100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Ontwikkeling - Peutertijd

Rating
-
Sold
-
Pages
10
Uploaded on
24-01-2023
Written in
2021/2022

Bevat alle domeinen van de peutertijd

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 24, 2023
Number of pages
10
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

ONTWIKKELING STIMULEREN
DE PEUTERTIJD
3 belangrijke ontwikkelingen:
 Begint alles te eten = minder lichamelijke contact tussen de verzorger en peuter
 Begint te lopen = ervaringsmogelijkheden sterk uitgebreid
 Begint te spreken = efficiëntere communicatie tussen kind en volwassen

LICHAMELIJKE ONTWIKKELING
 Groei lengte en gewicht vertraagt
 Asynchrone groei (niet alle lichaamsdelen groeien even snel)
 Hoofd gaat trager groeien en benen worden langer
 Fontanellen = rond 1, jaar => helemaal dicht
 Tanden komen door

 Hersenen groeien het snelst
 2 hersenhelften worden steeds gedifferentieerder en gespecialiseerder
 Lateralisatieproces = waarbij bepaalde functies eerder hun plek vinden = uitgesprokener
 Linkerhersenhelft = verantwoordelijk voor praten, lezen denken en redeneren
 Rechterhersenhelft = eigen sterke kanten vooral op non-verbaal gebied

 Verband tussen de hersengroei en de cognitieve ontwikkeling
 Toename van hoeveelheid myeline verband houdt met groeiende cognitieve vaardigheden
 Myeline = beschermlaag rond de neuronen (grijze vettige stof)

 Myelinisatie = geboorte nog onvolledig, maar maakt in eerste levensmaanden een snelle vooruitgang.
 Zolang myelinisatie niet volledig is = verhoogde kans op overslag van zenuwimpuls

 Slapen heel de nacht door (bij sommige wel probleem)
 Doen een middagdutje

 Periode van zindelijkheidstraining
 Sluitspieren beheersen


MOTORISCHE ONTWIKKELING

 Steeds zelfstandiger = opbouwen van zelfredzaamheid
 Verschijnen van fundamentele bewegingsactiviteiten = springen, rennen, hinkelen, etc.
 12 maanden:
 Verlangen om rechtop te stappen
 Enige ogenblikken staan
 Sommige baby’s = schoksgewijs op hun zitvlak door kamer bewegen

 18 maanden:
 Lopen zonder hulp
 Toren van 2 blokken bouwen (positie = onvolmaakt)
 Algemene ontwikkeling van spieren = ontwikkelt

,  2 jaar
 Zeer levendig
 Bouwt torens van 6 blokken = vanzelfsprekender om horizontaal te bouwen
 Nog geen combinatie van horizontaal / verticaal bouwen

 3 jaar
 Motorische gedrag = veel zekerder
 Trappen lopen zonder met beide voeten op iedere treden te moeten staan
 Begin van lateralisatie (voorkeur linker of rechterhelft van lichaam bewegingen te maken) = begin
autonomie

 Belangrijkste ontwikkelingsmoment = rechtop lopen
 Verticale houding = ander en ruimer uitzicht op de wereld
 Bewegingservaringen van “ver” en “dichtbij” alsook “tijdsduur” = niet door het zien gevormd = wel
door lopen
 Beleven van hoog en laag = door grijpen van dingen
 Ontdekken van voor en achter

SENSORIËLE ONTWIKKELING
 Zintuigen gaan zich steeds beter ontwikkelen
 Typerend = globale waarneming  differentiërend analyseren (letten op details)
 Waarneming beïnvloed door psychologisch-emotionele factoren

SEKSUELE ONTWIKKELING

 Volgens Freud = baby in anale fase = pregenitaal stadium
 Anale lichaamszone = centraal
 Ontwikkeling van de sekse-identiteit
 Gevolg = verschillende gaan gedragen
 Grote interesses in zijn eigen en andermans lichaam
 Geslachtsdelen bestuderen
 4 maand = delen van eigen lichaam vastnemen
 Taalontwikkeling (pipi, kaka,…) gebruiken om te provoceren
 Lichamelijk contact behoefte

COGNITIEVE ONTWIKKELING
 Snelle ontwikkeling van denken en taal
 Manier van denken = niet logisch en systematisch
 Vermogen tot innerlijke representatie = beter  kinderen minder afhankelijk
 Symboolbewustzijn = vermogen om mentaal symbool, woord of object te gebruiken om iets weer te geven
 Sensori-motorische periode = handelen en denken van kind is beperkt tot objecten en gebeurtenissen die
direct waarneembaar zijn.
 Door taal = nieuwe mogelijkheden voor het denken

Piaget onderscheidt 2 subfasen:
 Pre-conceptuele fase (2-4j) = verwijst naar het feit dat er nog geen sprake is van begrippen en concepten
in het denken. Ze zijn gericht op de concrete waarneming. Geen abstraheringsvermogen.

 Intuïtief denken (4-7j) = kind laat zich in zijn denken misleiden door intuïtie en is niet gericht op
“bewijzen”. Vorm van primitief denken: vaak verklaringen voor alles wat ze waarnemen.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
franvanlimbergen Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
23
Member since
2 year
Number of followers
10
Documents
55
Last sold
5 months ago

4.5

4 reviews

5
2
4
2
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions