Tijdvak 7 pruiken en revoluties
(18e eeuw 1700-1800)
27. Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Rationalisme:
Vertrouwen op de rede/verstand.
>Vanaf 6e eeuw v. Chr.
Griekse filosofen proberen rationele verklaringen te vinden voor de wereld om hen heen.
>15e eeuw
Humanisten uit de Renaissance zorgen voor een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
>16e en 17e eeuw
Door gebruik van het gezond verstand en een systematische manier van onderzoek ontstaat
de wetenschappelijke revolutie.
Wetenschappelijke revolutie
Kritische denkhouding en systematische manier van onderzoek zorgde voor vele nieuwe
ontdekkingen.
Observatie
Empirie (experimenteren)
Logica
>
Door deze manier van onderzoeken kwam men erachter dat veel zaken blijken te voldoen
aan natuurwetten.
Verlichting:
Stroming van geleerden die meende dat alles met behulp van het verstand kon worden
verklaard. Dat zou bijdragen aan de vooruitgang van de samenleving.
Groot vertrouwen in rationeel denken.
De wetenschappelijk manier van onderzoek kon gebruikt worden voor alle terreinen
van de samenleving.
Door de verlichting was grote maatschappelijke vooruitgang mogelijk.
Religie:
Voltaire:
Voor tolerantie en godsdienstvrijheid.
Twijfelde aan het belang van de geestelijkheid.
Deïsme: god heeft de wereld gemaakt, maar hij heeft er geen invloed meer op.
Politiek:
Voltaire:
(verlichte) absolute vorst is nodig om het domme volk te regeren.
Rousseau:
Volkssoevereiniteit: de macht ligt bij het volk.
Sociaal contract: afspraken die gelden voor de hele bevolking.
Locke:
(18e eeuw 1700-1800)
27. Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Rationalisme:
Vertrouwen op de rede/verstand.
>Vanaf 6e eeuw v. Chr.
Griekse filosofen proberen rationele verklaringen te vinden voor de wereld om hen heen.
>15e eeuw
Humanisten uit de Renaissance zorgen voor een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
>16e en 17e eeuw
Door gebruik van het gezond verstand en een systematische manier van onderzoek ontstaat
de wetenschappelijke revolutie.
Wetenschappelijke revolutie
Kritische denkhouding en systematische manier van onderzoek zorgde voor vele nieuwe
ontdekkingen.
Observatie
Empirie (experimenteren)
Logica
>
Door deze manier van onderzoeken kwam men erachter dat veel zaken blijken te voldoen
aan natuurwetten.
Verlichting:
Stroming van geleerden die meende dat alles met behulp van het verstand kon worden
verklaard. Dat zou bijdragen aan de vooruitgang van de samenleving.
Groot vertrouwen in rationeel denken.
De wetenschappelijk manier van onderzoek kon gebruikt worden voor alle terreinen
van de samenleving.
Door de verlichting was grote maatschappelijke vooruitgang mogelijk.
Religie:
Voltaire:
Voor tolerantie en godsdienstvrijheid.
Twijfelde aan het belang van de geestelijkheid.
Deïsme: god heeft de wereld gemaakt, maar hij heeft er geen invloed meer op.
Politiek:
Voltaire:
(verlichte) absolute vorst is nodig om het domme volk te regeren.
Rousseau:
Volkssoevereiniteit: de macht ligt bij het volk.
Sociaal contract: afspraken die gelden voor de hele bevolking.
Locke: