100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Overzicht onderdeel spelling Nieuw Nederlands 4 Vwo.

Rating
-
Sold
-
Pages
8
Uploaded on
10-01-2023
Written in
2022/2023

Een overzicht over het onderdeel spelling (p. 280 t/m 311) uit het lesboek Nieuw Nederlands 4 Vwo. Specifieke beantwoording van de 'wat moet je kunnen' vragen, voor een volledige kennis wat betreft het onderdeel spelling.

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
4

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Spelling p. 280 t/m 311
Uploaded on
January 10, 2023
Number of pages
8
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Overzicht spelling Nieuw Nederlands v4 periode 2

Wat moet je kunnen?

Werkwoorden correct spellen in een zin:

Persoonsvorm (pv):
- Vind je door vraagzin te maken.

In tegenwoordige tijd:
 Enkelvoud:
 Bij ik-vorm of je/jij vorm achter pv > ik beloof, ik word; beloof je/jij, word je/jij;
 Bij jij-, hij-, zij-, men, het-vorm > vorm + t > jij belooft, jij wordt, hij/zij belooft/wordt.
 Meervoud:
 Hele werkwoord: wij beloven, de spelers beloven.
 Importwerkwoorden (Engels/Frans):
 Zelfde als Nederlandse woorden > ik relax, ze relaxt; ik baseball, hij baseballt;
 Bij uitspraakproblemen: laat uitgangs-e staan > ik breakdance, hij breakdancet; ik
delete, men deletet.

Verleden tijd:
 Bij zwakke werkwoorden > ’t kofschip xy:
 Laatste letter stam uit ’t kofschip xy afkomstig > ik-vorm + te(n) > juichen: juichte(n);
 Laatste letter stam niet uit ’t kofschip xy afkomstig > ik-vorm + de(n) > blozen:
bloosde(n). Let op: klinkers uit ‘t kofschip xy tellen niet mee.
- Let op: staat er al een d/t, dan verdubbelen > red: redde(n) & zucht: zuchtte(n)
 Bij sterke werkwoorden: krijgt andere vorm. Maak langer bij twijfel d/t, nooit beide
(dt)! Zij zoekt: zij zocht, want zochten.
 Importwerkwoorden (Engels/Frans): ’t kofschip xy + bij uitzonderingen uitgangs-e
laten staan.

Overige ww-vormen:
 Infinitief (hele ww): hijgen, zingen;
 Gebiedende wijs: als ik-vorm > Kom op tijd! Word nou eens volwassen;
 Onvoltooid deelwoord: infinitief + d(e) > hijgend(e), zingend(e);
 Voltooid deelwoord sterk ww: eindigt meestal op -en, komt na vorm
hebben/zijn/worden > ik heb gekeken.
 Voltooid deelwoord zwak ww: langer maken bij twijfel d/t, komt na vorm
hebben/zijn/worden > ik ben verdwaald.
 (On)voltooid deelwoord zwak ww als bijvoeglijk naamwoord = zo kort mogelijk,
m.u.v. uitspraakproblemen > het mooi verlichte huis, het pas gewitte plafond.
 (On)voltooid deelwoord sterk ww als bijvoeglijk naamwoord: veranderen niet.



Hoofdletters en leestekens plaatsen in een zin:

, Gebruik hoofdletter:
 Begin van de zin. Let op: zin begint met apostrof? Tweede woord krijgt hoofdletter;
 Persoonsnamen. Let op: staat er bij een achternaam met voorvoegsel geen
voornaam of voorletter? Eerste voorvoegsel krijgt hoofdletter > de heer Van der Loo;
 Namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten;
 (Afleidingen van) Aardrijkskundige namen, namen van merken, historische
gebeurtenissen, gebouwen, feestdagen & titels van boeken/films.

Gebruik kleine letter:
 Soorten > een glaasje bordeaux;
 Historische periodes > de middeleeuwen;
 Afleidingen van feestdagen > kerstboom, paasvakantie;
 Maanden, dagen & jaargetijden;
 Windstreken > het noorden;
 (Afleidingen van) religies > christendom, islam, katholiek;

Gebruik leestekens:
 Punt:
 Aan het eind van een mededelende zin;
 Bij afkortingen (m.u.v.) en niet bij initiaalwoorden (pc, NS), letterwoorden (TROS,
pin), maten & gewichten.

 Vraagteken:
 Aan het eind van een letterlijk gestelde vraag en dus niet in de indirecte rede.

 Uitroepteken:
 Aan het eind van een zin met een bevel of uitroep, gebruik nooit meer dan één.

 Komma:
 Voor en na een bijstelling > Dagobert Duck, de bekende stripfiguur, is erg gierig;
 Tussen twee persoonsvormen > Als hij uitrust, bereidt zijn moeder het eten;
 Tussen onderdelen van een opsomming > Mijn kat is lief, grappig en schattig;
 Voor/na een aanspreking/tussenwerpsel > Hé, Anna, eet eens door, langzame eter!
 (In lange zinnen) voor een voegwoord waarmee de bijzin begint > Ik ben bang in het
donker, omdat ik bang ben achtervolgt te worden.

 Puntkomma (ook wel ‘en’):
 Tussen zinnen die sterk met elkaar samenhangen > De afgelopen winter was erg
streng; met name in januari lag er veel sneeuw;
 Tussen delen van opsommingen.




 Dubbele punt:
 Het aankondigen van een opsomming;

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
esms
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
194
Member since
4 year
Number of followers
125
Documents
50
Last sold
3 days ago

4.1

23 reviews

5
9
4
7
3
7
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions