Hoofdstuk 9 De tijd van de wereldoorlogen
9.1 De eerste wereldoorlog (Blz. 116)
In dit paragraaf leer je:
- Hoe de Eerste Wereldoorlog uitbrak
- Oorzaken van de oorlog
- Hoe de oorlog verliep
- Welke wapens werden gebruikt en welke verwoestingen werden aangericht
- Hoe burgers betrokken waren bij de oorlog
- Gevolgen van de oorlog
Kenmerkend aspect:
- Het voeren van twee wereldoorlogen
- Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de
burgerbevolking bij oorlogsvoering
Gaat over het voeren van 2 wereldoorlogen en verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door
massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering. Onder meer door
militarisme en een wapenwedloop, brak in 1914 de eerste wereldoorlog uit. Er werd gevochten vanuit loopgraven,
met nieuwe wapens, zoals de tank en gifgas probeerden mensen het front te doorbreken. Ook burgers raakten
betrokken bij de oorlog, door inzet bij de wapenproductie, door voedseltekorten en door geweld tegen de burgers.
In 1918 werd een wapenstilstand gesloten, door het vredesverdrag van 1919 werd Duitsland zwaar gestraft.
Begrippen van 9.1 De eerste wereldoorlog
Centralen= Duitsland en bondgenoten in de Eerste Wereldoorlog
Front= gebied waar gevochten wordt
Geallieerden= bondgenoten, in de twee wereldoorlogen de landen die tegen Duitsland vochten
Loopgraaf= uitgegraven gang
Massavernietigingswapen= wapen dat een groot aantal mensen tegelijk kan doden
Militarisme= verheerlijking van het leger
Mobiliseren= gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog
Multi-etnische staat= (veelvolkerenstaat) staat waarin meerdere volken leven
Volkenbond= volkerenorganisatie sinds 1919
Wapenstilstand= afgesproken onderbreking van strijd
Wapenwedloop= race om de beste en meeste wapens te krijgen
Wereldoorlog= oorlog waaraan veel volken in een groot deel van de wereld meedoen
, 9.2 De economische wereldcrisis (Blz. 119)
In dit paragraaf leer je:
- Hoe de economie zich ontwikkelde in de jaren 1920
- Hoe de economische wereldcrisis ontstond in 1929
- Oorzaken van de wereldcrisis
- Hoe de crisis werd bestreden
Kenmerkend aspect:
- De crisis van het wereldkapitalisme
Gaat over de crisis van het wereldkapitalisme. De jaren 1920 waren een tijd van economische groei en optimisme.
Door de beurskrach van 1929 raakte de Amerikaanse economie in een recessie. Door de wereldeconomie, werd de
Amerikaanse crisis een wereldcrisis. Grote depressie leidde tot veel werkloosheid en armoede wereldwijd.
Begrippen van 9.2 De economische wereldcrisis
Beurskrach= plotselinge sterke daling van de aandelenkoersen
Consumptiemaatschappij= samenleving waarin veel producten worden gekocht
Grote Depressie= de langdurige economische crisis van de jaren 1930
Interbellum= periode tussen de twee wereldoorlogen (1918-1939)
Koopkracht= geld om dingen te kopen
New deal= economische politiek van president Roosevelt vanaf 1933
Tijd van de wereldoorlogen= negende tijdvak (1900-1950)
9.1 De eerste wereldoorlog (Blz. 116)
In dit paragraaf leer je:
- Hoe de Eerste Wereldoorlog uitbrak
- Oorzaken van de oorlog
- Hoe de oorlog verliep
- Welke wapens werden gebruikt en welke verwoestingen werden aangericht
- Hoe burgers betrokken waren bij de oorlog
- Gevolgen van de oorlog
Kenmerkend aspect:
- Het voeren van twee wereldoorlogen
- Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de
burgerbevolking bij oorlogsvoering
Gaat over het voeren van 2 wereldoorlogen en verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door
massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering. Onder meer door
militarisme en een wapenwedloop, brak in 1914 de eerste wereldoorlog uit. Er werd gevochten vanuit loopgraven,
met nieuwe wapens, zoals de tank en gifgas probeerden mensen het front te doorbreken. Ook burgers raakten
betrokken bij de oorlog, door inzet bij de wapenproductie, door voedseltekorten en door geweld tegen de burgers.
In 1918 werd een wapenstilstand gesloten, door het vredesverdrag van 1919 werd Duitsland zwaar gestraft.
Begrippen van 9.1 De eerste wereldoorlog
Centralen= Duitsland en bondgenoten in de Eerste Wereldoorlog
Front= gebied waar gevochten wordt
Geallieerden= bondgenoten, in de twee wereldoorlogen de landen die tegen Duitsland vochten
Loopgraaf= uitgegraven gang
Massavernietigingswapen= wapen dat een groot aantal mensen tegelijk kan doden
Militarisme= verheerlijking van het leger
Mobiliseren= gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog
Multi-etnische staat= (veelvolkerenstaat) staat waarin meerdere volken leven
Volkenbond= volkerenorganisatie sinds 1919
Wapenstilstand= afgesproken onderbreking van strijd
Wapenwedloop= race om de beste en meeste wapens te krijgen
Wereldoorlog= oorlog waaraan veel volken in een groot deel van de wereld meedoen
, 9.2 De economische wereldcrisis (Blz. 119)
In dit paragraaf leer je:
- Hoe de economie zich ontwikkelde in de jaren 1920
- Hoe de economische wereldcrisis ontstond in 1929
- Oorzaken van de wereldcrisis
- Hoe de crisis werd bestreden
Kenmerkend aspect:
- De crisis van het wereldkapitalisme
Gaat over de crisis van het wereldkapitalisme. De jaren 1920 waren een tijd van economische groei en optimisme.
Door de beurskrach van 1929 raakte de Amerikaanse economie in een recessie. Door de wereldeconomie, werd de
Amerikaanse crisis een wereldcrisis. Grote depressie leidde tot veel werkloosheid en armoede wereldwijd.
Begrippen van 9.2 De economische wereldcrisis
Beurskrach= plotselinge sterke daling van de aandelenkoersen
Consumptiemaatschappij= samenleving waarin veel producten worden gekocht
Grote Depressie= de langdurige economische crisis van de jaren 1930
Interbellum= periode tussen de twee wereldoorlogen (1918-1939)
Koopkracht= geld om dingen te kopen
New deal= economische politiek van president Roosevelt vanaf 1933
Tijd van de wereldoorlogen= negende tijdvak (1900-1950)