Acenocoumarol
Wat is het?
Acenocoumarol is een antistollingsmiddel. Het zorgt ervoor dat bloed minder makkelijk
samenklontert (antistollingsmedicijn). Hierdoor heeft u minder kans op trombose.
Wat doet het?
Dit medicijn remt de bloedstolling doordat het de stimulerende werking van vitamine K op de
vorming van bepaalde bloedstollingsfactoren tegengaat (= antagonisme).
In welke groep hoort het thuis?
Bloedverdunnende medicatie / Anticoagulantia
Wanneer wordt het gegeven of juist niet?
Indicatie: Voorkómen en behandelen van trombo-embolische aandoeningen (= trombose en
embolie)
Contra-indicatie: Ernstige leverinsufficiëntie, ernstige nierinsufficiëntie. Hematologische
aandoeningen met verhoogde bloedingsneiging
Wat zijn de bijwerkingen?
Verhoogde kans op bloedingen
Diarree
Huidontsteking (= dermatitis)
Misselijkheid
Hoe wordt het gegeven?
Oraal via tabletvorm van 1mg
, Acetylsalicylzuur
Wat is het?
Acetylsalicylzuur is een ontstekingsremmende pijnstiller. Dit soort pijnstillers wordt ook wel NSAID’s
genoemd. Het werkt pijnstillend, ontstekingsremmend en koortsverlagend.
Dit medicijn wordt ook gebruikt als antistollingsmiddel (als de dosering onder de 300mg is).
Wat doet het?
Acetylsalicylzuur dankt zijn werking aan de remming van een enzym in het lichaam wat juist voor
koorts, pijn en het aan elkaar plakken van bloedplaatjes zorgt. Dit enzym heet cyclo-oxigenase
afgekort tot COX.
Acetylsalicylzuur als antistollingsmiddel gaat de vorming van bloedstolsels in de bloedvaten tegen.
In welke groep hoort het thuis?
Dit medicijn behoort in de groep: Analgetica.
Wanneer wordt het gegeven of juist niet?
Indicatie: Oraal: Koorts en pijn bij griep en verkoudheid en na vaccinatie. Hoofdpijn, kiespijn,
menstruatiepijn, spier-, zenuw- en gewrichtspijn. Acuut en chronisch gewrichtsreuma.
Parenteraal: Acuut en chronisch gewrichtsreuma, reumatische aandoeningen, neuralgie en
hyperthermie.
Contra-indicatie: Maagklachten en/of maagpijn bij eerder gebruik. Ulcus pepticum (actief of in de
voorgeschiedenis), maag-darmbloedingen (actief of in de anamnese), maag-darmperforatie,
gastritis.
Wat zijn de bijwerkingen?
maag-darmstoornissen zoals maagpijn, misselijkheid, braken en dyspepsie. huidreacties zoals
huiduitslag, urticaria, oedeem en jeuk.
Hoe wordt het gegeven?
Dit medicijn is er in verschillende toedieningsvormen. Oraal via tabletvorm, oraal via bruistablet,
kauwtablet, en een poeder voor injectievloeistof. Ze zijn er in verschillende doseringen.
Wat is het?
Acenocoumarol is een antistollingsmiddel. Het zorgt ervoor dat bloed minder makkelijk
samenklontert (antistollingsmedicijn). Hierdoor heeft u minder kans op trombose.
Wat doet het?
Dit medicijn remt de bloedstolling doordat het de stimulerende werking van vitamine K op de
vorming van bepaalde bloedstollingsfactoren tegengaat (= antagonisme).
In welke groep hoort het thuis?
Bloedverdunnende medicatie / Anticoagulantia
Wanneer wordt het gegeven of juist niet?
Indicatie: Voorkómen en behandelen van trombo-embolische aandoeningen (= trombose en
embolie)
Contra-indicatie: Ernstige leverinsufficiëntie, ernstige nierinsufficiëntie. Hematologische
aandoeningen met verhoogde bloedingsneiging
Wat zijn de bijwerkingen?
Verhoogde kans op bloedingen
Diarree
Huidontsteking (= dermatitis)
Misselijkheid
Hoe wordt het gegeven?
Oraal via tabletvorm van 1mg
, Acetylsalicylzuur
Wat is het?
Acetylsalicylzuur is een ontstekingsremmende pijnstiller. Dit soort pijnstillers wordt ook wel NSAID’s
genoemd. Het werkt pijnstillend, ontstekingsremmend en koortsverlagend.
Dit medicijn wordt ook gebruikt als antistollingsmiddel (als de dosering onder de 300mg is).
Wat doet het?
Acetylsalicylzuur dankt zijn werking aan de remming van een enzym in het lichaam wat juist voor
koorts, pijn en het aan elkaar plakken van bloedplaatjes zorgt. Dit enzym heet cyclo-oxigenase
afgekort tot COX.
Acetylsalicylzuur als antistollingsmiddel gaat de vorming van bloedstolsels in de bloedvaten tegen.
In welke groep hoort het thuis?
Dit medicijn behoort in de groep: Analgetica.
Wanneer wordt het gegeven of juist niet?
Indicatie: Oraal: Koorts en pijn bij griep en verkoudheid en na vaccinatie. Hoofdpijn, kiespijn,
menstruatiepijn, spier-, zenuw- en gewrichtspijn. Acuut en chronisch gewrichtsreuma.
Parenteraal: Acuut en chronisch gewrichtsreuma, reumatische aandoeningen, neuralgie en
hyperthermie.
Contra-indicatie: Maagklachten en/of maagpijn bij eerder gebruik. Ulcus pepticum (actief of in de
voorgeschiedenis), maag-darmbloedingen (actief of in de anamnese), maag-darmperforatie,
gastritis.
Wat zijn de bijwerkingen?
maag-darmstoornissen zoals maagpijn, misselijkheid, braken en dyspepsie. huidreacties zoals
huiduitslag, urticaria, oedeem en jeuk.
Hoe wordt het gegeven?
Dit medicijn is er in verschillende toedieningsvormen. Oraal via tabletvorm, oraal via bruistablet,
kauwtablet, en een poeder voor injectievloeistof. Ze zijn er in verschillende doseringen.
