Hoofdstuk 1: Beleggen en de vermogensmarkt...............................................................................................3
1.1 De vermogensmarkt...................................................................................................................................3
1.2 Rente...........................................................................................................................................................4
1.3 Monetair beleid..........................................................................................................................................5
1.4 Rentestructuur............................................................................................................................................6
Hoofdstuk 2 Risico en rendement.................................................................................................................. 7
2.1 De moderne portefeuilletheorie................................................................................................................7
2.2 Het Capital Asset Pricing Model.................................................................................................................7
2.3 De efficiënte-markthypothese....................................................................................................................8
Hoofdstuk 3: Nominale titels.......................................................................................................................... 9
3.1 Geldmarkttitels en kapitaalmarkttitels.......................................................................................................9
3.2 De obligatiemarkt.....................................................................................................................................10
3.3 Beleggen in obligaties...............................................................................................................................12
Hoofdstuk 4: Aandelen................................................................................................................................ 13
4.1 Producten.................................................................................................................................................13
4.2 De aandelenmarkt....................................................................................................................................14
4.3 Beleggen in aandelen...............................................................................................................................16
Aantekeningen college...................................................................................................................................18
Hoofdstuk 5: Derivaten................................................................................................................................ 19
5.1 Opties en warrants...................................................................................................................................19
5.2 De markt voor derivaten..........................................................................................................................20
5.3 Beleggen in derivaten...............................................................................................................................21
Hoofdstuk 6 Vastgoed.................................................................................................................................. 22
6.1 De producten................................................................................................................................................22
6.2 Markt en prijsvorming van direct vastgoed.................................................................................................22
6.3 Beleggen in direct vastgoed.........................................................................................................................22
Hoofdstuk 7 Portefeuillevorming................................................................................................................. 23
7.1 Opbouw van een beleggingsportefeuille......................................................................................................23
7.2 Beleggen via fondsen en verzekeraars.........................................................................................................24
7.3 Prestatiemeting en -vergelijking...................................................................................................................25
Hoofdstuk 8: Technische analyse.................................................................................................................. 25
8.1 Uitgangspunten............................................................................................................................................25
8.2 Chartreading.................................................................................................................................................25
8.3 Statistische analyse......................................................................................................................................26
Hoofdstuk 9: Fiscale aspecten...................................................................................................................... 26
9.1 Het boxenstelsel: de principes......................................................................................................................26
9.2 Het boxenstelsel: de uitvoering....................................................................................................................26
1
, 9.3 Het boxenstelsel: de kritiek...........................................................................................................................26
Gastcolleges................................................................................................................................................ 27
Ronald van Schie – senior beleggingsadviseur...................................................................................................27
VanEck gastcollege.............................................................................................................................................29
Vermogensbeheer MN........................................................................................................................................30
Irma Slotboom....................................................................................................................................................31
2
, Hoofdstuk 1: Beleggen en de vermogensmarkt
1.1 De vermogensmarkt
Vermogensmarkt = de markt waarop financiële titels worden verhandeld. Bestaat uit een
aantal deelmarkten: financiële markten.
Er zijn twee typen geldstromen:
1. Bestedingen = betalingen die gedaan worden om goederen en diensten aan te
kopen;
2. Inkomensoverdrachten = betalingen waar geen levering van goederen en diensten
tegenover staat. Dit zijn bijvoorbeeld subsidies en belastingen.
Financieringssaldo = verschil tussen ontvangsten en uitgaven van een sector. Als een sector
een tekort heeft, dan staat er een overschot tegenover in een andere sector. Het totaal van
het financieringssaldo is 0. Er geldt dus (f. saldo = financieringssaldo):
F . saldo gezinnen+ f . saldo bedrijven+ f . saldo overheid+ f . saldo buitenland=0
Overschotten van de een, financieren de ander. Kan op twee manieren:
1. Directe financiering = financiële middelen vloeien rechtstreeks naar de sector met het
tekort, zoals bedrijven die aandelen uitgeven die gezinnen kopen;
2. Indirecte financiering = middelen uit een overschotsector bereiken de tekortsector via
een omweg, zoals gezinnen met spaargeld op de bank terwijl de banken met die
middelen obligaties van bedrijven kopen.
Financiële titels = ook wel vermogenstitels en geven recht op toekomstig geld. Ze kunnen op
verschillende manieren worden ingedeeld:
- Effecten vs boekvorderingen: effecten kunnen meestal makkelijk worden verhandeld,
zoals op de beurs en boekvorderingen niet:
o Effecten = verhandelbare waardepapieren, zoals aandelen en obligaties;
o Boekvorderingen = geld dat alleen te zien is in de boeken van de bank en van
de eigenaar, zoals een spaartegoed of een deposito bij een bank.
- Nominale vs zakelijke financiële titels:
o Nominale titel = geeft recht op een in geld vaststaand bedrag, zoals obligatie;
o Zakelijke titel = geeft recht op een zakelijk actief, zodat de waarde wordt
bepaald door de waarde van dat zakelijk actief. Een voorbeeld is een aandeel.
- Derivaten vs ‘oorspronkelijke financiële titels’:
o Derivaten = afgeleide financiële titels die dus zijn gebaseerd op andere titels,
zoals een optie;
o ‘Oorspronkelijke’ financiële titels’ = financiële titels die geen derivaten zijn.
Spelen centrale rol in overdracht tussen sectoren met een overschot en tekort.
Vermogensmarkt kan aan de hand van een aantal criteria worden ingedeeld in financiële
markten:
- Indeling naar looptijd: looptijd van de verhandelde financiële titels:
o Geldmarkt = titels worden verhandeld met een looptijd tot en met 1 jaar;
o Kapitaalmarkt = titels met een looptijd van meer dan 1 jaar.
- Openheid van de markt als criterium:
o Openbare markt = gemakkelijk toegankelijk en heeft veelal de vorm van een
beurs. Hier worden vooral effecten verhandeld;
o Onderhandse markt = meer besloten, zoals markt voor woninghypotheken.
Hier worden vooral boekvorderingen verhandeld.
- Primaire en secundaire markt;
3