor de staat.


Wetten in formele zin [art. 81 GW]
Wetgevende macht = regering en Staten-Generaal
 Wetsvoorstel
Rechts van initiatief (= voorstel tweede kamerlid)
 Raad van State ( geeft advies omtrent voorstel)
 Indienen 2e kamer( memorie van toelichting= waarom voorstel indienen)
Allereerst controle door vaste commissie, elk departement heeft er 1 ( indien nodig
correspondentie tussen departement en regering)
 Commissie brengt voorlopig verslag ( VV) uit; hierop reageert minister met Memorie van
Antwoord.
 Voorstel gaat naar de 2e kamer waar er mondeling behandeling plaatsvindt.
Recht van amendement = een of meer artikelen wijzigen in wetsvoorstel.
Daarna wordt er over het voorstel gestemd
 Bij doorgang 2e kamer  1e kamer ( ook hier vaste commisie) Echter geen recht van
amendement, waardoor het Aannemen of verwerpen is
 Bekrachtiging= ondertekenen van aangenomen wet, door minister en minister van V&J

Algemene maatregel van bestuur [ art. 89]
 Bij koninklijk besluit
 Voorschriften krachtens de wet; de wet legt straf op.

Regering = samen met S-G wetgever bij maken wet formele zin
= ook zelfstandig wetgever bij maken AMvB

AMvB = vrijwel altijd algemeen verbindend voorschrift.
Enkele uitzonder ter uitvoeren van wet in formele zin.

Regering beschikt over (zeer beperkte) zelfstandige bevoegdheid tot maken AMvB. ( vrijwel nooit)
Ontwerpt AMvB ministerraadraad van State adviespublicatie Staatsblad.

, Ministeriële regeling [art. 89 lid 4]
- Formele wetgever kan nadere regeling van een onderwerp laten aan de minister.
- Of regering geeft in een AMvB dergelijke opdracht aan minister.


Legaliteitsvereisten 3.2

1. Wet afkomstig van overheidsorgaan dat bevoegd is.
2. Wettelijke vormvereisten , o.a. Behoorlijke bekendmaking.
3. Niet in strijd met hogere wetsregel.
4. In overeenstemming met algemene rechtsbeginselen.

1. Wet afkomstig van overheidsorgaan dat bevoegd is.


Attributie =maken van een bevoegdheid tot het scheppen van regels en dit overdragen aan een
orgaan.
Delegatie = overdragen van bevoegdheid

Beperkingen bij attributie :

- Onderwerpen die zijn begrensd door de GW
- Gw eist een wet in formele zin regeling  alle andere organen zijn niet van toepassing dan
- Niet in strijdt met hogere wetgeving.

Delegatie
Wettelijke regeling vast stellen door een (lager) orgaan dan het orgaan wat de bevoegdheid heeft
verkregen via attributie.

Delegans  delegataris

1 beperking  De opdracht wat gedelegeerd is, is nooit groter dan de opdracht die wegens attributie
verkregen is.

Subdelegatie = delegataris delegeert zelf.
Dit kan alleen als :

1. ‘bij wet’: attributie, geen delegatie toegestaan
2. ‘bij of krachtens de wet’: attributie, wel delegatie toegestaan
3. een vorm van ‘de wet regelt’, ‘stelt regels’: attributie, wel delegatie toegestaan
4. ‘bij AMvB’: delegatie, geen subdelegatie toegestaan
5. ‘bij of krachtens AMvB’: delegatie, wel subdelegatie toegestaan
6. vormen van ‘regelen’, ‘regels stellen’: delegatie. geen subdelegatie toegestaan