100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Bronnen en beginselen ua samenvatting 1e jaar bachelor rechten

Rating
-
Sold
3
Pages
117
Uploaded on
10-01-2023
Written in
2022/2023

Bronnen en beginselen

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 10, 2023
Number of pages
117
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

BRONNEN & BEGINSELEN

DEEL I. INLEIDING

Recht:
- Alom tegenwoordig in samenleving, vele betekenissen => individuele aanspraak die een persoon
heeft/ geheel van rechtsregels die in samenleving gelden/ deel ervan die specifiek van toepassing
zijn op een bepaald domein van het maatschappelijke leven (het strafrecht)
- Geen statisch gegeven maar onderworpen aan de relativiteit in tijd en ruimte
- Nationaal gegeven, internationale samenwerking => internationaal recht
- Gedeeltelijke harmonisatie van het recht => bevordert rechtszekerheid + kenbaarheid recht +
transnationale rechtsverkeer maar geen internationaal rechtssysteem
- Subjectief en objectief recht:
o Subjectief recht:
 Recht dat iemand heeft om iets te doen/niet te doen => aanspraak die je als persoon
kan maken (bv. koper heeft recht op levering van gekochte goed door verkoper)
 Recht koper => verplichting verkoper
 Vanaf de geboorte
o Objectief recht:
 Geheel van regels dat in de samenleving op een bepaald moment geldt
 Zonet vermelde subjectieve rechten worden door objectief recht vastgelegd
 In rechtsdogmatiek (= wetenschappelijke studie van het objectief recht op zich) of
rechtsleer op een systematische wijze beschreven + gesystematiseerd
 Indeling van recht in rechtstakken of rechtsgebieden: eigen regels en beginselen

Voetnoten:
- “Master in de rechten” => Europese universiteiten van de middeleeuwen tot vroegmoderne tijd om
te promoveren tot “doctor utriusque iuris”, doctor in de beide rechten (Romeinse + canonieke
recht)
- Wetgever formuleert een recht vaak als vorm van verplichting voor een ander (art. 1604 1 e lid
OBW)

DEEL II. HET OBJECTIEF RECHT

A. HET BEGRIP OBJECTIEF RECHT

1. DEFINITIE

- = Recht dat in samenleving aanwezig is, geheel aan rechtsregels dat op een bepaald moment op
een bepaalde plaats van toepassing is
- = Positief recht
- Geen eensluidende definitie
- Abstract en statisch gegeven
o Abstract:
 Toegespitst op de regel: nadruk op de regel + zijn samenhang met andere regels =>
law in the books = regelgeoriënteerde of doctrinaire benadering van het recht
 ,niet law in action (= recht = geheel van regelmatige gedragingen die mensen stellen
wanneer ze bepaalde maatschappelijke problemen aanpakken, concrete naleving +
gebruik) = gedragsgeoriënteerde benadering
 Rechtsdogmatiek: objectief recht op zich wordt wetenschappelijk bestudeerd
1

,  Ruimere kijk op recht als een maatschappelijk fenomeen, meer empirische
benadering: meta – juridica (antropologie, economie, filosofie,…)
o Statisch:
 ≠ onveranderlijk: recht is onderhevig aan wijzigingen in tijd en ruimte => jurist:
levenslang leren
- In verschillende def. van objectief recht komen zelfde elementen terug:
o Gericht op normatieve ordening in en van de samenleving
o Geheel van regels en voorschriften
o Uitgevaardigd door of krachtens het maatschappelijk gezag
o Afdwingbaar door of krachtens het maatschappelijk gezag

2. DE NORMATIEVE ORDENING IN EN VAN DE SAMENLEVING ALS DOEL VAN HET RECHT

a. ORDENING VAN DE SAMENLEVING

- Waar mensen samenleven => ordening in die samenleving (ook waar geen formeel rechtssysteem
is)
- Regelgeoriënteerde benadering: rechtsregels die door of krachtens het maatschappelijk gezag
worden uitgevaardigd en gehandhaafd
- Ordening is nodig want leden van samenleving hebben zowel gelijklopende als tegenstrijdige
belangen
o Thomas Hobbes: homo homini lupus: de mens als wolf voor de medemens
 Leviathan: motivatie van de mens ligt in het goede voor zichzelf, het handelen uit
eigenbelang, ook als dat ten koste gaat van de ander
=> Kan leiden tot conflicten
=> Situatie voorkomen: natuurwetten (lex naturalis): ontwikkeld door de rede +
natuurlijke recht op zelfbehoud beperken (grenzen stellen aan de middelen waarvan
gebruikt mag worden gemaakt ten behoeve van het behoud van het eigen leven =
beperking recht op zelfbehoud)
 Streven naar vrede: andere natuurwetten staan in functie hiervan (men
moet zich aan overeenkomsten houden,…)
=> Betekent niet dat men dit effectief naleeft (eigen irrationeel gedrag:
eigen aan de mens + onvermijdelijk)
=> Politieke orde nodig met één machthebber of soeverein:
 Concrete regels of positieve wetten uitvaardigen
 Afdwingen van die wetten + geschillen beslechten
 Sociaal contract: mensen dragen hun natuurlijke recht
 over aan de soeverein (geen contractspartij) + verbinden
zich ten aanzien van elkaar om de uitoefening van het
gezag te aanvaarden, positieve wetten na te leven +
daaraan hun medewerking te verlenen, voorkeur Hobbes:
erkenning sterke soeverein met absolute macht
- Latere filosofen: vullen sociaal contract op minder absolute wijze in
o John Locke:
 Sociaal contract tussen vrije en gelijke individuen die in oorspronkelijke
natuurtoestand natuurlijke rechten op leven, gezonheid, vrijheid en bezit hebben
 Two Treatises of Governement (1690):
 Minder pessimistisch over aard van de mens: mensen kunnen samenleven
zonder staat


2

, Conflicten over de miskenning van natuurlijke rechten => onenigheid over
vraag van schending
 Sociaal contract met derde: de Staat:
o Natuurrechten definiëren (wetgevende functie)
o Geschillen erover beslechten (rechtsprekende functie)
 Deze 2 machten: gescheiden
 Macht Staat niet absoluut: instemming van de meerderheid
 Volkssoevereiniteit
o Jean – Jacques Rousseau:
 Du contrat social (1762):
 Collectieve benadering
 Individu is van nature vrij maar door machtsrelaties kan de een de ander
onderdrukken
=> Vrijheid terugbrengen: sociaal contract: individuen ruilen hun individuele
wil in voor de algemene wil die de uitdrukking is van het geheel van mensen
 Collectieve volkswil en vrijheid staan voorop
 Directe deelname aan de macht door burger: volksvergaderingen i.p.v.
vertegenwoordigers

 Ordening bestaat niet op zich maar houdt verband met vraag hoe mens zijn leven kan leiden in
vrijheid en eigenheid + tegelijkertijd ook in overeenstemming met de vrijheid en eigenheid van
anderen
 Recht: zal aan dat leven richting en leidinggeven (directum)
o Doet dit op een normatieve wijze
o Ordening niet overal dezelfde: verschillen in tijd en ruimte (geen universeel geldend positief
rechtssysteem)

- 2 essentiële kenmerken voor een succesvolle werking van het recht: rechtszekerheid +
rechtvaardigheid

b. RECHT EN RECHTSZEKERHEID

- Orde in ordening nodig => zekerheid over het recht: rechtszekerheid
- Veronderstelt dat wie is onderworpen aan het recht, de rechtsonderhorige, moet in staat zijn om de
gevolgen van zijn handelen te voorzien
- Aantal kenmerken:
o Duidelijkheid en consistentie: duidelijke rechtsregel -> gedrag hierop afstemmen, geen
tegenstrijdige regels: consistent rechtssysteem (wetsconflicten)
o Vastheid: recht mag niet om de haverklap wijzigen, niet – retroactiviteit, rechtsregel in
oorspronkelijke versie toepassen wanneer op moment van betwisting handeling wet al gewijzigd
is
o Voorspelbaarheid: rechtsgevolgen voorzien
o Algemeen van toepassing (gelijkheid maar niet ied. gelijk behandelen -> verantwoording: bv.
diploma nodig om te studeren aan UA: geen discriminatie want verantwoording)
- Nauw verbonden met notie van de rechtsstaat of de rule of law: organen van de Staat mogen enkel
macht uitoefenen voor zover deze op overeengekomen regels is gebaseerd en niet op willekeurige basis,
gebonden door het recht:
o Eenieder (ook overheid) onderworpen aan de wet
o Wetgevende en rechtsprekende functie zijn gescheiden
o Niemand staat boven de wet


3

, - Enkel betrekking op formele of vormelijke aspecten van het recht maar inhoud van recht is ook
belangrijk + nauw verbonden met vraag van vrijheid van het individu
- Rule of law, Etat légal: staat waar wetgeving op algemene wijze door het bevoegde orgaan wordt
aangenomen + consequent wordt toegepast op alle gevallen door de rechter => recht zonder inhoudelijk
beoordelingskader van de aangenomen en toegepaste rechtsregel
=> Kenmerkend voor positivistische school in de rechtsfilosofie:
o Positvisme = wetenschapsfilosofische stroming die zich in de 19 e eeuw ontwikkelde + zich
beperkt tot de beschrijving van reële wetmatigheden, los van religieuze en metafysische
dogma’s
o Beschrijving van concrete en empirisch vast te stellen ervaringen
o Wet als voornaamste bron van het recht
o Uitgangspunten (Peeraer):
 Wil van wetgever is enige bron van recht
 Enkel regels die door staat volgens geijkte procedures worden uitgevaardigd = rechtsregels
(buiten Staat = geen recht)
 Beoefening recht = waardenvrije discipline
 Geen noodzakelijke band tussen recht en moraal
o Bekijkt recht formeel, los van de inhoud van het recht, kwestie van de “vorm” van het recht
o Formeel: rechtszekerheid maar recht?
 Vb. : casus - Duitse Rassenwetten/ Nürnbergwetten
 1e wet: Rijksburgerschapswet: voorwaarden om Duits staatsburgerschap
te bezitten
o Enkel rijksburgers genoten volledige politieke rechten
o Minister binnnenlandse zaken: verdere uitvoering + aanvulling
o 1e Verordening: Jood kan geen rijksburger zijn, heeft geen
stemrecht + kan geen openbaar ambt bekleden
o Art. 5: wie is Jood en wie is van gemengd Joods bloed (de
Jüdischer Mischling)
 2e wet: voortbestaan van de Duitste natie te waarborgen, waarvoor “de
zuiverheid van het Duitse bloed een noodzakelijke voorwaarde is”
o Ingrijpen in familierecht
o Huwelijken en buitenechtelijke relaties tussen Joden en
staatsburgers strikt verboden
o Geen vrouwelijke onderdanen van Duitse of aanverwante bloede
onder de 45 jaar als huishoudelijk personeel bij joden
=> Louter positivistisch: wetten voldoen aan voorwaarden van
rechtszekerheid maar geen sprake van recht (formeel geldig)
=> Louter formele criteria volstaan niet om te kunnen spreken van recht,
ook inhoud moet worden bekeken
- Vergelijkbaar met benadering van het democratisch bestel zelf:
o Formele democratiebenadering: procedurele democratie, inhoudelijke uitkomst is van geen
tel; enkel de meerderheid van de stemmen is doorslaggevend => democratie:
waardenneutraal
- Materiële democratiegedachte: democratie moet meer zijn dan enkel een correct functionerende
besluitvormingsprocedure:
o Meerderheid moet rekening houden met fundamentele waarden, gelijkheid, vrijheid,
menselijke waardigheid
 Werkt door in opvatting over rechtsstaat:
o Ruimere opvatting: naast naleving van de rule of law in enge zin ook
bevoegdheidsbeperkingen aan de staatsmachten opleggen + mensenrechten beschermen


4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
lp1964 Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
71
Member since
2 year
Number of followers
51
Documents
10
Last sold
3 weeks ago

3.5

4 reviews

5
0
4
2
3
2
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions