Kindergeneeskunde samenvatting
Teken 0 punten 1 punt 2 punten
Hartfrequentie Afwezig <100/min >100/min
Ademhaling Afwezig Enkele zwakke Goed doorhuilen
adembewegingen
Spiertonus Slap Enige reflaxie Goede tonus
Prikkelbaarheid Geen reactie Zwakke Goede reactie
reactie/grimassen
Kleur Blauw, bleek Blauwe handen en Geheel roze
voeten
APGAR-score :
- max 10 punten
- toestand van een kind wordt geobjectiveerd met behulp van de score en 1, 5 en 10
minuten na de geboorte
Lage score die niet verbeterd : perinatale asfyxie (zuurstoftekort met verzuring en hoge CO2
waarden)
Prematuriteit : wanneer een kind wordt geboren voor de 37e zwangerschapweek
SGA/dysmaturiteit : een te laag geboortegewicht in verhouding tot de zwangerschapduur.
Dysmaturiteit kan samengaan met prematuriteit maar het kan zich ook voordoen bij en
voldragen zwangerschap.
LGA/macrosomie : een te hoog geboortegewicht bij een baby. Hiervan is sprake als het
geboortegewicht van je baby hoger is dan 4500 gram. Soms kan het vermoeden van een te
hoog geboortegewicht al worden vastgesteld tijdens de zwangerschap.
Serotiniteit : als de bevalling 2 weken na de uitgerekende datum niet op gang is gekomen.
Neonatale hypoglykemie : een te lage bloedsuikerspiegel bij een kind als gevolg van:
- onvoldoende aanbod of aanmaak van glucose
- hoge insulinewaarden bij kinderen van een moeder met Diabetes Mellitus
- door hyperviscositeit van het bloed is de darmdoorbloeding verminderd en daardoor
wordt minder glucose opgenomen uit de darmende symptomen van hypoglykemie bij
pasgeborenen zijn aspecifiek :
- apneus
- trillerigheid
- sloomheid
- ondertemperatuur
, - hypotonie (te weinig spierweerstand)
- convulsies (onbewuste spiersamentrekkingen)
De preventie van hypoglykemie bestaat uit het identificeren van risicokinderen en het geven
van voldoende voeding of glucose via een infuus.
Icterus : geelzucht
Icterus of hyperbilirubinemie : een hoger waarde van de stof bilirubine in het bloed van het
kind dat tot een gele verkleuring van het lichaam leidt :
- fysiologische icterus : het kind is onvoldoende in staat de bilirubine in de lever te
conjugeren en af te voeren, waardoor de concentratie ongeconjugeerd bilirubine in
het bloed toeneemt
- pathologische icterus (ongeconjugeerd) :
- bloedgroepantagonisme tussen moeder en kind leidt tot afbraak van
erytrocyten bij het kind en als gevolg neemt de productie ongeconjugeerd
bilirubine toe
- een verhoogde afbraak van erytrocyten door een defect in de celwand
- stofwisselingziekten en hormonale afwijkingen
- pathologische icterus (geconjugeerd) : door een stoornis in de afvloed van gal
vanuit de lever wordt de verwerkte bilirubine niet afgevoerd via de galblaas naar de
darmen waardoor de concentratie geconjugeerd bilirubine in het bloed toeneemt
Plexus brachialislaesie : een beschadiging van een zenuwknooppunt door een
traumatische bevalling. Met als bijkomend letsel : calviculafractuur (sleutelbeen) of
humerusfractuur (bovenarm).
Caput succedaneum : een zwelling met wondvocht op het hoofd van die ontstaat door druk
op het hoofd tijdens een langdurige of moeilijke vaginale bevalling. Herstelt spontaan.
Cefaal hematoom : een bloeding onder het beenvlies van het schedelbot, vooral na
kunstverlossing. Herstelt na weken – verkalking als restant.
Subgaleale bloeding : een bloeding tussen periost (zeer pijngevoelige en bloedvatrijke
buitenbekleding van borweefsel) en aponeurosis (platte, witte vlies dat om een weefsel zit),
ook na de kunstverlossing. De zwelling kan uitbreiden en een shock veroorzaken.
Plagiocefalie : een asymmetrische afplatting van het achterhoofd. Dat veroorzaakt wordt
door de voorkeursinhouding van de baby. De baby ligt dan bijvoorbeeld veel meer op de
rechter kant van zijn hoofdje dan de linkerkant afgeplat raakt.
Craniosynostose : verbening ofwel vergroeien van de schedelnaden. Dat wil zeggen dat er
0 1 of meer naden tussen de verschillende platen waaruit de schedel bestaat te vroeg
sluiten.
Teken 0 punten 1 punt 2 punten
Hartfrequentie Afwezig <100/min >100/min
Ademhaling Afwezig Enkele zwakke Goed doorhuilen
adembewegingen
Spiertonus Slap Enige reflaxie Goede tonus
Prikkelbaarheid Geen reactie Zwakke Goede reactie
reactie/grimassen
Kleur Blauw, bleek Blauwe handen en Geheel roze
voeten
APGAR-score :
- max 10 punten
- toestand van een kind wordt geobjectiveerd met behulp van de score en 1, 5 en 10
minuten na de geboorte
Lage score die niet verbeterd : perinatale asfyxie (zuurstoftekort met verzuring en hoge CO2
waarden)
Prematuriteit : wanneer een kind wordt geboren voor de 37e zwangerschapweek
SGA/dysmaturiteit : een te laag geboortegewicht in verhouding tot de zwangerschapduur.
Dysmaturiteit kan samengaan met prematuriteit maar het kan zich ook voordoen bij en
voldragen zwangerschap.
LGA/macrosomie : een te hoog geboortegewicht bij een baby. Hiervan is sprake als het
geboortegewicht van je baby hoger is dan 4500 gram. Soms kan het vermoeden van een te
hoog geboortegewicht al worden vastgesteld tijdens de zwangerschap.
Serotiniteit : als de bevalling 2 weken na de uitgerekende datum niet op gang is gekomen.
Neonatale hypoglykemie : een te lage bloedsuikerspiegel bij een kind als gevolg van:
- onvoldoende aanbod of aanmaak van glucose
- hoge insulinewaarden bij kinderen van een moeder met Diabetes Mellitus
- door hyperviscositeit van het bloed is de darmdoorbloeding verminderd en daardoor
wordt minder glucose opgenomen uit de darmende symptomen van hypoglykemie bij
pasgeborenen zijn aspecifiek :
- apneus
- trillerigheid
- sloomheid
- ondertemperatuur
, - hypotonie (te weinig spierweerstand)
- convulsies (onbewuste spiersamentrekkingen)
De preventie van hypoglykemie bestaat uit het identificeren van risicokinderen en het geven
van voldoende voeding of glucose via een infuus.
Icterus : geelzucht
Icterus of hyperbilirubinemie : een hoger waarde van de stof bilirubine in het bloed van het
kind dat tot een gele verkleuring van het lichaam leidt :
- fysiologische icterus : het kind is onvoldoende in staat de bilirubine in de lever te
conjugeren en af te voeren, waardoor de concentratie ongeconjugeerd bilirubine in
het bloed toeneemt
- pathologische icterus (ongeconjugeerd) :
- bloedgroepantagonisme tussen moeder en kind leidt tot afbraak van
erytrocyten bij het kind en als gevolg neemt de productie ongeconjugeerd
bilirubine toe
- een verhoogde afbraak van erytrocyten door een defect in de celwand
- stofwisselingziekten en hormonale afwijkingen
- pathologische icterus (geconjugeerd) : door een stoornis in de afvloed van gal
vanuit de lever wordt de verwerkte bilirubine niet afgevoerd via de galblaas naar de
darmen waardoor de concentratie geconjugeerd bilirubine in het bloed toeneemt
Plexus brachialislaesie : een beschadiging van een zenuwknooppunt door een
traumatische bevalling. Met als bijkomend letsel : calviculafractuur (sleutelbeen) of
humerusfractuur (bovenarm).
Caput succedaneum : een zwelling met wondvocht op het hoofd van die ontstaat door druk
op het hoofd tijdens een langdurige of moeilijke vaginale bevalling. Herstelt spontaan.
Cefaal hematoom : een bloeding onder het beenvlies van het schedelbot, vooral na
kunstverlossing. Herstelt na weken – verkalking als restant.
Subgaleale bloeding : een bloeding tussen periost (zeer pijngevoelige en bloedvatrijke
buitenbekleding van borweefsel) en aponeurosis (platte, witte vlies dat om een weefsel zit),
ook na de kunstverlossing. De zwelling kan uitbreiden en een shock veroorzaken.
Plagiocefalie : een asymmetrische afplatting van het achterhoofd. Dat veroorzaakt wordt
door de voorkeursinhouding van de baby. De baby ligt dan bijvoorbeeld veel meer op de
rechter kant van zijn hoofdje dan de linkerkant afgeplat raakt.
Craniosynostose : verbening ofwel vergroeien van de schedelnaden. Dat wil zeggen dat er
0 1 of meer naden tussen de verschillende platen waaruit de schedel bestaat te vroeg
sluiten.
