CONSTRUCTIE TECHNIEKEN
Wat is van belang voor VGM?
→ Installatie herkennen
→ Regelgeving en normering
→ Keuringen
→ Onderhoud
→ Ook binnen EPC komen heel wat installaties voor
Wie inschakelen voor verplichte keuring?
→ BTV: betrouwbare, technische, vriendelijke controles
→ Externe Diensten voor Technische Controle op werkplaats
= erkenning die men krijgt voor bepaalde controles
1) BRANDVEILIGHEID EN DRINKWATER (+ OEFENINGEN)
1.1) BRANDVEILIGHEID
DEFINITIE VAN BRAND
Oxidatieverschijnsel waarbij een brandbaar product (vast, gas of vloeibaar) zich verbindt met zuurstof, onder
afgifte van warmte en vorming van oxiden
VAN BRANDDRIEKHOEK NAAR BRANDVIJFHOEK
• Sommige gebouwen hebben een groter brandrisico dan andere (bv. appartement vs. eengezinswoning)
• Er moet een juiste mengverhouding zijn (vierde aspect) en een katalysator (vijfde aspect)
VERLOOP VAN BRAND
1
,• Hoe verloopt een brand als men niet gaat interveniëren?
o Brand ontstaat (bv. vlam openhaard)
o Tijdens groeifase zal de brand zich lokaal voltrekken (rechtstreekse nabijheid)
→ temperatuursverhoging in de ruimte
o In de groeifase is het belangrijk dat de brand wordt gedetecteerd → meer kans dat je de brand met
een eenvoudig blusmiddel kan blussen
o Volledig ontwikkelde brand (na vlamoverslag) → hoge temperatuur (800 – 1200 °C) → alles wordt
bij de brand betrokken
o Als men niet intervenieert, zal de brand uiteindelijk doven
KLASSEN VAN BRAND (A-F)
• Klassen worden ook op brandblussers gezet
• Vaste stoffen: papier, textiel
• Vloeistoffen: benzine
• Gassen: aardgas (eerst brandtoevoer stoppen)
• Metalen (zelden in eengezinswoning): zeer gevaarlijk (zoals vuurwerk)
• Olie en vet: vaak in de keuken
BLUSMIDDELEN
• Kleine blusmiddelen
o Blusdeken
▪ Nooit gebruiken voor een frietketel (wel een natte, maar goed uitgewrongen handdoek)
▪ Kan wel gebruikt worden voor kleding
o Brandblussers (met brandklasse)
• Droogpoederblusser
o Naargelang de samenstelling onderscheidt men A, B, C poeder of B, C poeder (klassen)
• Schuim (blusser)
o Zie je aan mondkop van de blusser
o Vermenging van water en emulgator, onder toevoeging van lucht
o Niet giftig schuim
o Schuim mengt zich pas op het ogenblik van het onder druk stellen van het toestel
o Schuim vormt een tapijt op de brandhaard
2
,BRANDMELDERS (3 GROEPEN)
• Rookmelder
o Ionisatie rookmelder
▪ Bevat een radioactieve bron die geladen deeltjes uitzendt; deze deeltjes worden
opgevangen op een elektrode (tussen beiden vloeit dus een stroompje)
▪ Bij rook echter: neemt deze stroom af!
o Optische rookmelder
▪ In deze melder wordt een lichtbundeltje uitgezonden en opgevangen op een lichtgevoelige
cel
▪ Bij rook: zal de hoeveelheid licht die wordt opgevangen op deze cel dalen!
• Vlammenmelder (infrarood detectoren)
o Reageert op straling uitgezonden door vlammen (infrarood)
o Aangewezen bij brandbelasting die zeer ontvlambaar is en eerder vlammen zal produceren
(petrochemie…)
• Thermische melder
o Statisch – thermische detector: (of ook thermostatische detector): reageert op overschrijding van
bepaalde temperatuur (bijv.77°c of 92 °C)
o Velocimetrisch thermische detector: reageert op plotse stijging van de temperatuur in een kamer
• Andere soorten
o Brandmelders als onderdeel van een inbraaksignaleringssysteem
• Rookmelders in privésfeer (stand alone)
o Bij woningbranden: veelal rookontwikkeling
o Verplicht!
1.2) DRINKWATER
• Drinkwater van drinkwaterkwaliteit = water waar we gebruik van kunnen maken om te koken etc.
• Tappunten met verschillende debieten
SANITAIRE TOEPASSINGEN IN EEN WONING
• Mengkraan
• Handsproeier
• Bad
• Waterverwarmingstoestel
• Centrale verwarming
• Combiketel
• Dubbele dienstkraan
• Wc‐spoelbak
• Wc en urinoir met randspoeling huishoudelijke waterverzachters
3
, • Was‐ en vaatwasmachines
• Luchtbevochtigers
• Zwembaden, vijvers en fonteinen
• Tweede circuitwater
o Water dat niet geleverd wordt door de watermaatschappij van drinkwaterkwaliteit, maar wel bv.
water van tweede circuit (zoals regenwaterput)
o
Linkste opstelling (links van de buitenmuur)
• 6-tal watermaatschappijen (Faris, Waterlink etc.)
o Strenge eisen
• Gemiddeld gezin → 71 kubieke water per jaar
• Verschillende opstellingsmogelijkheden
o Achter buitenmuur: elektriciteit, tv, internet, watermeter
o Aftappingen van distributiecentra
STANDAARDOPSTELLING (BINNENSHUIS)
• Alles wat zich na de watermeter bevindt, is binneninstallatie. Als er een lek is, is het de volledige
verantwoordelijkheid van de klant om dit op eigen kosten te herstellen
• Alles verder dan de watermeter naar de straat toe, is niet meer de verantwoordelijkheid van de klant, maar
wel van de watermaatschappij
• Watermeter steeds vorstvrij plaatsen op privaat terrein + bereikbaar zijn + propere + verlichte + verluchte
ruimte
4
Wat is van belang voor VGM?
→ Installatie herkennen
→ Regelgeving en normering
→ Keuringen
→ Onderhoud
→ Ook binnen EPC komen heel wat installaties voor
Wie inschakelen voor verplichte keuring?
→ BTV: betrouwbare, technische, vriendelijke controles
→ Externe Diensten voor Technische Controle op werkplaats
= erkenning die men krijgt voor bepaalde controles
1) BRANDVEILIGHEID EN DRINKWATER (+ OEFENINGEN)
1.1) BRANDVEILIGHEID
DEFINITIE VAN BRAND
Oxidatieverschijnsel waarbij een brandbaar product (vast, gas of vloeibaar) zich verbindt met zuurstof, onder
afgifte van warmte en vorming van oxiden
VAN BRANDDRIEKHOEK NAAR BRANDVIJFHOEK
• Sommige gebouwen hebben een groter brandrisico dan andere (bv. appartement vs. eengezinswoning)
• Er moet een juiste mengverhouding zijn (vierde aspect) en een katalysator (vijfde aspect)
VERLOOP VAN BRAND
1
,• Hoe verloopt een brand als men niet gaat interveniëren?
o Brand ontstaat (bv. vlam openhaard)
o Tijdens groeifase zal de brand zich lokaal voltrekken (rechtstreekse nabijheid)
→ temperatuursverhoging in de ruimte
o In de groeifase is het belangrijk dat de brand wordt gedetecteerd → meer kans dat je de brand met
een eenvoudig blusmiddel kan blussen
o Volledig ontwikkelde brand (na vlamoverslag) → hoge temperatuur (800 – 1200 °C) → alles wordt
bij de brand betrokken
o Als men niet intervenieert, zal de brand uiteindelijk doven
KLASSEN VAN BRAND (A-F)
• Klassen worden ook op brandblussers gezet
• Vaste stoffen: papier, textiel
• Vloeistoffen: benzine
• Gassen: aardgas (eerst brandtoevoer stoppen)
• Metalen (zelden in eengezinswoning): zeer gevaarlijk (zoals vuurwerk)
• Olie en vet: vaak in de keuken
BLUSMIDDELEN
• Kleine blusmiddelen
o Blusdeken
▪ Nooit gebruiken voor een frietketel (wel een natte, maar goed uitgewrongen handdoek)
▪ Kan wel gebruikt worden voor kleding
o Brandblussers (met brandklasse)
• Droogpoederblusser
o Naargelang de samenstelling onderscheidt men A, B, C poeder of B, C poeder (klassen)
• Schuim (blusser)
o Zie je aan mondkop van de blusser
o Vermenging van water en emulgator, onder toevoeging van lucht
o Niet giftig schuim
o Schuim mengt zich pas op het ogenblik van het onder druk stellen van het toestel
o Schuim vormt een tapijt op de brandhaard
2
,BRANDMELDERS (3 GROEPEN)
• Rookmelder
o Ionisatie rookmelder
▪ Bevat een radioactieve bron die geladen deeltjes uitzendt; deze deeltjes worden
opgevangen op een elektrode (tussen beiden vloeit dus een stroompje)
▪ Bij rook echter: neemt deze stroom af!
o Optische rookmelder
▪ In deze melder wordt een lichtbundeltje uitgezonden en opgevangen op een lichtgevoelige
cel
▪ Bij rook: zal de hoeveelheid licht die wordt opgevangen op deze cel dalen!
• Vlammenmelder (infrarood detectoren)
o Reageert op straling uitgezonden door vlammen (infrarood)
o Aangewezen bij brandbelasting die zeer ontvlambaar is en eerder vlammen zal produceren
(petrochemie…)
• Thermische melder
o Statisch – thermische detector: (of ook thermostatische detector): reageert op overschrijding van
bepaalde temperatuur (bijv.77°c of 92 °C)
o Velocimetrisch thermische detector: reageert op plotse stijging van de temperatuur in een kamer
• Andere soorten
o Brandmelders als onderdeel van een inbraaksignaleringssysteem
• Rookmelders in privésfeer (stand alone)
o Bij woningbranden: veelal rookontwikkeling
o Verplicht!
1.2) DRINKWATER
• Drinkwater van drinkwaterkwaliteit = water waar we gebruik van kunnen maken om te koken etc.
• Tappunten met verschillende debieten
SANITAIRE TOEPASSINGEN IN EEN WONING
• Mengkraan
• Handsproeier
• Bad
• Waterverwarmingstoestel
• Centrale verwarming
• Combiketel
• Dubbele dienstkraan
• Wc‐spoelbak
• Wc en urinoir met randspoeling huishoudelijke waterverzachters
3
, • Was‐ en vaatwasmachines
• Luchtbevochtigers
• Zwembaden, vijvers en fonteinen
• Tweede circuitwater
o Water dat niet geleverd wordt door de watermaatschappij van drinkwaterkwaliteit, maar wel bv.
water van tweede circuit (zoals regenwaterput)
o
Linkste opstelling (links van de buitenmuur)
• 6-tal watermaatschappijen (Faris, Waterlink etc.)
o Strenge eisen
• Gemiddeld gezin → 71 kubieke water per jaar
• Verschillende opstellingsmogelijkheden
o Achter buitenmuur: elektriciteit, tv, internet, watermeter
o Aftappingen van distributiecentra
STANDAARDOPSTELLING (BINNENSHUIS)
• Alles wat zich na de watermeter bevindt, is binneninstallatie. Als er een lek is, is het de volledige
verantwoordelijkheid van de klant om dit op eigen kosten te herstellen
• Alles verder dan de watermeter naar de straat toe, is niet meer de verantwoordelijkheid van de klant, maar
wel van de watermaatschappij
• Watermeter steeds vorstvrij plaatsen op privaat terrein + bereikbaar zijn + propere + verlichte + verluchte
ruimte
4