Inkoop
Tentamenstof:
§ 1.1, 1.3 (blz. 34 (vanaf perfect fit – 37 (tot 1.3.3), 1.5.1
§ 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3
Heel hoofdstuk 3
§ 4.1, 4.2 (m.u.v. 135-137), 4.3 (m.u.v. 4.3.1)
§ 5.1, 5.2, 5.3
Heel hoofdstuk 6
§ 7.1, 7.2, 7.3, 7.5, 7.6
Inhoudsopgave
1.1. Begripsbepaling inkoop........................................................................................................................... 3
1.3. De noodzakelijke meerwaarde van inkoop.............................................................................................. 4
1.5. Inkoop in ontwikkeling............................................................................................................................ 4
2.2. Hoe verloopt inkoop bij service-instellingen............................................................................................ 5
3.1. Sourcingbeleid........................................................................................................................................ 6
3.2. Sourcing strategieën................................................................................................................................ 6
3.3. Leveranciersbeleid.................................................................................................................................. 7
3.4. Samenwerkingsvormen binnen inkoop.................................................................................................... 7
3.5. Uitbesteden............................................................................................................................................ 8
4.1. Rol inkoper............................................................................................................................................ 10
4.2. Initiële inkoop....................................................................................................................................... 10
4.3. Operationele inkoop............................................................................................................................. 12
5.1. Kostenopbouw...................................................................................................................................... 13
5.2. Varianten van prijszetting...................................................................................................................... 13
5.3. Total cost of ownership......................................................................................................................... 13
6.1. Soorten goederen en diensten............................................................................................................... 15
6.2. Inkoopdiagnose, spend analyse............................................................................................................. 15
6.3. Pareto-analyse...................................................................................................................................... 15
6.4. Formuleren van inkooppakketstrategie.................................................................................................16
6.5. Accountportfolio................................................................................................................................... 16
,7.1. Inkooptaken in organisaties................................................................................................................... 17
7.2. Belang van inkoop verschilt per organisatie...........................................................................................17
7.3. Inkoopontwikkelingsmodel................................................................................................................... 17
7.5. Centraal versus decentraal inkopen....................................................................................................... 18
7.6. Inrichten van een inkooporganisatie...................................................................................................... 19
, 1.1. Begripsbepaling inkoop
Inkoop is de professionele inkoop voor een organisatie, hierbij moet de inkoop bijdragen dat
de organisatie overeind blijft. Inkoop kun je op verschillende manieren opvatten:
1. Als de aanschaf zelf (het product)
2. Als functioneel gebied van een organisatie (de inkoper)
3. Als afdeling (inkoopafdeling)
Inkoop = alles waar een externe factuur tegenover staat.
Het van externe bronnen betrekken van alle goederen en diensten die noodzakelijk
zijn voor de bedrijfsuitoefening, de bedrijfsvoering en de instandhouding van het
bedrijf, tegen de voor de organisatie meest gunstige voorwaarden.
Inkoop is gericht op het primaire proces van de organisatie en op de inkoop voor het
ondersteunende proces (kantoorartikelen, toiletpapier en cateringinkoop bv).
Een inkoper moet zich de vraag stellen welke strategische, tactische op operationele
dimensie bij de een afschaf een rol speelt:
Strategisch = het vertalen van de organisatiestrategie naar een inkoopstrategie ->
toegevoegde waarde, bedrijfsrisico en kosten.
Tactisch = het beheersen van een bestand van leveranciers.
Operationeel = het inkopen zelf.
Strategische inkoopbeslissingen:
Inkopen in plaats van zelf maken
Intensieve samenwerking met klein aantal leveranciers
Risico spreiden over meer leveranciers
Meer globaal inkopen
Duurzaam inkopen
Vermindering voorraden
Vermindering retourzendingen
Overeenkomsten inkopen en verkopen = je kunt alleen iets verkopen wat je als organisatie
zelf produceert met ingekochte materialen of producten, inkopers van de ene organisatie
zijn de klanten van een verkooporganisatie van een andere organisatie (leverancier) en
zowel inkoop als verkoop moeten de externe markt goed in de gaten houden.