1
SUPPLY CHAIN MANAGEMENT
HOOFDSTUK 1 :
Supply Chain Management = Integraal Keten Beheer, het structureel beheren van goederenstromen,
informatiestromen en de organisatie die daarvoor instaat.
Demand Chain Management = De goederenstroom herdenken vanuit de klant.
4 logistieke deeltrajecten :
1. Inkooplogistiek (inbound logistics)
2. Productielogistiek
3. Distributielogistiek
4. Retourlogistiek (service)
Soorten logistieke beslissingen :
Strategische beslissingen
- Fundamentele vraagstukken (uitbesteden of niet?)
- beslissingen vastgelegd in strategisch plan voor LT (3-5 jaar)
Tactisch plan
- detaillering strategisch plan (beslissingen over organisatie productie, inkoop, …)
- beslissingen vastleggen op middellange termijn (1-3 jaar)
Operationeel plan
- tactisch plan vertaald in plannen op KT (< 1 jaar)
De 3 logistieke stromen :
1. Goederenstroom (goederen, personen of diensten, zelfs documenten)
2. Informatiestroom (big data!)
3. Geldstroom (betaling)
Enkel integratie en beheersing vd 3 stromen in het bedrijf en de keten, geeft een optimale kans tot
verbetering van het bedrijfsresultaat.
Het waardeketen-concept van Porter :
- Value Chain concept (waardekringloopmodel)
o de weg de een order aflegt wordt door de onderneming leidend voor de
bedrijfsvoering
o het gaat niet om afdelingen, maar om processen !
o bedrijfsproces = verzameling van samenhangende activiteiten die start met een
trigger en eindigt bij het opleveren van één of meerder producten
- Primaire activiteiten : directe relatie met het vervaardigen vh product/dienst
- Ondersteunende activiteiten : betrekking op de inputs en infrastructuur vh bedrijf
, 2
5 kostencomponenten in de logistiek :
1. Transportkost
a. De afstand
b. De benodigde tijd
c. De gekozen transportmodus
2. Overslagkost (laden en lossen)
3. Transporttijdkost (onderweg zijn vd goederen)
a. Kapitaalkost (goederen kunnen niet gebruikt worden voor andere doeleinden)
b. Kost voor vermindering in waarde of het bederf van getransporteerde goederen
c. Kost door schade en verlies
4. Voorraadkost
a. Interest- of kapitaalkosten
b. Risicokosten (brand en diefstal, bederfbaarheid en economische veroudering)
c. Magazijnkosten
5. Interne bedrijfskost (personeel en specifieke know-how, infrastructuur, ICT en
kantoormateriaal, onderhoud, energie, verzekering en financiering)
3 waarde strategische opties door Tracey en Wiersma :
Productleider (product leadership) vb. Apple
Operational excellence (kostenleider) vb. Ryanair
Customer Intimacy (klantenpartnerschap) vb. Albert Hein
Effect van logistiek op rentabiliteit :
Du Pont Schema :
Mede de ROI geeft een idee over de waarde ve aandeel vd onderneming
Besparingen in het logistieke traject kunnen een enorme invloed hebben op het
bedrijfsresultaat ve onderneming -> hefboomeffect
Besparingen in logistieke traject mogen niet ten kosten gaan vd kwaliteit
The Silo Mentality : iedereen denkt alleen aan zijn eigen departement, niet goed dus. Niet denken in
afdelingen, maar in processen !
Incourante voorraad : voorraad die niemand nog wil, maar die wel nog in voorraad ligt. Geen
economische waarde meer, maar moet je wel nog afschrijven.
, 3
HOOFDSTUK 2 :
Rol vd klant in de logistiek :
Logistiek draait om klanttevredenheid (als bedrijf weten wat de klant verwacht, en van
hieruit vertrekken om logistiek op te zetten)
Customer service : externe logistieke prestaties gelinkt aan de verkoop ve product/dienst + niet
alleen bij leveren (vb. tijdig leveren van volledig order), maar ook voor, tijdens en na de levering !
Customer service als klantgericht ondernemingsfilosofie die alle elementen betreffende het raakvlak
met de klanten integreert en beheerst, binnen een vooraf vastgesteld optimum van kosten en
service. Geen service leveren aan klanten die geen relatie opbouwen !
Servicekloof : het verschil tussen de perceptie vd klant en perceptie vd leverancier
Kraljic-matrix : 2 criteria :
Financieel risico/belang
(Toe)leveringsrisico
SUPPLY CHAIN MANAGEMENT
HOOFDSTUK 1 :
Supply Chain Management = Integraal Keten Beheer, het structureel beheren van goederenstromen,
informatiestromen en de organisatie die daarvoor instaat.
Demand Chain Management = De goederenstroom herdenken vanuit de klant.
4 logistieke deeltrajecten :
1. Inkooplogistiek (inbound logistics)
2. Productielogistiek
3. Distributielogistiek
4. Retourlogistiek (service)
Soorten logistieke beslissingen :
Strategische beslissingen
- Fundamentele vraagstukken (uitbesteden of niet?)
- beslissingen vastgelegd in strategisch plan voor LT (3-5 jaar)
Tactisch plan
- detaillering strategisch plan (beslissingen over organisatie productie, inkoop, …)
- beslissingen vastleggen op middellange termijn (1-3 jaar)
Operationeel plan
- tactisch plan vertaald in plannen op KT (< 1 jaar)
De 3 logistieke stromen :
1. Goederenstroom (goederen, personen of diensten, zelfs documenten)
2. Informatiestroom (big data!)
3. Geldstroom (betaling)
Enkel integratie en beheersing vd 3 stromen in het bedrijf en de keten, geeft een optimale kans tot
verbetering van het bedrijfsresultaat.
Het waardeketen-concept van Porter :
- Value Chain concept (waardekringloopmodel)
o de weg de een order aflegt wordt door de onderneming leidend voor de
bedrijfsvoering
o het gaat niet om afdelingen, maar om processen !
o bedrijfsproces = verzameling van samenhangende activiteiten die start met een
trigger en eindigt bij het opleveren van één of meerder producten
- Primaire activiteiten : directe relatie met het vervaardigen vh product/dienst
- Ondersteunende activiteiten : betrekking op de inputs en infrastructuur vh bedrijf
, 2
5 kostencomponenten in de logistiek :
1. Transportkost
a. De afstand
b. De benodigde tijd
c. De gekozen transportmodus
2. Overslagkost (laden en lossen)
3. Transporttijdkost (onderweg zijn vd goederen)
a. Kapitaalkost (goederen kunnen niet gebruikt worden voor andere doeleinden)
b. Kost voor vermindering in waarde of het bederf van getransporteerde goederen
c. Kost door schade en verlies
4. Voorraadkost
a. Interest- of kapitaalkosten
b. Risicokosten (brand en diefstal, bederfbaarheid en economische veroudering)
c. Magazijnkosten
5. Interne bedrijfskost (personeel en specifieke know-how, infrastructuur, ICT en
kantoormateriaal, onderhoud, energie, verzekering en financiering)
3 waarde strategische opties door Tracey en Wiersma :
Productleider (product leadership) vb. Apple
Operational excellence (kostenleider) vb. Ryanair
Customer Intimacy (klantenpartnerschap) vb. Albert Hein
Effect van logistiek op rentabiliteit :
Du Pont Schema :
Mede de ROI geeft een idee over de waarde ve aandeel vd onderneming
Besparingen in het logistieke traject kunnen een enorme invloed hebben op het
bedrijfsresultaat ve onderneming -> hefboomeffect
Besparingen in logistieke traject mogen niet ten kosten gaan vd kwaliteit
The Silo Mentality : iedereen denkt alleen aan zijn eigen departement, niet goed dus. Niet denken in
afdelingen, maar in processen !
Incourante voorraad : voorraad die niemand nog wil, maar die wel nog in voorraad ligt. Geen
economische waarde meer, maar moet je wel nog afschrijven.
, 3
HOOFDSTUK 2 :
Rol vd klant in de logistiek :
Logistiek draait om klanttevredenheid (als bedrijf weten wat de klant verwacht, en van
hieruit vertrekken om logistiek op te zetten)
Customer service : externe logistieke prestaties gelinkt aan de verkoop ve product/dienst + niet
alleen bij leveren (vb. tijdig leveren van volledig order), maar ook voor, tijdens en na de levering !
Customer service als klantgericht ondernemingsfilosofie die alle elementen betreffende het raakvlak
met de klanten integreert en beheerst, binnen een vooraf vastgesteld optimum van kosten en
service. Geen service leveren aan klanten die geen relatie opbouwen !
Servicekloof : het verschil tussen de perceptie vd klant en perceptie vd leverancier
Kraljic-matrix : 2 criteria :
Financieel risico/belang
(Toe)leveringsrisico
