Diagnostiek Testen Heup
Laterale/Centrale kanaalstenose (radiculopathie)
SLR
Specificiteit: 28%, Sensitiviteit: 92%
> Test: Patiënt ligt op de rug met gestrekte benen. De fysiotherapeut tilt het been aan de
aangedane zijde langzaam gestrekt op.
> Positief: Wanneer patiënt uitstralende pijn voelt in het been. Fysiotherapeut noteert de
graden waarbij de pijn ervaren wordt.
> Achtergrond informatie: Er wordt hierdoor enigszins aan de nervus ischiadicus en
bijbehorende zenuwwortels getrokken.
X-SLR
Specificiteit: 90%, Sensitiviteit: 28%
> Test: Patiënt ligt op de rug met gestrekte benen. De fysiotherapeut tilt het been aan de
tegenovergestelde zijde als de aangedane zijde langzaam gestrekt op.
> Positief: Wanneer patiënt uitstralende pijn voelt in het been. Fysiotherapeut noteert de
graden waarbij de pijn ervaren wordt.
> Achtergrond informatie: Er wordt hierdoor enigszins aan de nervus ischiadicus en
bijbehorende zenuwwortels getrokken.
Krachttesten kennspieren
M. tibialis anterior, M. extensor hallucis longus, M. triceps surae, M. peroneï
Sensibiliteit dermatomen
Sensibiliteit van L4-S1
Reflextesten
Testen van reflex bij knie en achillespees.
Trochanter major pijnsyndroom
Palpatie trochanter major
> Test: Patiënt ligt in zijlig. Trochantor major wordt vervolgens gepalpeerd.
> Positief: Bij herkenbare pijn.
Rek in exorotatie 90° flexie
> Test: Patiënt ligt op rug. Fysiotherapeut maakt exorotatie in de heup in 90° flexie.
, Eindstand wordt even vastgehouden om er rek op te krijgen.
> Positief: Bij herkenbare pijn.
Weerstand in endorotatie 90° flexie
> Test: Patiënt ligt op rug. Fysiotherapeut maakt lichte endorotatie in de heup in 90° flexie.
Patiënt wordt gevraagd de stand vast te houden terwijl de fysiotherapeut weerstand geeft.
> Positief: Bij herkenbare pijn of krachtverlies.
Weerstand in exorotatie in 0°
> Test: Patiënt ligt op buik met knieën in 90°. Fysiotherapeut omvat de malleolus medialis
van beide voeten (armen gekruist). Patiënt wordt gevraagd om met kracht de onderbenen
naar binnen te duwen terwijl de fysiotherapeut weerstand geeft.
> Positief: Bij herkenbare pijn of krachtsvelies.
Trendelenburg test
Specificiteit: 70%, Sensitiviteit: 55%
> Test: Patiënt staat rechtop en tilt een been op (flexie heup en knie). Wordt 30 seconden
vast gehouden.
> Positief: Als de patiënt de heup meer dan 7 graden laat zakken binnen 30 seconden.
Adductor tendinopathie
Palpatie van pubic clock
> Test: Patiënt ligt op rug. Fysiotherapeut palpeert met twee vingers de pubic clock terwijl er
tegelijkertijd flexie wordt gemaakt.
> Positief: Bij herkenbare pijn.
Weerstand van adductoren
> Test: Patiënt ligt op rug met benen gestrekt. Fysiotherapeut omvat beide malleolus
, medialis (armen gekruist). Aan patiënt wordt gevraagd benen naar elkaar toe te duwen
terwijl de fysiotherapeut weerstand geeft.
> Positief: Bij herkenbare pijn
Rek van de adductoren (pijnprovocatie) / bent knee fall out
> Test: Patiënt ligt op rug. Wordt gevraagd om knieën iets te flecteren en vervolgens de
knieën naar buiten te laten vallen. Meet het verschil vanaf fibulakopje tot de bank in
centimeters.
> Positief: Bij een groot verschil tussen links en rechts en/of bij herkenbare pijn.
Adductor squeeze test (45° flexie)
Specificiteit: laag?, Sensitiviteit: 85%?
> Test: Heup en knieën worden in 45° flexie gehouden. Patiënt wordt gevraagd om kracht
naar binnen te leveren, vuist of gekruiste handen zullen weerstand leveren.
> Positief: Bij herkenbare pijn.
Passieve endorotatie (90° flexie)
> Test: Patiënt ligt op rug. Wordt gevraagd om heup 90° te flecteren en vervolgens het
onderbeen naar buiten draaien.
> Positief: Bij herkenbare pijn
Coxartrose
Teken van Drehmann
> Test: Patiënt ligt op rug. Fysiotherapeut maakt flexie in de heup tot 90°.
> Positief: Wanneer heup naar abductie en exorotatie neigt.
Inspectie ganganalyse
> Test: Patiënt loopt een stuk vooruit. Bekijk zowel vanaf voor, als de zijkant en achterkant.
Let op bijzonderheden zoals o.a. voorover gebogen houding en/of been in extensie.
Laterale/Centrale kanaalstenose (radiculopathie)
SLR
Specificiteit: 28%, Sensitiviteit: 92%
> Test: Patiënt ligt op de rug met gestrekte benen. De fysiotherapeut tilt het been aan de
aangedane zijde langzaam gestrekt op.
> Positief: Wanneer patiënt uitstralende pijn voelt in het been. Fysiotherapeut noteert de
graden waarbij de pijn ervaren wordt.
> Achtergrond informatie: Er wordt hierdoor enigszins aan de nervus ischiadicus en
bijbehorende zenuwwortels getrokken.
X-SLR
Specificiteit: 90%, Sensitiviteit: 28%
> Test: Patiënt ligt op de rug met gestrekte benen. De fysiotherapeut tilt het been aan de
tegenovergestelde zijde als de aangedane zijde langzaam gestrekt op.
> Positief: Wanneer patiënt uitstralende pijn voelt in het been. Fysiotherapeut noteert de
graden waarbij de pijn ervaren wordt.
> Achtergrond informatie: Er wordt hierdoor enigszins aan de nervus ischiadicus en
bijbehorende zenuwwortels getrokken.
Krachttesten kennspieren
M. tibialis anterior, M. extensor hallucis longus, M. triceps surae, M. peroneï
Sensibiliteit dermatomen
Sensibiliteit van L4-S1
Reflextesten
Testen van reflex bij knie en achillespees.
Trochanter major pijnsyndroom
Palpatie trochanter major
> Test: Patiënt ligt in zijlig. Trochantor major wordt vervolgens gepalpeerd.
> Positief: Bij herkenbare pijn.
Rek in exorotatie 90° flexie
> Test: Patiënt ligt op rug. Fysiotherapeut maakt exorotatie in de heup in 90° flexie.
, Eindstand wordt even vastgehouden om er rek op te krijgen.
> Positief: Bij herkenbare pijn.
Weerstand in endorotatie 90° flexie
> Test: Patiënt ligt op rug. Fysiotherapeut maakt lichte endorotatie in de heup in 90° flexie.
Patiënt wordt gevraagd de stand vast te houden terwijl de fysiotherapeut weerstand geeft.
> Positief: Bij herkenbare pijn of krachtverlies.
Weerstand in exorotatie in 0°
> Test: Patiënt ligt op buik met knieën in 90°. Fysiotherapeut omvat de malleolus medialis
van beide voeten (armen gekruist). Patiënt wordt gevraagd om met kracht de onderbenen
naar binnen te duwen terwijl de fysiotherapeut weerstand geeft.
> Positief: Bij herkenbare pijn of krachtsvelies.
Trendelenburg test
Specificiteit: 70%, Sensitiviteit: 55%
> Test: Patiënt staat rechtop en tilt een been op (flexie heup en knie). Wordt 30 seconden
vast gehouden.
> Positief: Als de patiënt de heup meer dan 7 graden laat zakken binnen 30 seconden.
Adductor tendinopathie
Palpatie van pubic clock
> Test: Patiënt ligt op rug. Fysiotherapeut palpeert met twee vingers de pubic clock terwijl er
tegelijkertijd flexie wordt gemaakt.
> Positief: Bij herkenbare pijn.
Weerstand van adductoren
> Test: Patiënt ligt op rug met benen gestrekt. Fysiotherapeut omvat beide malleolus
, medialis (armen gekruist). Aan patiënt wordt gevraagd benen naar elkaar toe te duwen
terwijl de fysiotherapeut weerstand geeft.
> Positief: Bij herkenbare pijn
Rek van de adductoren (pijnprovocatie) / bent knee fall out
> Test: Patiënt ligt op rug. Wordt gevraagd om knieën iets te flecteren en vervolgens de
knieën naar buiten te laten vallen. Meet het verschil vanaf fibulakopje tot de bank in
centimeters.
> Positief: Bij een groot verschil tussen links en rechts en/of bij herkenbare pijn.
Adductor squeeze test (45° flexie)
Specificiteit: laag?, Sensitiviteit: 85%?
> Test: Heup en knieën worden in 45° flexie gehouden. Patiënt wordt gevraagd om kracht
naar binnen te leveren, vuist of gekruiste handen zullen weerstand leveren.
> Positief: Bij herkenbare pijn.
Passieve endorotatie (90° flexie)
> Test: Patiënt ligt op rug. Wordt gevraagd om heup 90° te flecteren en vervolgens het
onderbeen naar buiten draaien.
> Positief: Bij herkenbare pijn
Coxartrose
Teken van Drehmann
> Test: Patiënt ligt op rug. Fysiotherapeut maakt flexie in de heup tot 90°.
> Positief: Wanneer heup naar abductie en exorotatie neigt.
Inspectie ganganalyse
> Test: Patiënt loopt een stuk vooruit. Bekijk zowel vanaf voor, als de zijkant en achterkant.
Let op bijzonderheden zoals o.a. voorover gebogen houding en/of been in extensie.