Leerling: H. A. Datum: 28 april Leerkracht: (naam
student)
1. Voorbereiding: Ik heb H. A. uitgelegd dat ik de volgende dag een gesprekje wilde hebben
met haar. Niet voor straf of iets dergelijks, gewoon om te vragen hoe het gaat. Op de dag
zelf heb ik haar verteld dat we het gesprekje na de lunchpauze gaan hebben.
We houden het gesprek in het kantoortje en het duurt maximaal 20 minuten.
2. Thema: Ik leg haar uit dat ik wat vragen ga stellen en dat ze daar antwoord op mag geven
en dat ze zelf ook dingen mag vertellen. Ik vertel dat het vooral over school gaat en dat ik
benieuwd ben hoe ze het hier vindt en of ze nog ergens hulp bij wil.
3. De moeilijke situatie: H. A. vind het moeilijk om vrienden te maken. Ze is dit jaar nieuw
op school en is op haar vorige school gepest. Ze voelt zich snel op haar tenen getrapt en
vraagt aandacht op een manier die voor andere storend is, al bedoeld ze het vaak wel goed.
Omdat H. A. snel verontwaardigd is en naar de juf stapt willen veel leerlingen inmiddels niet
meer met haar samenwerken of spelen. Haar IQ is beneden het gemiddelde waardoor ze af
en toe wat ‘traag’ van begrip is. Hierdoor heeft ze vaak weinig inbreng tijdens het
samenwerken omdat haar groepsgenoten al een paar denkstappen verder zijn.
4. De situatie waarin het goed gaat: Als H. A. zich op haar gemak voelt vat ze dingen veel
minder snel verkeerd op. Als ze met een leerling tegelijk speelt gaat het vaak wel goed.
H. A. is erg goed in vouwen. Tijdens de handvaardigheid les heeft ze veel leerlingen
geholpen. De leerlingen vochten bijna om een plekje naast H. A.. Ze bloeide toen helemaal
op.
Positieve aspecten: H. A. houdt van knutselen en zingen. Ze is erg behulpzaam naar zowel
medeleerlingen als de leerkracht. Ze werkt heel netjes en precies.
5. Doel: H. A. voelt zich minder snel op haar tenen getrapt en ze lost haar problemen vaker
zonder de leerkracht op. Als H. A. zich buitengesloten of beledigd voelt vraagt ze eerst om
uitleg bij de betrokken leerlingen. Als er toch een conflict dreigt lost ze dit zelf, of met
behulp van medeleerlingen op.
6. Manieren om het doel te bereiken: H. A. heeft hier haar medeleerlingen voor nodig.
Leerlingen die voor haar op komen als ze oneerlijk wordt behandeld maar ook die kunnen
helpen bij het oplossen van conflicten. H. A. geeft zelf aan dat tot tien tellen en iets anders
gaan doen ook een oplossing is.
H. A. heeft leerkrachten nodig die haar helpen conflicten zelf op te lossen. Dit kan door
doorvragen en tips te geven. Het is belangrijk dat ze niet direct het probleem voor haar op
Zorgdossier (T-VT-WB-ZO-MI)