Biologie
STIKSTOFKRINGLOOP
Bodemzouten: zouten die zijn opgenomen door de bodem (vaak te veel in vergeleken wat eruit gaat)
Groenbemesting: het telen van planten op een stuk grond om het vervolgens om te ploegen
Ammonificatie: het afbreken van stikstofhoudende organische stoffen (ureum, eiwitten) waarbij NH 3
en NH4 ontstaat.
Nitrificatie: met behulp van O2 wordt NH4 door de nitrietbacterie naar NO2 gemaakt. Nitraatbacterie
vervolgt dat proces en maakt er NO3 van.
Denitrificatie: al is de bodem anaeroob dan zet de denitrificerende bacterie NO 3 om in NO, N2O en
N2
Deammonificatie: NH4 en NO2 koppelen tot N2 en H2O
Bemesting : het verspreiden van mest over grond ten behoeve van planten. Om de bodem en
gewassen van nieuwe voedingsstoffen te voorzien worden er meststoffen toegevoegd.
Vermesting: een overmaat aan stikstof en fosfaat in bodem en water.
Uitspoeling: het uitspoelen van stikstoffen vanuit de grond die dan in de rivieren en meertjes terecht
komen
Eutrofiering: het verrijking van het water door voedingsstoffen waardoor de algen snel groeien en de
hele oppervlakte bedekt raakt. Andere planten in het water krijgen geen licht meer en sterven.
Reducenten breken het organische materiaal af. Hierdoor minder zuurstof in het water en sterven dus
ook de waterdieren.
Hypoxie: zuurstofarme omstandigheden (zoals in het water bijvoorbeeld
BINAS 93G – Ecologie: stikstofkringloop
Fosfaat
Opname van fosfaat
De opname van fosfaat wordt gedaan door planten die doen aan mycorrhiza; symbiose met een
schimmel. De wortels van een schimmel komen namelijk veel sneller bij de fosfaat omdat ze
snel groeien. H+-ionen worden naar buiten gegooid en nemen de (geladen) Pi mee de schimmel
cel in en komt via de schimmel de plantencel in.
Rhizosfeer: de directe omgeving van plantenwortels
ANNA PEPPING 6VE 2021-2022 1
, Kringloop van fosfor
Planten gebruiken fosfaat, na opname, in organische
stoffen (DNA, ATP en fosfolipiden). Dieren maken van
deze organische stoffen hun eigen fosforrijke
organische stoffen. Wanneer deze planten en dieren
sterven, wordt de detritus doorgegeven aan de
reducenten, die de fosfaten weer vrijmaken. 7% van
hef fosfor spoelt uit het ecosysteem. Fosforrijke
sedimenten kunnen veranderen naar gesteentes die
later tijdens verwering fosfor vrij laten
Verstoring
80% van de uit de grond gehaalde fosfaat door mijnwerkers gaat naar de landbouw. Over +- 100
jaar hebben we onvoldoende fosfaten in de grond wat is zorgelijk voor de landbouw sector.
Ook door de ontbossing en het deels braak laten liggen van akkers wordt de kringloop
verstoord. Verwering neemt toe omdat de regen en wind makkelijker de bodem bereiken. Aan
de andere kant kunnen de gebonden fosfaten makkelijker wegwaaien.
Door wasmiddelen, die vaak fosfaten bevatten, werd de waterkwaliteit flink slechter. Gelukkig
verbeterd dit in Nederland want velen gebruiken fosforvrije wasmiddelen. Dit kan je door de
indicatorsoorten (soorten die een bepaald kenmerk van het milieu laten zien) zien zoals
kokerjuffers, purperslak en schietmotten, die zijn er namelijk alleen bij schoon water.
Koolstofkringloop
Oorzaken broeikaseffect
Moerasgras bestaat uit CH4 en houden 25x beter warmte vast. De grote vormen in Siberië,
wanneer de bovenste laag ijs smelt en zuurstofloos wordt, dragen bij aan het versterkte
broeikaseffect met CH4. Door de opwarming van aarde smelt ook de onderste laag ijs waardoor
de CH4 concentratie verdubbeld. Ook het verbranden van onze fossiele brandstoffen (uit de
langzame koolstofkringloop) stoten veel CO2 uit.
Herkauwers produceren ook CH4. Zij hebben velen methaanbacteriën in hun pens om het gras
te verteren. De dieren verzorgen +- 14% van de toename van de broeikasgassen (versterkt
broeikaseffect).
Broeikasgassen: gassen die warmtestraling kunnen absorberen (CH4, CO2, N2O en H2)
Gevolgen broeikaseffect
Door het broeikaseffect stijgen de temperaturen waardoor het landijs smelt en de zeespiegel
stijgt waardoor er overstromingen zijn. Ook is er meer verdamping door het warmere water
waardoor het vaker regent. Verder sterven er veel dieren uit door de warmte, trekken naar het
noorden of evolueren. Ook drogen bepaalde gebieden uit.
Reductie broeikaseffect
Minder of geen vlees eten helpt met het verminderen van CH4 door de herkauwers. Want er is
minder excretie etc. van deze organismes aangezien er minder nodig zijn.
ANNA PEPPING 6VE 2021-2022 2
STIKSTOFKRINGLOOP
Bodemzouten: zouten die zijn opgenomen door de bodem (vaak te veel in vergeleken wat eruit gaat)
Groenbemesting: het telen van planten op een stuk grond om het vervolgens om te ploegen
Ammonificatie: het afbreken van stikstofhoudende organische stoffen (ureum, eiwitten) waarbij NH 3
en NH4 ontstaat.
Nitrificatie: met behulp van O2 wordt NH4 door de nitrietbacterie naar NO2 gemaakt. Nitraatbacterie
vervolgt dat proces en maakt er NO3 van.
Denitrificatie: al is de bodem anaeroob dan zet de denitrificerende bacterie NO 3 om in NO, N2O en
N2
Deammonificatie: NH4 en NO2 koppelen tot N2 en H2O
Bemesting : het verspreiden van mest over grond ten behoeve van planten. Om de bodem en
gewassen van nieuwe voedingsstoffen te voorzien worden er meststoffen toegevoegd.
Vermesting: een overmaat aan stikstof en fosfaat in bodem en water.
Uitspoeling: het uitspoelen van stikstoffen vanuit de grond die dan in de rivieren en meertjes terecht
komen
Eutrofiering: het verrijking van het water door voedingsstoffen waardoor de algen snel groeien en de
hele oppervlakte bedekt raakt. Andere planten in het water krijgen geen licht meer en sterven.
Reducenten breken het organische materiaal af. Hierdoor minder zuurstof in het water en sterven dus
ook de waterdieren.
Hypoxie: zuurstofarme omstandigheden (zoals in het water bijvoorbeeld
BINAS 93G – Ecologie: stikstofkringloop
Fosfaat
Opname van fosfaat
De opname van fosfaat wordt gedaan door planten die doen aan mycorrhiza; symbiose met een
schimmel. De wortels van een schimmel komen namelijk veel sneller bij de fosfaat omdat ze
snel groeien. H+-ionen worden naar buiten gegooid en nemen de (geladen) Pi mee de schimmel
cel in en komt via de schimmel de plantencel in.
Rhizosfeer: de directe omgeving van plantenwortels
ANNA PEPPING 6VE 2021-2022 1
, Kringloop van fosfor
Planten gebruiken fosfaat, na opname, in organische
stoffen (DNA, ATP en fosfolipiden). Dieren maken van
deze organische stoffen hun eigen fosforrijke
organische stoffen. Wanneer deze planten en dieren
sterven, wordt de detritus doorgegeven aan de
reducenten, die de fosfaten weer vrijmaken. 7% van
hef fosfor spoelt uit het ecosysteem. Fosforrijke
sedimenten kunnen veranderen naar gesteentes die
later tijdens verwering fosfor vrij laten
Verstoring
80% van de uit de grond gehaalde fosfaat door mijnwerkers gaat naar de landbouw. Over +- 100
jaar hebben we onvoldoende fosfaten in de grond wat is zorgelijk voor de landbouw sector.
Ook door de ontbossing en het deels braak laten liggen van akkers wordt de kringloop
verstoord. Verwering neemt toe omdat de regen en wind makkelijker de bodem bereiken. Aan
de andere kant kunnen de gebonden fosfaten makkelijker wegwaaien.
Door wasmiddelen, die vaak fosfaten bevatten, werd de waterkwaliteit flink slechter. Gelukkig
verbeterd dit in Nederland want velen gebruiken fosforvrije wasmiddelen. Dit kan je door de
indicatorsoorten (soorten die een bepaald kenmerk van het milieu laten zien) zien zoals
kokerjuffers, purperslak en schietmotten, die zijn er namelijk alleen bij schoon water.
Koolstofkringloop
Oorzaken broeikaseffect
Moerasgras bestaat uit CH4 en houden 25x beter warmte vast. De grote vormen in Siberië,
wanneer de bovenste laag ijs smelt en zuurstofloos wordt, dragen bij aan het versterkte
broeikaseffect met CH4. Door de opwarming van aarde smelt ook de onderste laag ijs waardoor
de CH4 concentratie verdubbeld. Ook het verbranden van onze fossiele brandstoffen (uit de
langzame koolstofkringloop) stoten veel CO2 uit.
Herkauwers produceren ook CH4. Zij hebben velen methaanbacteriën in hun pens om het gras
te verteren. De dieren verzorgen +- 14% van de toename van de broeikasgassen (versterkt
broeikaseffect).
Broeikasgassen: gassen die warmtestraling kunnen absorberen (CH4, CO2, N2O en H2)
Gevolgen broeikaseffect
Door het broeikaseffect stijgen de temperaturen waardoor het landijs smelt en de zeespiegel
stijgt waardoor er overstromingen zijn. Ook is er meer verdamping door het warmere water
waardoor het vaker regent. Verder sterven er veel dieren uit door de warmte, trekken naar het
noorden of evolueren. Ook drogen bepaalde gebieden uit.
Reductie broeikaseffect
Minder of geen vlees eten helpt met het verminderen van CH4 door de herkauwers. Want er is
minder excretie etc. van deze organismes aangezien er minder nodig zijn.
ANNA PEPPING 6VE 2021-2022 2
