Analyse van een hardloopbeweging
Data-file: 17
28/12/2022
, Resultaten
Tijdens deze opdracht is er een inverse dynamica analyse uitgevoerd waarbij is gekeken naar
het looppatroon van een hardloopbeweging van een proefpersoon. Het looppatroon bestaat uit
twee fasen, namelijk; de standfase en de zwaaifase. Tijdens de standfase staat de
proefpersoon op het linker- of rechterbeen, dit is de fase van het begin van het grondcontact
met de hak tot het einde van het grondcontact met de hak. De zwaaifase is een voorwaartse
beweging van het linker- of rechterbeen tijdens het staan op het antagonistische been.
Om te analyseren wat er gebeurt tijdens de stand- en zwaaifase zijn de verschillende
momenten van de enkel, heup en knie berekend. Deze zijn berekend met behulp van 4
verschillende termen. Term 1 is opgesplitst in term 1a en term 1b. Term 1 geeft de
uitwendige kracht weer. Term 1a is de grondreactiekracht, die is voor alle momenten
hetzelfde, dus is niet relevant voor het vergelijken van de verschillende momenten. Term 2
geeft de momenten ten gevolge van de zwaartekracht weer, term 3 geeft de momenten ten
gevolge van de versnelling weer en term 4 geeft de momenten ten gevolge van de rotatie
weer. Vanwege de vele missende data is de drempelwaarde die in de ‘FindAndFix’-functie
gebruikt is veranderd van 10 naar 21 zodat er nog steeds genoeg datapunten gebruikt konden
worden.
In de figuren 1, 2 en 3 zijn de termen 1b, 2, 3, 4 en het totale moment van de enkel, knie en
heup uitgezet de tijd.
1
Data-file: 17
28/12/2022
, Resultaten
Tijdens deze opdracht is er een inverse dynamica analyse uitgevoerd waarbij is gekeken naar
het looppatroon van een hardloopbeweging van een proefpersoon. Het looppatroon bestaat uit
twee fasen, namelijk; de standfase en de zwaaifase. Tijdens de standfase staat de
proefpersoon op het linker- of rechterbeen, dit is de fase van het begin van het grondcontact
met de hak tot het einde van het grondcontact met de hak. De zwaaifase is een voorwaartse
beweging van het linker- of rechterbeen tijdens het staan op het antagonistische been.
Om te analyseren wat er gebeurt tijdens de stand- en zwaaifase zijn de verschillende
momenten van de enkel, heup en knie berekend. Deze zijn berekend met behulp van 4
verschillende termen. Term 1 is opgesplitst in term 1a en term 1b. Term 1 geeft de
uitwendige kracht weer. Term 1a is de grondreactiekracht, die is voor alle momenten
hetzelfde, dus is niet relevant voor het vergelijken van de verschillende momenten. Term 2
geeft de momenten ten gevolge van de zwaartekracht weer, term 3 geeft de momenten ten
gevolge van de versnelling weer en term 4 geeft de momenten ten gevolge van de rotatie
weer. Vanwege de vele missende data is de drempelwaarde die in de ‘FindAndFix’-functie
gebruikt is veranderd van 10 naar 21 zodat er nog steeds genoeg datapunten gebruikt konden
worden.
In de figuren 1, 2 en 3 zijn de termen 1b, 2, 3, 4 en het totale moment van de enkel, knie en
heup uitgezet de tijd.
1