LOB III 2022 - 2023
3 Differentiële werkvormen – Holistische toepassingen
3.1 Holistische toepassingen
Wat is het?
• Actief inspelen op de drie verschillen in leren,
met name verschillen tussen leerlingen in:
▪ INTERESSES = waarom wordt er geleerd? (affectieve netwerk)
▪ LEERSTATUS = wat wordt er geleerd? (herkenningsnetwerk)
▪ LEERPROFIEL = hoe wordt er geleerd? (strategisch netwerk)
• Bieden de mogelijkheid om planmatiger en gedifferentieerder aan de slag te
gaan in de klas.
▪ PROACTIEF
▪ POSITIEF
▪ PLANMATIG
UDL
3.1 Werkwinkel
Zie PP. → Goed uitgelegd.
3.2 Contractwerk
Zie PP. → Goed uitgelegd.
3.3 Projectwerk
Zie bijlage. → Goed uitgelegd.
32
,LOB III 2022 - 2023
3.4 Hoekenwerk
Zie PP. → Goed uitgelegd.
33
, LOB III 2022 - 2023
WERKEN AAN DE COMPONENT EVALUATIE
1 Evaluatie
1.1 Wat is evalueren?
Wat is evalueren?
Evalueren:
• De waarde bepalen. → Bij didactisch handelen hoort didactische evaluatie.\
Het evalueren omvat 2 activiteiten:
1. Beschrijven van gedrag = leerresultaat zo objectief mogelijk
weergeven.
2. Beoordelen van gedrag.
Wanneer we kijken naar evaluatie vanuit de zelfdeterminatietheorie → 3
voorwaarden voor goede evaluatie:
1. Autonomie → Belangrijk dat de lln autonomie ervaren in het zelf keuzes
maken en initiatief nemen omtrent evaluatie.
2. VerBondenheid → Lln moeten een ‘veilig’ gevoel ervaren en zich
ondersteund voelen door medelln en de lkr.
3. Competentie → Door de evaluatie voelen lln dat ze groeien. Ze hebben
zicht op wat van hun verwacht wordt en hoe ze in hun leerproces vooruit
kunnen gaan.
Het beschrijven van leerlingengedrag
• Beschrijving vd individuele prestatie:
▪ Voorbeeld:
▪ De lkr drukt de beschrijving uit in een cijfer (2/4). → Dit bekomt de
lkr om alle juiste antwoorden op te tellen (in dit geval 2) →
Kwantitatieve beschrijving (of in dit geval een meting). → Niet
alle doelstelling kunnen op deze manier worden uitgedrukt.
34
3 Differentiële werkvormen – Holistische toepassingen
3.1 Holistische toepassingen
Wat is het?
• Actief inspelen op de drie verschillen in leren,
met name verschillen tussen leerlingen in:
▪ INTERESSES = waarom wordt er geleerd? (affectieve netwerk)
▪ LEERSTATUS = wat wordt er geleerd? (herkenningsnetwerk)
▪ LEERPROFIEL = hoe wordt er geleerd? (strategisch netwerk)
• Bieden de mogelijkheid om planmatiger en gedifferentieerder aan de slag te
gaan in de klas.
▪ PROACTIEF
▪ POSITIEF
▪ PLANMATIG
UDL
3.1 Werkwinkel
Zie PP. → Goed uitgelegd.
3.2 Contractwerk
Zie PP. → Goed uitgelegd.
3.3 Projectwerk
Zie bijlage. → Goed uitgelegd.
32
,LOB III 2022 - 2023
3.4 Hoekenwerk
Zie PP. → Goed uitgelegd.
33
, LOB III 2022 - 2023
WERKEN AAN DE COMPONENT EVALUATIE
1 Evaluatie
1.1 Wat is evalueren?
Wat is evalueren?
Evalueren:
• De waarde bepalen. → Bij didactisch handelen hoort didactische evaluatie.\
Het evalueren omvat 2 activiteiten:
1. Beschrijven van gedrag = leerresultaat zo objectief mogelijk
weergeven.
2. Beoordelen van gedrag.
Wanneer we kijken naar evaluatie vanuit de zelfdeterminatietheorie → 3
voorwaarden voor goede evaluatie:
1. Autonomie → Belangrijk dat de lln autonomie ervaren in het zelf keuzes
maken en initiatief nemen omtrent evaluatie.
2. VerBondenheid → Lln moeten een ‘veilig’ gevoel ervaren en zich
ondersteund voelen door medelln en de lkr.
3. Competentie → Door de evaluatie voelen lln dat ze groeien. Ze hebben
zicht op wat van hun verwacht wordt en hoe ze in hun leerproces vooruit
kunnen gaan.
Het beschrijven van leerlingengedrag
• Beschrijving vd individuele prestatie:
▪ Voorbeeld:
▪ De lkr drukt de beschrijving uit in een cijfer (2/4). → Dit bekomt de
lkr om alle juiste antwoorden op te tellen (in dit geval 2) →
Kwantitatieve beschrijving (of in dit geval een meting). → Niet
alle doelstelling kunnen op deze manier worden uitgedrukt.
34