samenvatting aardrijkskunde
paragraaf 1
In 2050 zijn er in Nederland 1,5 miljoen nieuwe woningen nodig. Dat komt door het
bestaande woningtekort, bevolkingsgroei en doordat de gemiddelde huishoudens
kleiner worden ( huishoudverdunning ). De nieuwe woningen zijn nodig in de
Randstad, maar daar is juist de minste ruimte. daar is het al dichtbevolkt.
De trend dat mensen weer in de stad willen wonen, heet re-urbanisatie. Daar zijn de
meeste banen, opleidingen, dagelijkse voorzieningen zoals supermarkten en
gespecialiseerde voorzieningen zoals concertzalen, ziekenhuizen.
Door stedelijke verdichting kan ⅓ van alle benodigde woningen in bestaande steden
gebouwd worden. Dat gebeurt met herinrichting. In ongebruikte gebieden komen
belangrijke dingen. Het in en dichtbij stad bouwen noem je compactestadbeleid.
Voordeel verdichting: alles is dichtbij. Nadeel: kleine, dure appartementen in de
hoogte. Om het dagelijkse leven in de drukke steden in 2050 niet vast te laten lopen,
zijn aanpassingen nodig. In een smart city helpt moderne technologie je met alles.
Maatregelen voor duurzame steden in 2050:
- zoveel mogelijk gebruik van circulaire (hergebruikte) materialen
- flexibel bouwen: woningen zijn dan aanpasbaar en staan niet snel weer leeg.
- vergroening. Hierdoor verbetert de leefbaarheid van de stad en wordt de kans
op hittestress en wateroverlast kleiner.
Voor en van wie is de stad in 2050?
- Jonge, hoogopgeleide mensen met hoog inkomen.
Mensen met lage en gemiddeld inkomen kunnen niet in de stad wonen. Met sociale
huurwoningen bescherm je de meest kwetsbare groepen.
B182
In de stad is de grond erg duur. Iedereen wil een plekje. Daarom komt er nu veel
hoogbouw voor in stadscentrums.
De grondprijzen nemen af hoe verder je van het stadscentrum gaat. De prijzen dalen
zo ver dat er woningen op grote percelen gebouwd kunnen worden.
De woningdichtheid neemt hierdoor af
, B183
Mensen bouwen huizen om in te wonen en er zijn spoorwegen, kantoren, fabrieken
alles nodig. Al die activiteiten samen bepalen de inrichting van een ruimte.
Ruimtelijke ordening is het maken van plannen voor de inrichting van een gebied. Er
zijn vaak meningsverschillen. Daarom is er een overheid die bepaald.
In landen waar de steden snel groeien is er weinig sprake van ruimtelijke ordening.
Dan ontstaan er sloppenwijken aan de buitenkant van de stad.
B189
In een smart city verzamelen computers allerlei informatie en berekenen de hoe de
overheid het meest effectief kan ingrijpen. Er worden allemaal slimme dingen
bedacht om de stad beter te maken.
B190
In een duurzame stad wordt minder vervuilt, meer gerecycled en meer gebruik van
hernieuwbare energie.
Door verstedelijking is de druk op de omgeving toegenomen. Energie, water enz
moeten ook nog eens van ver komen, wat leidt tot verkeersstromen.
In een duurzame stad is veel aandacht voor hergebruik materialen. Zonnepanelen,
windmolens, huizen beter geïsoleerd.
In sommige steden worden vertical farms opgericht. Op verschillende verdiepingen
van een flat worden dan dieren gehouden en verwassen verbouwd.
paragraaf 1
In 2050 zijn er in Nederland 1,5 miljoen nieuwe woningen nodig. Dat komt door het
bestaande woningtekort, bevolkingsgroei en doordat de gemiddelde huishoudens
kleiner worden ( huishoudverdunning ). De nieuwe woningen zijn nodig in de
Randstad, maar daar is juist de minste ruimte. daar is het al dichtbevolkt.
De trend dat mensen weer in de stad willen wonen, heet re-urbanisatie. Daar zijn de
meeste banen, opleidingen, dagelijkse voorzieningen zoals supermarkten en
gespecialiseerde voorzieningen zoals concertzalen, ziekenhuizen.
Door stedelijke verdichting kan ⅓ van alle benodigde woningen in bestaande steden
gebouwd worden. Dat gebeurt met herinrichting. In ongebruikte gebieden komen
belangrijke dingen. Het in en dichtbij stad bouwen noem je compactestadbeleid.
Voordeel verdichting: alles is dichtbij. Nadeel: kleine, dure appartementen in de
hoogte. Om het dagelijkse leven in de drukke steden in 2050 niet vast te laten lopen,
zijn aanpassingen nodig. In een smart city helpt moderne technologie je met alles.
Maatregelen voor duurzame steden in 2050:
- zoveel mogelijk gebruik van circulaire (hergebruikte) materialen
- flexibel bouwen: woningen zijn dan aanpasbaar en staan niet snel weer leeg.
- vergroening. Hierdoor verbetert de leefbaarheid van de stad en wordt de kans
op hittestress en wateroverlast kleiner.
Voor en van wie is de stad in 2050?
- Jonge, hoogopgeleide mensen met hoog inkomen.
Mensen met lage en gemiddeld inkomen kunnen niet in de stad wonen. Met sociale
huurwoningen bescherm je de meest kwetsbare groepen.
B182
In de stad is de grond erg duur. Iedereen wil een plekje. Daarom komt er nu veel
hoogbouw voor in stadscentrums.
De grondprijzen nemen af hoe verder je van het stadscentrum gaat. De prijzen dalen
zo ver dat er woningen op grote percelen gebouwd kunnen worden.
De woningdichtheid neemt hierdoor af
, B183
Mensen bouwen huizen om in te wonen en er zijn spoorwegen, kantoren, fabrieken
alles nodig. Al die activiteiten samen bepalen de inrichting van een ruimte.
Ruimtelijke ordening is het maken van plannen voor de inrichting van een gebied. Er
zijn vaak meningsverschillen. Daarom is er een overheid die bepaald.
In landen waar de steden snel groeien is er weinig sprake van ruimtelijke ordening.
Dan ontstaan er sloppenwijken aan de buitenkant van de stad.
B189
In een smart city verzamelen computers allerlei informatie en berekenen de hoe de
overheid het meest effectief kan ingrijpen. Er worden allemaal slimme dingen
bedacht om de stad beter te maken.
B190
In een duurzame stad wordt minder vervuilt, meer gerecycled en meer gebruik van
hernieuwbare energie.
Door verstedelijking is de druk op de omgeving toegenomen. Energie, water enz
moeten ook nog eens van ver komen, wat leidt tot verkeersstromen.
In een duurzame stad is veel aandacht voor hergebruik materialen. Zonnepanelen,
windmolens, huizen beter geïsoleerd.
In sommige steden worden vertical farms opgericht. Op verschillende verdiepingen
van een flat worden dan dieren gehouden en verwassen verbouwd.
