Portofolio PL3
Reflectie en ethiek
Aantal woorden: 3472
Inhoudsopgave
1. Reflectie.................................................................................................................................................... 2
, 1.1 Situatie beschrijven........................................................................................................................................2
1.2 Betekenis geven..............................................................................................................................................2
1.3 Onderzoeken..................................................................................................................................................3
1.4 Alternatieven formuleren...............................................................................................................................3
2. Ethiek........................................................................................................................................................ 4
2.1 Oriëntatie.......................................................................................................................................................4
2.2 Analyse...........................................................................................................................................................5
2.3 Conclusie.........................................................................................................................................................8
2.4 Feedback en reflectie......................................................................................................................................9
3. Reflecteren op de bijeenkomsten............................................................................................................... 9
Bibliografie.................................................................................................................................................. 10
Bijlage 1. Reflectieverslag..................................................................................................................................11
1
, 1. Reflectie
1.1 Situatie beschrijven
Setting ziekenhuis:
In deze reflectie beschrijf ik een situatie waarbij een dakloze patiënt met ontslag gaat en geen
onderdak heeft.
Deze dag zorgde ik voor dhr. X (fictieve naam). Dhr. X is 32 jaar en is opgenomen op de afdeling met
een sepsis vanwege een necrotische pancreatitis door middel van alcoholabuses. Hij is bekend met
Diabetes Mellitus type 2. Ook heeft hij last van suïcidale gedachten, een persoonlijkheidsstoornis en
is dhr. alcohol en drugs verslaafd. Dhr. heeft een turbulente jeugd gehad, hij is opgegroeid in Polen
en heeft een jeugd gehad waar misbruik en geweld in voor kwamen. In zijn jeugd heeft hij op een
internaat gezeten. Toen hij thuiskwam heeft hij zijn overleden vader gevonden, zijn moeder heeft
hem in de steek gelaten. Dhr. heeft een oudere zus, zij woont in Duitsland en heeft hij nog contact
mee.
Dhr. heeft in het verleden een handalcohol intoxicatie gehad, dit was een zelfmoordpoging. Dhr.
heeft een aantal jaar in de gevangenis gezeten, hier ging het goed met hem. Hier bleek hij goed te
reageren op strenge regels. Ook is hij een paar keer opgenomen geweest, deze opnames hebben niet
lang geduurd. Dhr. smokkelde toendertijd drugs en alcohol naar binnen.
Het is een tijd goed gegaan met dhr. hij had toen een vriendin en een eigen bedrijf. Toen zijn vriendin
hem verliet, raakte hij zijn bedrijf kwijt en startte weer met alcohol en drugs. Vanaf toen ging het
bergafwaarts, dhr. zijn angststoornissen kwamen weer terug en hij raakte dakloos.
Dhr. is therapie ontrouw en bekend met agressiviteit. De psycholoog en de maatschappelijk werker
zijn niet meer in beeld. Ze zien geen mogelijkheden om hem te helpen, dhr. is meerdere malen
therapie ontrouw geweest. Hij geeft aan dat hij graag psychische hulp wil, dhr. wil niet dood en wil
graag zijn leven terug. Hij heeft een setje kleren, een telefoon en een zakje met medicijnen en dat
zijn de enige bezittingen die hij heeft.
Dhr. gaat vandaag met ontslag en heeft geen slaapplek. Ik voelde mij hier heel erg machteloos en
vervelend door. Ik heb voor hem gezorgd en nu laat ik hem aan zijn lot over. Dhr. geeft aan dat hij
geholpen wil worden en nu wordt hij weer op straat gezet. Ik wil deze meneer graag helpen. Voor
mijn gevoel stopt de zorg niet als iemand ontslagen wordt. Of in dit geval wel? Dhr. heef zich vaak
misdragen als hem hulp werd aangeboden, maar kan je dat iemand met zo een verleden kwalijk
nemen? Ik heb in de middag (in overleg met mijn collega) adressen van het Leger des Heils gebeld.
Veel van deze plekken zaten vol. Uiteindelijk is het mij gelukt om dhr. een paar adressen te geven
waar hij kon slapen. Hij bedankte mij meerdere malen hiervoor. Dit voelde goed en ik was blij dat ik
toch iets voor hem kon betekenen. Wellicht ging dhr. wel niet naar deze adressen, maar ik was blij
dat ik hem niet met lege handen op straat heb gezet.
1.2 Betekenis geven
Mijn eerste gedachte was, hoe ga ik dit nu oplossen? Ik merkte dat ik niet goed wist wat ik nou met
de situatie aan moest. Ik merkte aan mijzelf dat ik erg gefrustreerd raakte, het heeft ontzettend veel
moeite gekost om een slaapplek te vinden. Ook merkte ik dat ik het vervelend vond dat mijn
begeleider van die dag niet zo goed wist wat we moesten doen. Ik voelde onmacht en frustratie bij
mezelf, ik moest en zou deze patiënt helpen. Het voelde verschrikkelijk onmenselijk om iemand zo op
straat te zetten. Uiteindelijk ben ik tevreden met hoe ik het heb aangepakt. Ik had toevallig de tijd
om dit uit te zoeken en daar was ik erg blij mee. Het voelde fijn om iemand extra te helpen en niet
alleen te kijken naar de zorg op de afdeling zelf, maar ook naar de zorg daarna. Dhr. zelf was ook blij
2
Reflectie en ethiek
Aantal woorden: 3472
Inhoudsopgave
1. Reflectie.................................................................................................................................................... 2
, 1.1 Situatie beschrijven........................................................................................................................................2
1.2 Betekenis geven..............................................................................................................................................2
1.3 Onderzoeken..................................................................................................................................................3
1.4 Alternatieven formuleren...............................................................................................................................3
2. Ethiek........................................................................................................................................................ 4
2.1 Oriëntatie.......................................................................................................................................................4
2.2 Analyse...........................................................................................................................................................5
2.3 Conclusie.........................................................................................................................................................8
2.4 Feedback en reflectie......................................................................................................................................9
3. Reflecteren op de bijeenkomsten............................................................................................................... 9
Bibliografie.................................................................................................................................................. 10
Bijlage 1. Reflectieverslag..................................................................................................................................11
1
, 1. Reflectie
1.1 Situatie beschrijven
Setting ziekenhuis:
In deze reflectie beschrijf ik een situatie waarbij een dakloze patiënt met ontslag gaat en geen
onderdak heeft.
Deze dag zorgde ik voor dhr. X (fictieve naam). Dhr. X is 32 jaar en is opgenomen op de afdeling met
een sepsis vanwege een necrotische pancreatitis door middel van alcoholabuses. Hij is bekend met
Diabetes Mellitus type 2. Ook heeft hij last van suïcidale gedachten, een persoonlijkheidsstoornis en
is dhr. alcohol en drugs verslaafd. Dhr. heeft een turbulente jeugd gehad, hij is opgegroeid in Polen
en heeft een jeugd gehad waar misbruik en geweld in voor kwamen. In zijn jeugd heeft hij op een
internaat gezeten. Toen hij thuiskwam heeft hij zijn overleden vader gevonden, zijn moeder heeft
hem in de steek gelaten. Dhr. heeft een oudere zus, zij woont in Duitsland en heeft hij nog contact
mee.
Dhr. heeft in het verleden een handalcohol intoxicatie gehad, dit was een zelfmoordpoging. Dhr.
heeft een aantal jaar in de gevangenis gezeten, hier ging het goed met hem. Hier bleek hij goed te
reageren op strenge regels. Ook is hij een paar keer opgenomen geweest, deze opnames hebben niet
lang geduurd. Dhr. smokkelde toendertijd drugs en alcohol naar binnen.
Het is een tijd goed gegaan met dhr. hij had toen een vriendin en een eigen bedrijf. Toen zijn vriendin
hem verliet, raakte hij zijn bedrijf kwijt en startte weer met alcohol en drugs. Vanaf toen ging het
bergafwaarts, dhr. zijn angststoornissen kwamen weer terug en hij raakte dakloos.
Dhr. is therapie ontrouw en bekend met agressiviteit. De psycholoog en de maatschappelijk werker
zijn niet meer in beeld. Ze zien geen mogelijkheden om hem te helpen, dhr. is meerdere malen
therapie ontrouw geweest. Hij geeft aan dat hij graag psychische hulp wil, dhr. wil niet dood en wil
graag zijn leven terug. Hij heeft een setje kleren, een telefoon en een zakje met medicijnen en dat
zijn de enige bezittingen die hij heeft.
Dhr. gaat vandaag met ontslag en heeft geen slaapplek. Ik voelde mij hier heel erg machteloos en
vervelend door. Ik heb voor hem gezorgd en nu laat ik hem aan zijn lot over. Dhr. geeft aan dat hij
geholpen wil worden en nu wordt hij weer op straat gezet. Ik wil deze meneer graag helpen. Voor
mijn gevoel stopt de zorg niet als iemand ontslagen wordt. Of in dit geval wel? Dhr. heef zich vaak
misdragen als hem hulp werd aangeboden, maar kan je dat iemand met zo een verleden kwalijk
nemen? Ik heb in de middag (in overleg met mijn collega) adressen van het Leger des Heils gebeld.
Veel van deze plekken zaten vol. Uiteindelijk is het mij gelukt om dhr. een paar adressen te geven
waar hij kon slapen. Hij bedankte mij meerdere malen hiervoor. Dit voelde goed en ik was blij dat ik
toch iets voor hem kon betekenen. Wellicht ging dhr. wel niet naar deze adressen, maar ik was blij
dat ik hem niet met lege handen op straat heb gezet.
1.2 Betekenis geven
Mijn eerste gedachte was, hoe ga ik dit nu oplossen? Ik merkte dat ik niet goed wist wat ik nou met
de situatie aan moest. Ik merkte aan mijzelf dat ik erg gefrustreerd raakte, het heeft ontzettend veel
moeite gekost om een slaapplek te vinden. Ook merkte ik dat ik het vervelend vond dat mijn
begeleider van die dag niet zo goed wist wat we moesten doen. Ik voelde onmacht en frustratie bij
mezelf, ik moest en zou deze patiënt helpen. Het voelde verschrikkelijk onmenselijk om iemand zo op
straat te zetten. Uiteindelijk ben ik tevreden met hoe ik het heb aangepakt. Ik had toevallig de tijd
om dit uit te zoeken en daar was ik erg blij mee. Het voelde fijn om iemand extra te helpen en niet
alleen te kijken naar de zorg op de afdeling zelf, maar ook naar de zorg daarna. Dhr. zelf was ook blij
2
