100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Complete Samenvatting Week 3 Economie (voor Politicologen)

Rating
-
Sold
-
Pages
13
Uploaded on
02-02-2023
Written in
2014/2015

Complete Samenvatting van alle elementen van week 3 van Economie voor Politicologen, zowel college samenvattingen als hoofdstukken van het boek. Handig om mee te studeren, maar ook als opfrisser wat betreft economische kennis op het gebied van Bedrijven en hun Kosten en Marktvormen.

Show more Read less
Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 6 businesses and their costs en hoofdstuk 7 pure competitie
Uploaded on
February 2, 2023
Number of pages
13
Written in
2014/2015
Type
Summary

Subjects

Content preview

Principles of Economics/ business and pure competition
Chapter 6 Businesses and their costs
- There are different types of businesses which are organized in several ways and vary in size
Useful concepts:
 A plant: an establishment that performs one or more functions in fabricating and
distributing goods and services (fabriek)
 A firm: a business organization that owns and operates plants (bedrijf)
 An industry: a group of firms that produce the same or similar products
Corporations (vennootschappen):
 Firms that pool resources of large number of people
 The resources are pooled (samengevoegd) through sale of stocks and bonds
Zo komen de bedrijven aan hun geld:
 Stocks: ownership shares of a corporation (een aandeel gaat op en neer; Dividend is het deel
van de winst dat een onderneming betaalt aan de aandeelhouder)

o Bonds: certificates indicating obligations to pay the principal and interest on loans at a specific
time in the future. Obligaties zijn een soort van schuldbewijzen van een lening; behoort tot
vreemd vermogen (alle schulden van een onderneming) op de lange termijn en heeft dus een
lange looptijd. Lange termijn, dus ze worden verhandeld op de kapitaalmarkt. Alleen vreemd
vermogen op korte termijn wordt verhandelt op de geldmarkt.
o Dus als je een obligatie uitgeeft, dan leen je geld en moet je dus rente betalen. (de grootte van
de rente is afhankelijk van je kredietwaardigheid: dus de kans dat jij, een bedrijf of land je
obligatielening zal terugbetalen). Als je een obligatie koopt (koop je eigenlijk een stukje van
iemands schuld), dan leen je geld uit en moet je rente ontvangen.
o Vreemd vermogen: bestaat eigenlijk uit alle schulden van een onderneming. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan hypotheken en leningen.
- Kortlopende schulden: (alle credit met een looptijd van minder dan 1 jaar) : belastingen,
crediteuren, rood staan bij de bank
- Langlopende schulden: (alle credit met een looptijd van langer dan 1 jaar)
Principal-agentprobleem
- Het principal-agentprobleem is een belangenconflict dat optreedt wanneer agenten (managers)
hun eigen doelen nastreven ten koste van de doelen van de opdrachtgevers (aandeelhouders).•
Dit probleem doet zich voor bij bedrijven waar de eigenaren (opdrachtgevers) het meestal niet
zelf managen; ze huren anderen in om dit te doen. (bijv. in politiek verplichte wachttijd om
een andere belangrijke functie te bekleden; dus bijv. dat je niet als directeur van de Europese
Bank straks alvast (voor je toekomstige functie als premier van Italie) Italie op allerlei
manieren gaat voortrekken. (bijv. in economie managers die uitbetaalt worden in aandelen in
plaats van een vast salaris zullen veel attenter zijn op de aandelenmarkt en daar meer aandacht
aan besteden)

, Economische kosten (opportunity costs)
- Wanneer de samenleving een specifieke combinatie van middelen gebruikt om een product te
produceren, ziet ze af van alle alternatieve mogelijkheden om die middelen voor andere
doeleinden te gebruiken.
- De maatstaf voor de economische kosten, of alternatieve kosten, van een hulpbron is de
waarde of de moeite waard zou hebben in zijn beste alternatieve gebruik.
- De prijs en de economic costs zijn niet aan elkaar gelijk. Het behoort niet tot de vaste kosten!
Voorbeeld: naar economie hoorcollege gaan. Collegeld is al betaald, staat vast. Maar had ook
in die tijd een ander vak kunnen voorbereiden, uitslapen, een kopje koffie kopen.
Expliciete en impliciete kosten
Bedrijven moeten rekening houden met zowel expliciete als impliciete kosten:
- Expliciete kosten: geldelijke betalingen die een bedrijf aan een buitenstaander moet doen om een
middel te verkrijgen. (leningen, rente)
- Impliciete kosten zijn gelijk aan het geldelijke inkomen dat een bedrijf opoffert wanneer het een
middel gebruikt dat het bezit in plaats van de hulpbron op de markt te leveren. Niet-geldelijke
uitgaven; opgeofferde alternatief. \
Belangrijkste impliciete kosten:
- Economische waardevermindering
- Kosten van het gebruik van de ingezette middelen van de bedrijfseigenaar
Een belangrijk onderdeel van impliciete kosten is normale winst: de winst die je sowieso werkzaam
wilt maken om je bedrijf blijvend te laten draaien. Als het meer kost dan het oplevert moet men ermee
stoppen.
Economische winst:
Economische of zuivere winst is gelijk aan de totale opbrengst - economische kosten (inclusief
expliciete en impliciete kosten). Als deze winst hoog is, dan zal er toetreding plaatsvinden, waarin
meerdere ondernemers soortgelijke bedrijven opstarten, want er is geld te verdienen ermee. Maar als
de winst laag is, bijv. toen met de opkomst van Netflix en de val van de videotheken, was er heel veel
uittreding.




> soms kan het zijn dat er geen economische winst wordt
gedraaid, maar puur enkel boekhoudelijke winst. (accounting profit). Dit kan bijv. gezien worden in
kleine zaakjes die het pand al hebben afbetaald, de eigenaar niet veel meer hoeft te verdienen (AOW
-verzekering). Hierdoor blijven zulke zaakjes bestaan, desondanks het gebrek aan economische winst.

Korte termijn en lange termijn (verschilt per sector)

• De korte termijn is een tijdsperiode waarin producenten de hoeveelheden van sommige maar niet
alle middelen die ze gebruiken. Je zit vast aan een vaste factor (bijv. een contract)

- Een bedrijf kan op korte termijn het aantal werknemers aanpassen, maar niet de capaciteit van de
fabriek.
$7.86
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
IsabelAnna

Get to know the seller

Seller avatar
IsabelAnna Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
2 year
Number of followers
1
Documents
21
Last sold
11 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions