College 7
Recapitulatie en inleiding
Vandaag gaan we niet veel nieuws zien, dus zoals aangekondigd gaan we vandaag het imaginaire niveau van de bovenste
helft van de Graphe bespreken. Dat is het nieuwe dat erbij komt. Op zich is dat niet zo moeilijk, kan dat in een vrij beperkte
hoeveelheid tijd uitgelegd worden. Maar om dat imaginaire goed te begrijpen moet je goed het verschil tussen de symbolische
uitwisseling op het onderste gedeelte van de Graphe en de symbolische uitwisseling op het bovenste gedeelte voor begrijpen.
Inleiding: contrast tussen het symbolische op de onderste en bovenste helft. Ik ga dat misschien iets losser doen dan normaal,
je ziet dat de eerste vier slides mijn uitleg samenvatten.
Graphe is representatie van subjectieve ervaring
De Graphe gaat over de subjectieve, psychische ervaring. Het gaat dus over hoe de
Graphe probeert een schematische grafische voorstelling te geven van hoe ons
psychisch leven, welke paden we volgen in onze psychische ervaring, welke wegen
onze gedachten en gevoelens volgen. Je kan vanuit een bijna oneindig aantal
verschillende perspectieven de psychische ervaring benaderen.
Gecentreerd op spanningsveld tussen genot en verlangen Ander.
De Graphe doet het vanuit een heel specifiek perspectief, vertrekt vanuit een soort
spanningsveld dat altijd aanwezig is bij de mens tussen genieten aan de ene kant
en het verlangen van de Ander aan de andere kant. Bij de mens is er daar
voortdurend een spanningsveld. Op één of andere manier willen we genieten, maar
terzelfdertijd verlangen we ook te zijn wat de Ander verlangt. ‘Le désir de l’homme est le désir de l’autre’. De mens verlangt
te zijn wat de Ander verlangt. Het probleem voor de mens is dat het verlangen van de Ander niet direct gegeven is en bijgevolg
ook niet zijn eigen verlangen. Dieren bijvoorbeeld hebben in principe geen probleem om hun eigen verlangen te kennen, ze
leven en volgen direct hun drift. Ze zitten gedreven in bepaalde sociale structuren. Ze houden een bepaalde rekening met
wat de groep van de dieren wil. We hebben verwezen naar de befaamde pikorde bij kippen. Een kip gaat niet zomaar haar
honger bevredigen, ze gaat ook rekening houden met wat de groep wil, met haar plaats in de groep. Tot daar weinig verschil
met de mens. De mens wil genieten en moet rekening houden met de Ander, de eerste Ander, maar eigenlijk ook de ruimere
groep.
Gecomplexifieerd door taal/betekenaar.
Het verschil begint waar je je realiseert dat de mens in de taal gegrepen zit. De mens moet weten wat de Ander verlangt,
maar dat verlangen van de Ander moet geïnterpreteerd worden, verschijnt als in een net/set van betekenaars. De mens moet
op zoek naar wat de Ander wil? Heel het menselijk leven draait in grote mate rond het weten wat je zelf wil, wat wil ik in mijn
leven. Op een bepaalde manier komt dat neer op de vraag naar wat de Ander wil. Je moet dat echt proberen in je eigen
ervaring te voelen.
Alles draait rond het weten omtrent het verlangen; het talig uitdrukken van het verlangen.
Het is enorm belangrijk om de Graphe goed te begrijpen als de structuur van de subjectieve, psychische ervaring
representeert vanuit het perspectief van het weten omtrent het verlangen. Heel dat schema gaat over de manier waarop de
mens probeert te weten te komen wat hij wil, wat de Ander wil. Het schema gaat in grote mate daarover. We zouden kunnen
proberen om dat empirisch te beargumenteren, dat dat een zeer centrale dimensie is voor de mens, die vraag naar het weten
1