Verbintenissenrecht
Hoorcolleges + Jurisprudentie + Werkgroepen
Week 1
Hoorcollege 1
Paragraaf 1 Verbintenissen algemeen
Ontstaan van een verbintenis art 6:1: Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit
de wet voortvloeit.
Overeenkomst is één van de bronnen van verbintenissen.
Verbintenis: één heeft schuld en ander heeft een vordering. Schuldeiser en schuldenaar.
HR Quint/Te Poel
- Feiten: Quint moet volgens overeenkomst met Hubert Te Poel Geleenstraat 19
afbreken en twee winkelhuizen bouwen. Hubert Te Poel moet aanneemsom voldoen.
Quint bouwt; Te Poel is blut en betaalt niet.
- Panden staan op naam van Heinrich te Poel; hij is door natrekking eigenaar
- Moet Heinrich Quint betalen?
- Hof: “dat artikel 11 van de Wet, houdende Algemene Bepalingen der Wetgeving van het
Koningrijk, den rechter voorschrijft Volgens de Wet recht te spreken en het den rechter
mitsdien niet vrijstaat civielrechtelijke verbintenissen te creëren, welke niet door de Wet
gegeven en geregeld zijn”.
➔ Geen grondslag in de wet waarop Heinrich verplichte is te betalen. Kan niet buiten
de wet verplichtingen creëren
- Cassatiemiddel. Rechtsklacht want Quint is het niet eens met het hof:
ongerechtvaardigde verrijking: “omdat aan verscheidene voorschriften van het Burgerlijk
Wetboek (…) het algemene beginsel ten grondslag ligt, dat degene, die zonder wettigen
grond ten koste van het vermogen van een ander is verrijkt, jegens dien ander is verbonden
1
, tot betaling van een vergoeding gelijk aan de wade, waarmede het vermogen van den
verrijkte ten koste van dat van dien ander zonder wettigen grond is vermeerderd”.
“welke verbintenis ook buiten de gevallen, waarin de wet een nadere uitwerking van
voormeld beginsel heeft gegeven, (…) van kracht (…) is en – mede blijkens de
rechtsgeschiedenis – begrepen moet worden geacht onder de in (…) het Burgerlijk Wetboek
genoemde verbintenissen, welke uit kracht der wet geboren worden”.
- HR: dat zich inderdaad het geval laat denken, dat een onder het vroegere recht algemeen
aanvaarde rechtsregel, weke door het Wetboek nòch uitdrukkelijk aanvaard, nòch
uitdrukkelijk verworpen is, na de invoering van het Wetboek blijft voortleven, en deze regel
alsdan krachtens de traditie als geldend recht moet worden aanvaard; dat zodanig geval zich
echter te dezen niet voordoet;
- HR: dat … het Hof door, na te hebben bevonden dat het door Quint gepretendeerde
vorderingsrecht niet in een bepaald wetsartikel steun vindt, daaraan de
gevolgtrekking te verbinden, dat aan Quint geen vorderingsrecht toekomt, een te
enge uitlegging heeft gegeven aan de woorden “uit de wet”;
dat uit deze woorden immers geenszins volgt, dat elke verbintenis rechtstreeks op
enig wetsartikel moet steunen, doch daaruit slechts mag worden afgeleid, dat in
gevallen die niet bepaaldelijk door de wet zijn geregeld, de oplossing moet worden
aanvaard, die in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wel in de wet geregelde
gevallen’.
Gevolg voor betekenis 6:1 BW
- Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit
OF
- Een verbintenis ontstaat als die past in het stelsel van de wet en aansluit bij de wel in
de wet geregelde gevallen
Paragraaf 2 Precontractuele fase
HR Baris/Riezenkamp
Onderhandelingsfase. Wat is de rechtsverhouding?
- Bijzondere rechtsverhouding
- Beheerst door ‘goede trouw’ (=redelijkheid & billijkheid)
- Gerechtvaardigde belangen wederpartij
- Er kunnen verplichtingen uit voort bloeien: bijv. het spreken waar dat plicht is.
- In de context van dwaling
- Dwalende zelf een ‘onderzoeksplicht’
- Maar men mag in de regel afgaan op juistheid mededelingen van de wederpartij
➔ Geen nieuwe bron van verbintenis, maar zonder contract zijn er dus wel
degelijk verplichtingen
➔ Eventueel na ontstaan overeenkomst een succesvol beroep doen op dwaling
door schending van een plicht
2
,Precontractuele problemen
1. Onderhandelingen afgebroken; overeenkomst niet ontstaan
- Plas/Valburg (je kan niet altijd zomaar onderhandeling afbreken), CBB/JPO; KLM/CCC
2. Overeenkomst wel ontstaan
- Baris/Riezenkamp (succesvol beroep op dwaling), Dexia (succesvol beroep op
schadevergoeding)
HR Plas/Valburg
‘verdichtende’ relatie. Gederfde winst vergoeden voor niet-contractspartijen? Want er is nog
geen contract. Onderhandelende partijen niet alleen gebonden aan regels van
onrechtmatige daad?
HR:
Stadium 1: vrijheid
Stadium 2: afbreken mag nog, maar niet zonder kostenvergoeding
Stadium 3: afbreken in strijd met redelijkheid en billijkheid; bij gerechtvaardigd vertrouwen
dat in ieder geval overeenkomst gesloten zal worden(..) is er óok plaats voor vergoeding van
gederfde winst.
Mensen gingen elkaar brieven schrijven “ik heb er zoveel vertrouwen in” maar dat werkte
natuurlijk niet → volgend arrest
HR CBB/JPO
Prakrijk had met leerstuk een loopje genomen
Ieder in principe vrij om af te breken tenzij onaanvaardbaar in verband met:
- Totstandkomingsvertrouwen
- Of verdere omstandigheden
= strengen en terughoudendheid nopende maatstaf
HR KLM/CCC
CCC: Aanbestedingsrecht voor overheid geschonden
HR: nee er is contractsvrijheid in onderhandelingsfase en uitgangspunt is dat bijzondere
rechtsregels voor private rechtsverhouding niet gelden.
KLM gelijkheid en transparantie?
Ook in particuliere sector?
Kwestie van contractsvrijheid;
verder: mogelijk kwestie van onaanvaardbaarheid
HR De Treek/Dexia
Bijzondere (precontractuele ) zorgplicht van de bank: beschermen tegen lichtvaardigheid
e.d. volgt uit redelijkheid en billijkheid. Reikwijdte hangt af van omstandigheden
- Sanctie: dwaling, maar niet altijd i.h.a. schadevergoeding:
Eventueel: aftrek wegens eigen schuld
Grondslag: contract of onrechtmatige daad
3
, Paragraaf 3 Rechtshandeling en overeenkomst algemeen
Artikel 3:33
- Wil
- Die op rechtsgevolg is gericht
- Die zich door een verklaring heeft geopenbaard
Art 3:35: Geen beroep op ontbreken van wil bij gerechtvaardigd vertrouwen
Art 3:37 lid 3: werking zodra ontvangen
Art 6:227c-3: werking bij elektronisch contracteren toegankelijk. Werking wanneer
ontvangen bij server. Je hoeft je mail niet geopend te hebben
Soorten rechtshandelingen:
- Meerzijdige (bijv. obligatoire overeenkomst)
- Eenzijdige
. Gericht (bijv. opzegging of ingebrekestelling)
. Niet-gericht (bijv. testament)
Grondbeginselen overeenkomstenrecht
1. Contractsvrijheid
Uitzondering inhoud in strijd met goede zeden / openbare orde art 3:40
2. Vormvrijheid (consensualisme) art 3:37-1
- Uitzondering vormvoorschriften art 3:39
- Als schriftelijkheidsvereiste voor overeenkomst dan ook elektronisch als 6:277a
- Als ondertekeningsvereiste overeenkomst dan ook elektronisch als eIDASVo+ 3:15a
- Als akte vereiste dan ook elektronisch als 156, 156a RV en eIDASVo+3:15a
3. Verbindende kracht (pacta sunt servanda = kom je overeenkomsten na!)
4. Uitzondering redelijkheid en billijkheid 6:2, 6:248
Paragraaf 4 Totstandkoming van rechtshandelingen en overeenkomsten
Overeenkomst 6:213
Artikel 6:217
- Aanbod 3:33 (3:35), 3:37-3
- Aanvaarding daarvan 3:33 (3:35), 3:37-3
Afwijking 6:225-1/2
Elektronisch contracteren, bijv. webshop
- B2B+B2C 6:227b, 6:227c (aanvaarding van zalando bijv. bedankt voor uw bestelling)
uit E-commerce Ri 2000/31
- B2C 6:230g-230k, 6:230m-230s, 6:230v uit Ri consumentenrechten 2011/83, mn 14
dagen ontbindingstermijn 6:230o BW
Paragraaf 5 Algemene voorwaarden: totstandkoming en informatieplicht m.b.t. de gele set
Algemene voorwaarden algemeen
- Definities 6:231-a
4
Hoorcolleges + Jurisprudentie + Werkgroepen
Week 1
Hoorcollege 1
Paragraaf 1 Verbintenissen algemeen
Ontstaan van een verbintenis art 6:1: Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit
de wet voortvloeit.
Overeenkomst is één van de bronnen van verbintenissen.
Verbintenis: één heeft schuld en ander heeft een vordering. Schuldeiser en schuldenaar.
HR Quint/Te Poel
- Feiten: Quint moet volgens overeenkomst met Hubert Te Poel Geleenstraat 19
afbreken en twee winkelhuizen bouwen. Hubert Te Poel moet aanneemsom voldoen.
Quint bouwt; Te Poel is blut en betaalt niet.
- Panden staan op naam van Heinrich te Poel; hij is door natrekking eigenaar
- Moet Heinrich Quint betalen?
- Hof: “dat artikel 11 van de Wet, houdende Algemene Bepalingen der Wetgeving van het
Koningrijk, den rechter voorschrijft Volgens de Wet recht te spreken en het den rechter
mitsdien niet vrijstaat civielrechtelijke verbintenissen te creëren, welke niet door de Wet
gegeven en geregeld zijn”.
➔ Geen grondslag in de wet waarop Heinrich verplichte is te betalen. Kan niet buiten
de wet verplichtingen creëren
- Cassatiemiddel. Rechtsklacht want Quint is het niet eens met het hof:
ongerechtvaardigde verrijking: “omdat aan verscheidene voorschriften van het Burgerlijk
Wetboek (…) het algemene beginsel ten grondslag ligt, dat degene, die zonder wettigen
grond ten koste van het vermogen van een ander is verrijkt, jegens dien ander is verbonden
1
, tot betaling van een vergoeding gelijk aan de wade, waarmede het vermogen van den
verrijkte ten koste van dat van dien ander zonder wettigen grond is vermeerderd”.
“welke verbintenis ook buiten de gevallen, waarin de wet een nadere uitwerking van
voormeld beginsel heeft gegeven, (…) van kracht (…) is en – mede blijkens de
rechtsgeschiedenis – begrepen moet worden geacht onder de in (…) het Burgerlijk Wetboek
genoemde verbintenissen, welke uit kracht der wet geboren worden”.
- HR: dat zich inderdaad het geval laat denken, dat een onder het vroegere recht algemeen
aanvaarde rechtsregel, weke door het Wetboek nòch uitdrukkelijk aanvaard, nòch
uitdrukkelijk verworpen is, na de invoering van het Wetboek blijft voortleven, en deze regel
alsdan krachtens de traditie als geldend recht moet worden aanvaard; dat zodanig geval zich
echter te dezen niet voordoet;
- HR: dat … het Hof door, na te hebben bevonden dat het door Quint gepretendeerde
vorderingsrecht niet in een bepaald wetsartikel steun vindt, daaraan de
gevolgtrekking te verbinden, dat aan Quint geen vorderingsrecht toekomt, een te
enge uitlegging heeft gegeven aan de woorden “uit de wet”;
dat uit deze woorden immers geenszins volgt, dat elke verbintenis rechtstreeks op
enig wetsartikel moet steunen, doch daaruit slechts mag worden afgeleid, dat in
gevallen die niet bepaaldelijk door de wet zijn geregeld, de oplossing moet worden
aanvaard, die in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wel in de wet geregelde
gevallen’.
Gevolg voor betekenis 6:1 BW
- Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit
OF
- Een verbintenis ontstaat als die past in het stelsel van de wet en aansluit bij de wel in
de wet geregelde gevallen
Paragraaf 2 Precontractuele fase
HR Baris/Riezenkamp
Onderhandelingsfase. Wat is de rechtsverhouding?
- Bijzondere rechtsverhouding
- Beheerst door ‘goede trouw’ (=redelijkheid & billijkheid)
- Gerechtvaardigde belangen wederpartij
- Er kunnen verplichtingen uit voort bloeien: bijv. het spreken waar dat plicht is.
- In de context van dwaling
- Dwalende zelf een ‘onderzoeksplicht’
- Maar men mag in de regel afgaan op juistheid mededelingen van de wederpartij
➔ Geen nieuwe bron van verbintenis, maar zonder contract zijn er dus wel
degelijk verplichtingen
➔ Eventueel na ontstaan overeenkomst een succesvol beroep doen op dwaling
door schending van een plicht
2
,Precontractuele problemen
1. Onderhandelingen afgebroken; overeenkomst niet ontstaan
- Plas/Valburg (je kan niet altijd zomaar onderhandeling afbreken), CBB/JPO; KLM/CCC
2. Overeenkomst wel ontstaan
- Baris/Riezenkamp (succesvol beroep op dwaling), Dexia (succesvol beroep op
schadevergoeding)
HR Plas/Valburg
‘verdichtende’ relatie. Gederfde winst vergoeden voor niet-contractspartijen? Want er is nog
geen contract. Onderhandelende partijen niet alleen gebonden aan regels van
onrechtmatige daad?
HR:
Stadium 1: vrijheid
Stadium 2: afbreken mag nog, maar niet zonder kostenvergoeding
Stadium 3: afbreken in strijd met redelijkheid en billijkheid; bij gerechtvaardigd vertrouwen
dat in ieder geval overeenkomst gesloten zal worden(..) is er óok plaats voor vergoeding van
gederfde winst.
Mensen gingen elkaar brieven schrijven “ik heb er zoveel vertrouwen in” maar dat werkte
natuurlijk niet → volgend arrest
HR CBB/JPO
Prakrijk had met leerstuk een loopje genomen
Ieder in principe vrij om af te breken tenzij onaanvaardbaar in verband met:
- Totstandkomingsvertrouwen
- Of verdere omstandigheden
= strengen en terughoudendheid nopende maatstaf
HR KLM/CCC
CCC: Aanbestedingsrecht voor overheid geschonden
HR: nee er is contractsvrijheid in onderhandelingsfase en uitgangspunt is dat bijzondere
rechtsregels voor private rechtsverhouding niet gelden.
KLM gelijkheid en transparantie?
Ook in particuliere sector?
Kwestie van contractsvrijheid;
verder: mogelijk kwestie van onaanvaardbaarheid
HR De Treek/Dexia
Bijzondere (precontractuele ) zorgplicht van de bank: beschermen tegen lichtvaardigheid
e.d. volgt uit redelijkheid en billijkheid. Reikwijdte hangt af van omstandigheden
- Sanctie: dwaling, maar niet altijd i.h.a. schadevergoeding:
Eventueel: aftrek wegens eigen schuld
Grondslag: contract of onrechtmatige daad
3
, Paragraaf 3 Rechtshandeling en overeenkomst algemeen
Artikel 3:33
- Wil
- Die op rechtsgevolg is gericht
- Die zich door een verklaring heeft geopenbaard
Art 3:35: Geen beroep op ontbreken van wil bij gerechtvaardigd vertrouwen
Art 3:37 lid 3: werking zodra ontvangen
Art 6:227c-3: werking bij elektronisch contracteren toegankelijk. Werking wanneer
ontvangen bij server. Je hoeft je mail niet geopend te hebben
Soorten rechtshandelingen:
- Meerzijdige (bijv. obligatoire overeenkomst)
- Eenzijdige
. Gericht (bijv. opzegging of ingebrekestelling)
. Niet-gericht (bijv. testament)
Grondbeginselen overeenkomstenrecht
1. Contractsvrijheid
Uitzondering inhoud in strijd met goede zeden / openbare orde art 3:40
2. Vormvrijheid (consensualisme) art 3:37-1
- Uitzondering vormvoorschriften art 3:39
- Als schriftelijkheidsvereiste voor overeenkomst dan ook elektronisch als 6:277a
- Als ondertekeningsvereiste overeenkomst dan ook elektronisch als eIDASVo+ 3:15a
- Als akte vereiste dan ook elektronisch als 156, 156a RV en eIDASVo+3:15a
3. Verbindende kracht (pacta sunt servanda = kom je overeenkomsten na!)
4. Uitzondering redelijkheid en billijkheid 6:2, 6:248
Paragraaf 4 Totstandkoming van rechtshandelingen en overeenkomsten
Overeenkomst 6:213
Artikel 6:217
- Aanbod 3:33 (3:35), 3:37-3
- Aanvaarding daarvan 3:33 (3:35), 3:37-3
Afwijking 6:225-1/2
Elektronisch contracteren, bijv. webshop
- B2B+B2C 6:227b, 6:227c (aanvaarding van zalando bijv. bedankt voor uw bestelling)
uit E-commerce Ri 2000/31
- B2C 6:230g-230k, 6:230m-230s, 6:230v uit Ri consumentenrechten 2011/83, mn 14
dagen ontbindingstermijn 6:230o BW
Paragraaf 5 Algemene voorwaarden: totstandkoming en informatieplicht m.b.t. de gele set
Algemene voorwaarden algemeen
- Definities 6:231-a
4