1. X
2. X
3. X
4. X
5. X
6. H6:DENKEN EN INTELLIGENTIE Tegenhanger H5
Het inzichtelijk (cognitief) oplossen van problemen
COGNITIEVE (INZICHTELIJKE) LEERPROCESSEN
- Cognitieve psychologie
- ‘Leren leidt niet steeds tot gedragsverandering; soms leidt het tot verandering mentale
activiteit’
- ‘Deze cognitieve veranderingen kunnen objectief onderzocht worden’ <-> Behaviorisme
Köhler
Experimenten met apen
Aan plafond tros bananen
Aap: trial and error gedrag (net als bevariorist zou denken)
Hij is te klein, probeerd zonder succes
Aap: mukken
Aap: springt plots recht; stapelt kisten (Aha- Erlebnis)
->Moment inzicht!
Gedragsveranering en verandering in mentale activiteit: Inzichtelijk leren (niet behavioristisch te
verklaren, niet toevallig)
6.1 De bouwstenen van het denken
6.2 Het denken in actie
6.3 Valstrikken denken
6.3.1 Misleidende probleemforumeringen 1e valstrik
=Probleem voorlegt, persoon al in richting sturen
Suggestieve vragen Zie H4
= Tekorten in geheugen -> opvullen bij onszelf met elk houvast dat we krijgen (in
vraag zelf)
Voor het geheugen én bij het denken (vraagsteller antw suggereert)
Bv HOE blij ben je dat je als eerste over de lijn liept (suggereert = blij bent)
= ben je blij dat je gewonnen bent?
Framing (kader aanbieden)
Hoe je een vraag of keuzemogelijkheid formuleert, bepaald vaak het antwoord
Of hoe je iets in beeld brengt of omschrijft, bepaald de perceptie hierover
Ander in een slecht daglicht plaatsen
Vb framen politicus, de ander in slecht daglicht plaatsen. (Vb van youtube filmpje)
, 6.3.2 Inschattingsfouten 3e valstrik (2e niet)
Heuristieken: Snelle denkrichtingen, snel overgaan conclusies
<-> algoritmen ; procedures als je die perfect uitvoert, altijd zekerheid
(Bv hoe verander ik de radio naar Radio2 in de auto)
Beschikbaarheidsheuristiek We baseren ons op de voorbeelden die ons spontaan binnen
schieten om snel oordeel te hebben
(Bv. ‘ik ken niemand die gestroven is aan corona, dus corona is zever’ -> drogreden )
Representativiteitheuristiek Voornamelijk af gaan op opvallende kenmerken of op hoe de
zaken lijken te zijn (stereotypen)
(Bv mensen die groen stemmen, zijn allemaal mensen geitenwollen sokken)
Gokkersval; kop of munt speel je 20x -> 20x kop -> geneigd te denken
21e keer munt -> klopt niet (50% kans, veranderd niet)
6.4 Het intelligentieonderzoek
6.4.1 Intelligentie; moeilijk te vatten begrip
2 def:
- Intelligentie is wat de intelligentietest meet
- Intelligentie is het vermogen om problemen op te lossen en nieuwe problemen te bedenken
6.4.2 Brekeningswijzen testuitslag
Intelligentie Quotiënt (IQ)
Terman Vroeger effectief quotiënt, nu niet meer
IQ= Mentale leeftijd/kalenderleeftijd x100
Probleem; kind 2j voor op leeftijdsgenoten; 10j -> IQ=120
13j -> IQ = 115
5 IQ punten gezakt? Hoe ouder, hoe lager IQ?
Afgestapt van zo berekenen
IQ en IQ-meting
Tegenwoordig; geen quotiënt meer berekenen, wel benaming behouden ‘IQ’
Gebruik IQ-testen die Betrouwbaar zijn
=Herhaalbaar, opnieuw = resultaat
Valide zijn
=Meet het wat het moet meten
Gestandaardiseerd worden afgenomen
= altijd op exact zelfde manier worden voorgelegd
aan testpersoon (vb puzzelstukken = manier gepresenteerd
aan elke kandidaat)
De ruwe score wordt vergeleken met normgroep
Meest gebruikte; WPPSI, WISC, WAIS
Ook is gemiddelde van 100 behouden, met standaarddeviatie intelligentie verdeelt zich
volgens normaalverdeling
2. X
3. X
4. X
5. X
6. H6:DENKEN EN INTELLIGENTIE Tegenhanger H5
Het inzichtelijk (cognitief) oplossen van problemen
COGNITIEVE (INZICHTELIJKE) LEERPROCESSEN
- Cognitieve psychologie
- ‘Leren leidt niet steeds tot gedragsverandering; soms leidt het tot verandering mentale
activiteit’
- ‘Deze cognitieve veranderingen kunnen objectief onderzocht worden’ <-> Behaviorisme
Köhler
Experimenten met apen
Aan plafond tros bananen
Aap: trial and error gedrag (net als bevariorist zou denken)
Hij is te klein, probeerd zonder succes
Aap: mukken
Aap: springt plots recht; stapelt kisten (Aha- Erlebnis)
->Moment inzicht!
Gedragsveranering en verandering in mentale activiteit: Inzichtelijk leren (niet behavioristisch te
verklaren, niet toevallig)
6.1 De bouwstenen van het denken
6.2 Het denken in actie
6.3 Valstrikken denken
6.3.1 Misleidende probleemforumeringen 1e valstrik
=Probleem voorlegt, persoon al in richting sturen
Suggestieve vragen Zie H4
= Tekorten in geheugen -> opvullen bij onszelf met elk houvast dat we krijgen (in
vraag zelf)
Voor het geheugen én bij het denken (vraagsteller antw suggereert)
Bv HOE blij ben je dat je als eerste over de lijn liept (suggereert = blij bent)
= ben je blij dat je gewonnen bent?
Framing (kader aanbieden)
Hoe je een vraag of keuzemogelijkheid formuleert, bepaald vaak het antwoord
Of hoe je iets in beeld brengt of omschrijft, bepaald de perceptie hierover
Ander in een slecht daglicht plaatsen
Vb framen politicus, de ander in slecht daglicht plaatsen. (Vb van youtube filmpje)
, 6.3.2 Inschattingsfouten 3e valstrik (2e niet)
Heuristieken: Snelle denkrichtingen, snel overgaan conclusies
<-> algoritmen ; procedures als je die perfect uitvoert, altijd zekerheid
(Bv hoe verander ik de radio naar Radio2 in de auto)
Beschikbaarheidsheuristiek We baseren ons op de voorbeelden die ons spontaan binnen
schieten om snel oordeel te hebben
(Bv. ‘ik ken niemand die gestroven is aan corona, dus corona is zever’ -> drogreden )
Representativiteitheuristiek Voornamelijk af gaan op opvallende kenmerken of op hoe de
zaken lijken te zijn (stereotypen)
(Bv mensen die groen stemmen, zijn allemaal mensen geitenwollen sokken)
Gokkersval; kop of munt speel je 20x -> 20x kop -> geneigd te denken
21e keer munt -> klopt niet (50% kans, veranderd niet)
6.4 Het intelligentieonderzoek
6.4.1 Intelligentie; moeilijk te vatten begrip
2 def:
- Intelligentie is wat de intelligentietest meet
- Intelligentie is het vermogen om problemen op te lossen en nieuwe problemen te bedenken
6.4.2 Brekeningswijzen testuitslag
Intelligentie Quotiënt (IQ)
Terman Vroeger effectief quotiënt, nu niet meer
IQ= Mentale leeftijd/kalenderleeftijd x100
Probleem; kind 2j voor op leeftijdsgenoten; 10j -> IQ=120
13j -> IQ = 115
5 IQ punten gezakt? Hoe ouder, hoe lager IQ?
Afgestapt van zo berekenen
IQ en IQ-meting
Tegenwoordig; geen quotiënt meer berekenen, wel benaming behouden ‘IQ’
Gebruik IQ-testen die Betrouwbaar zijn
=Herhaalbaar, opnieuw = resultaat
Valide zijn
=Meet het wat het moet meten
Gestandaardiseerd worden afgenomen
= altijd op exact zelfde manier worden voorgelegd
aan testpersoon (vb puzzelstukken = manier gepresenteerd
aan elke kandidaat)
De ruwe score wordt vergeleken met normgroep
Meest gebruikte; WPPSI, WISC, WAIS
Ook is gemiddelde van 100 behouden, met standaarddeviatie intelligentie verdeelt zich
volgens normaalverdeling
