1 Marktvormen
1.1 Een perfecte markt
Heeft elke aanbieder hetzelfde product, dan spreek je van een homogeen product.
Heeft elke aanbieder een verschillend product, dan spreek je van een heterogeen product.
Toetredingsdrempels zorgen ervoor dat het moeilijk is om tot de markt toe te treden.
Met behulp van het aantal aanbieders, aantal vragers en het soort product dat wordt verkocht,
kun je markten indelen in verschillende soorten die marktvormen heten.
Aantal aanbieders Homogeen product Heterogeen product
Veel Volkomen concurrentie Monopolistische concurrentie
Weinig Homogeen oligopolie Heterogeen oligopolie
Één Monolpolie
Op een markt van volkomen concurrentie zijn er veel aanbieders en vragers en is er sprake van
een homogeen product. Doordat alle producten hetzelfde zijn, kan geen enkele aanbieder de prijs
beïnvloeden.
Als de prijs niet te beïnvloeden is, dan is het enige wat de productent wel kan beïnvloeden de
geproduceerde hoeveelheid. Je spreekt in dit geval dan ook van een hoeveelheidsaanpasser.
1.2 De enige aanbieder
Er zijn verschillende soorten monopolies:
- Natuurlijk monopolie;
- Staatsmonopolie;
- Technisch monopolie;
- Feitelijk monopolie.
Door de afwezigheid van concurrenten kan de monopolist zelf zijn prijs bepalen. De monopolist is
daarmee prijszetter.
De bedrijfspraktijk waarbij een bedrijf hetzelfde product tegen verschillende prijzen aan
verschillende klanten verkoopt, noem je prijsdiscriminatie.
Als je de markt kunt verdelen in bijvoorbeeld 2 deelmarkten en de betalingsbereidheid van de
vrager op de deelmarkten is verschillend, dan kun je het consumentensurplus afromen door
prijsdiscriminatie toe te passen.
1.3 Je onderscheiden van de concurrent
Als er op een markt een beperkt aantal aanbieders opereert dan is er sprake van de marktvorm
oligopolie. Bij een oligopolie ligt de marktmacht in handen van een beperkt aantal aanbieders.
Omdat de concurrentie binnen een oligopolie doorgaans behoorlijk aanwezig is, zullen
producenten op verschillende manieren met elkaar concurreren, bijvoorbeeld met de prijs. Dan
spreken we over prijsconcurrentie.
Het kan ook met bepaalde producteigenschappen waarbij de prijs geen doorslaggevende factor
is. Dit wordt niet-prijsconcurrentie genoemd.
1.1 Een perfecte markt
Heeft elke aanbieder hetzelfde product, dan spreek je van een homogeen product.
Heeft elke aanbieder een verschillend product, dan spreek je van een heterogeen product.
Toetredingsdrempels zorgen ervoor dat het moeilijk is om tot de markt toe te treden.
Met behulp van het aantal aanbieders, aantal vragers en het soort product dat wordt verkocht,
kun je markten indelen in verschillende soorten die marktvormen heten.
Aantal aanbieders Homogeen product Heterogeen product
Veel Volkomen concurrentie Monopolistische concurrentie
Weinig Homogeen oligopolie Heterogeen oligopolie
Één Monolpolie
Op een markt van volkomen concurrentie zijn er veel aanbieders en vragers en is er sprake van
een homogeen product. Doordat alle producten hetzelfde zijn, kan geen enkele aanbieder de prijs
beïnvloeden.
Als de prijs niet te beïnvloeden is, dan is het enige wat de productent wel kan beïnvloeden de
geproduceerde hoeveelheid. Je spreekt in dit geval dan ook van een hoeveelheidsaanpasser.
1.2 De enige aanbieder
Er zijn verschillende soorten monopolies:
- Natuurlijk monopolie;
- Staatsmonopolie;
- Technisch monopolie;
- Feitelijk monopolie.
Door de afwezigheid van concurrenten kan de monopolist zelf zijn prijs bepalen. De monopolist is
daarmee prijszetter.
De bedrijfspraktijk waarbij een bedrijf hetzelfde product tegen verschillende prijzen aan
verschillende klanten verkoopt, noem je prijsdiscriminatie.
Als je de markt kunt verdelen in bijvoorbeeld 2 deelmarkten en de betalingsbereidheid van de
vrager op de deelmarkten is verschillend, dan kun je het consumentensurplus afromen door
prijsdiscriminatie toe te passen.
1.3 Je onderscheiden van de concurrent
Als er op een markt een beperkt aantal aanbieders opereert dan is er sprake van de marktvorm
oligopolie. Bij een oligopolie ligt de marktmacht in handen van een beperkt aantal aanbieders.
Omdat de concurrentie binnen een oligopolie doorgaans behoorlijk aanwezig is, zullen
producenten op verschillende manieren met elkaar concurreren, bijvoorbeeld met de prijs. Dan
spreken we over prijsconcurrentie.
Het kan ook met bepaalde producteigenschappen waarbij de prijs geen doorslaggevende factor
is. Dit wordt niet-prijsconcurrentie genoemd.