De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
De katholieke kerk heeft een hiërarchische (driehoek) opbouw:
- paus (leider)
- bisschoppen (leider van kerkelijke bestuur gebieden)
- priester
dit zijn allemaal geestelijken → mensen die werken voor de kerk
Tegenover de geestelijken staat de werkelijke macht. Dit is de macht van keizer, koningen
en edelen over hun volk, deze macht betreft bestuur en rechtspraak is niet gebaseerd op
geloof.
Tweezwaardenleer: geestelijke en wereldlijke macht hebben elk hun eigen gebied waar ze
over heersen. Paus over geloof, koningen over bestuur en rechtspraak.
Het christendom groeit vanaf 500, oorzaken:
- samenwerking tussen de paus en Karolingische (Frankisch) vorsten en het snel
- groeiende rijkdom van de kerk
- de goede organisatie van de kerk
Samenwerking tussen paus en vorsten:
- paus stuurde missionarissen (geestelijken die mensen bekeren tot het christendom)
door heel Europa om heidense volkeren te kerstenen (christelijk maken)
- vorsten versloegen heidense leiders en doopten ze, daarna dwongen ze de rest tot
kerstening
Goede organisatie van de kerk:
- bisschoppen hielden goed toezicht in hun gebieden
- stichting van kloosters
- grote kloosters kregen een rol in het feodalisme
- Karel de Grote stichtte kloosterscholen om onderwijs te bevorderen:
Karolingische Renaissance
Problemen voor het christendom:
- het christendom drong pas na 1000 door voor het gewone volk
- verspreiding bedreigd door moslims, vikingen en hongaren
- schisma, christendom verdeeld:
- rooms-katholiek
- grieks-orthodox
, De Islam
Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
Islam: zich onderwerpen aan Allah, de enige god
Muslim: zij die zich onderwerpen aan Allah
Monotheïsme: religie waarin in één god wordt vereerd
Jodendom Christendom Islam
1300 v. Chr 30 n. Chr 610 n. Chr
Mozes Jezus Mohammed
Jahweh God Allah
Tenach Bijbel Koran
Torah en tien geboden Tien geboden Vijf zuilen
Mohammed werd geboren Mekka en kreeg een visioen in Medina. Vanaf toen werd hij
profeet. De leiders van Mekka wilde Mohammed weg hebben en moest uit de stad, en
vluchtte naar Medina.
Oorzaken snelle verspreiding Islam:
● zwakke aangrenzende rijken
● jihad: verplichting om het geloof te verspreiden
● islam werd de basis van het bestuur
● tolerantie ten opzichte van joden en christenen -> met het betalen van belasting
mochten ze hun geloof behouden
Twee stromingen Islam:
1. Soennieten: leider hoeft geen directe afstammeling van Mohammed te zijn ->
Omayyaden ( 661 - 750 )
2. Sjiieten: volgelingen van Ali, de neef van Mohammed -> Abassieden ( 750 - 1258 )
Omayyaden worden uiteindelijk verslagen door de Abassieden.
Islam komt in conflict met de christelijke wereld:
- Frankische koningen stoppen islamitische veroveringen, maar spanje en portugal
worden islamitisch -> reconquista (herovering uitgeroepen door paus), waarna
spanje weer christelijk wordt in 1492
De islamitische wereld kent een sterke wetenschappelijke bloei:
- bestuderen/vertalen van oud griekse geschriften waardoor er natuurwetenschappen,
wiskunde, geneeskunde etc. ontstaat
- ze doen ook eigen onderzoek en uitvindingen
- gedurende de middeleeuwen was de islamitische wereld veel verder ontwikkeld dan
christelijk west-europa