Stabiliteit
19. Kees heeft nadat hij volledig is hersteld van een enkel blessure, opgelopen tijdens het
`voetbalen, nog steeds een beperkte actieve stabiliteit van zijn enkel (art. talocruralis) heeft
bij het neer komen vanuit een éénbenige sprong. Geef een behandeling voor dit actieve
stabiliteit probleem en laat zien hoe je kunt variëren in intensiteit.
Verbeteren enkel stabiliteit bij het neerkomen vanuit een 1benige sprong:
Voorwaartse sprong: Doel: stabiliteit van de knie verbeteren (maak de oefening moeilijker door
verder door je knie te zakken bij de landing).
1. Sta met 2 voeten naast elkaar
2. Spring voorwaarts en land op 1 voet.
3. Zorg dat je minimaal 2 seconden helemaal stil staat zonder te bewegen.
- De patiënt staat op de grond en springt met 1 been op een dubbelgevouwen matje, zo is de
ondergrond minder stabiel en zal de stabiliteit van de enkel op de proef gesteld worden.
Wanneer dit goed te doen is kun je een bosubal gaan gebruiken, dit zorgt voor een nog meer
onstabielere ondergrond.
- Om later in de training de stabiliteit van de enkel vanzelfsprekender te maken kunnen we een
spel vorm gaan doen genaamd 123 roodlichtje; de patiënt doet als eerst zijn ogen dicht en telt
hard op tot 3, de patiënt staat hier al op 1 been, zodra deze 3 secondes voorbij zijn mag hij/zij
zijn ogen open doen en springt hij vervolgens op de bosubal of een andere zachte ondergrond.
Zodra de patiënt springt richting de zachte ondergrond, gooit de fysiotherapeute de bal (de
fysiotherapeut heeft in de 3 seconde de tijd gehad om te verplaatsen zodat de bal van een
onverwachte hoek zal komen en je zo minder na zal gaan denken over de onstabiliteit van je
enkel). Zodra je de bal gevangen hebt spring je weer met 1 been van de zachte ondergrond af. Al
die tijd heb je dus op 1 been gestaan.
- De stabiliteit statisch verbeteren, laat de patiënt op 1 been staan en neem een stok in de
handen die jij naar voor en achter en naar links en rechts gaat bewegen, zo kun jij ervoor zorgen
dat er verwachts een verstoring plaats vind maar onverwachts door niet te zeggen welke kant je
op gaat duwen.
20. Anneke merkt tijdens het handballen dat bij het éénbenig zijwaarts afzetten haar enkel (art.
talocruralis) niet actief stabiel is. Geef een behandeling voor dit actieve stabiliteitsprobleem.
Laat in je behandeling een opbouw zien in moeilijkheidsgraad en laat zien hoe je kunt variëren
in intensiteit.
Stabiliteit verbeteren 1benig zijwaarts afzetten enkel:
- De patiënt staat op een dubbelgevouwen matje en springt zijwaarts met 1 been op de grond
dubbelgevouwen matje, zo is de ondergrond minder stabiel tijdens de afzet en zal de stabiliteit
van de enkel op de proef gesteld worden. Wanneer dit goed te doen is kun je een bosubal gaan
gebruiken, dit zorgt voor een nog meer onstabielere ondergrond.
- Om later in de training de stabiliteit van de enkel vanzelfsprekender te maken kunnen we een
spel vorm gaan doen genaamd 123 roodlichtje; de patiënt doet als eerst zijn ogen dicht en telt
hard op tot 3, de patiënt staat hier al op 1 been op de onstabiele ondergrond, zodra deze 3
secondes voorbij zijn mag hij/zij zijn ogen opendoen en springt hij vervolgens van de bosubal of
een andere zachte ondergrond. Zodra de patiënt springt richting de grond, gooit de
fysiotherapeute de bal (de fysiotherapeut heeft in de 3 seconde de tijd gehad om te verplaatsen
zodat de bal van een onverwachte hoek zal komen en je zo minder na zal gaan denken over de
onstabiliteit van je enkel). Zodra je de bal gevangen hebt spring je weer met 1 been naar de
zachte ondergrond toe. Al die tijd heb je dus op 1 been gestaan. Zo stabiliseer je ook de enkel bij
19. Kees heeft nadat hij volledig is hersteld van een enkel blessure, opgelopen tijdens het
`voetbalen, nog steeds een beperkte actieve stabiliteit van zijn enkel (art. talocruralis) heeft
bij het neer komen vanuit een éénbenige sprong. Geef een behandeling voor dit actieve
stabiliteit probleem en laat zien hoe je kunt variëren in intensiteit.
Verbeteren enkel stabiliteit bij het neerkomen vanuit een 1benige sprong:
Voorwaartse sprong: Doel: stabiliteit van de knie verbeteren (maak de oefening moeilijker door
verder door je knie te zakken bij de landing).
1. Sta met 2 voeten naast elkaar
2. Spring voorwaarts en land op 1 voet.
3. Zorg dat je minimaal 2 seconden helemaal stil staat zonder te bewegen.
- De patiënt staat op de grond en springt met 1 been op een dubbelgevouwen matje, zo is de
ondergrond minder stabiel en zal de stabiliteit van de enkel op de proef gesteld worden.
Wanneer dit goed te doen is kun je een bosubal gaan gebruiken, dit zorgt voor een nog meer
onstabielere ondergrond.
- Om later in de training de stabiliteit van de enkel vanzelfsprekender te maken kunnen we een
spel vorm gaan doen genaamd 123 roodlichtje; de patiënt doet als eerst zijn ogen dicht en telt
hard op tot 3, de patiënt staat hier al op 1 been, zodra deze 3 secondes voorbij zijn mag hij/zij
zijn ogen open doen en springt hij vervolgens op de bosubal of een andere zachte ondergrond.
Zodra de patiënt springt richting de zachte ondergrond, gooit de fysiotherapeute de bal (de
fysiotherapeut heeft in de 3 seconde de tijd gehad om te verplaatsen zodat de bal van een
onverwachte hoek zal komen en je zo minder na zal gaan denken over de onstabiliteit van je
enkel). Zodra je de bal gevangen hebt spring je weer met 1 been van de zachte ondergrond af. Al
die tijd heb je dus op 1 been gestaan.
- De stabiliteit statisch verbeteren, laat de patiënt op 1 been staan en neem een stok in de
handen die jij naar voor en achter en naar links en rechts gaat bewegen, zo kun jij ervoor zorgen
dat er verwachts een verstoring plaats vind maar onverwachts door niet te zeggen welke kant je
op gaat duwen.
20. Anneke merkt tijdens het handballen dat bij het éénbenig zijwaarts afzetten haar enkel (art.
talocruralis) niet actief stabiel is. Geef een behandeling voor dit actieve stabiliteitsprobleem.
Laat in je behandeling een opbouw zien in moeilijkheidsgraad en laat zien hoe je kunt variëren
in intensiteit.
Stabiliteit verbeteren 1benig zijwaarts afzetten enkel:
- De patiënt staat op een dubbelgevouwen matje en springt zijwaarts met 1 been op de grond
dubbelgevouwen matje, zo is de ondergrond minder stabiel tijdens de afzet en zal de stabiliteit
van de enkel op de proef gesteld worden. Wanneer dit goed te doen is kun je een bosubal gaan
gebruiken, dit zorgt voor een nog meer onstabielere ondergrond.
- Om later in de training de stabiliteit van de enkel vanzelfsprekender te maken kunnen we een
spel vorm gaan doen genaamd 123 roodlichtje; de patiënt doet als eerst zijn ogen dicht en telt
hard op tot 3, de patiënt staat hier al op 1 been op de onstabiele ondergrond, zodra deze 3
secondes voorbij zijn mag hij/zij zijn ogen opendoen en springt hij vervolgens van de bosubal of
een andere zachte ondergrond. Zodra de patiënt springt richting de grond, gooit de
fysiotherapeute de bal (de fysiotherapeut heeft in de 3 seconde de tijd gehad om te verplaatsen
zodat de bal van een onverwachte hoek zal komen en je zo minder na zal gaan denken over de
onstabiliteit van je enkel). Zodra je de bal gevangen hebt spring je weer met 1 been naar de
zachte ondergrond toe. Al die tijd heb je dus op 1 been gestaan. Zo stabiliseer je ook de enkel bij
