Week 1
1.1. Hoorcollege
Staatsnoodrecht = Aparte bepaling in de Grondwet dat als je noodzakelijk snel maatregelen
wil nemen die in strijd zijn met de Grondwet, dat mogelijk is.
Zodra een noodmaatregel intreedt en verlengd moet worden, moet de regering zo snel
mogelijk met een wetsvoorstel komen die naar de Tweede en Eerste Kamer toegaat. Als
deze door de Kamers wordt afgewezen, stopt de noodmaatregel ook meteen.
Het Staatsrecht hoort bij het Publiekrecht en is het recht dat ziet op de overheid als
organisatie.
De Staat
Als we het hebben over de Staat, hebben we het over de Staat als organisatie, ‘de overheid’,
en de Staat als specifiek organisatie, ‘de Rijksoverheid’.
Kenmerken =
(Juridisch)
1. Er is sprake van een bevolking
2. Op een territorium
3. Met een overheid die effectief gezag uitoefent
- Gezag = Het hebben van macht en wat wordt geaccepteerd door burgers. Gezag wordt
uitgeoefend door personen of instanties die macht hebben gekregen via een bepaalde
procedure. Die procedure legitimeert de verkregen macht.
Hoe krijg je burgers zo ver om macht te accepteren? (Max Weber, 1864-1920)
- Traditie: Iets is aanvaardbaar omdat het altijd al zo was.
- Charisma: De Koning, Minister-President of Burgemeester heeft charisma.
- Het werkt: Het beschermt onze vrijheid het beste.
(Overig)
4. En die het vermogen heeft om betrekkingen met andere staten te onderhouden.
Democratie
Definitie = De bevolking oefent beslissende invloed uit op de regering van het land door
- Verkiezing van die regering
- En/of van een vertegenwoordigend orgaan dat de regering controleert en machtigt
(parlement)
- Of door direct zelf beslissingen te nemen.
Het woordje ‘Democratie’ = Democratie is een samentrekking van twee Griekse woorden:
volk en heersen, dus samen volksheerschappij.
Voorwaarden =
1. Actief en passief kiesrecht in vrije en geheime verkiezingen (Artikel 4 Grondwet)
2. Openbaarheid van informatie en transparantie van overheidsoptreden (Wet open
overheid)
Openbaarheid is cruciaal vanuit het belang van kiezers om inzicht te hebben in werking van
de overheid en haar besluitvorming, om hun overheid te controleren en voor checks op
integriteit en kwaliteit van besluitvorming.
Vormen van openbaarheid
A) Actieve openbaarheid = Houdt in dat een overheidsorgaan uit eigen beweging zorgt voor
openbaarheid en toegankelijkheid van documenten.
B) Burgers kunnen documenten opvragen voor inzage.
3. Gelijke rechten voor iedereen
4. Pluralisme: Het idee dat er een veelheid van meningen is en niet maar een mening telt.
5. Politieke grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting/ vrijheid van vergadering
1
1.1. Hoorcollege
Staatsnoodrecht = Aparte bepaling in de Grondwet dat als je noodzakelijk snel maatregelen
wil nemen die in strijd zijn met de Grondwet, dat mogelijk is.
Zodra een noodmaatregel intreedt en verlengd moet worden, moet de regering zo snel
mogelijk met een wetsvoorstel komen die naar de Tweede en Eerste Kamer toegaat. Als
deze door de Kamers wordt afgewezen, stopt de noodmaatregel ook meteen.
Het Staatsrecht hoort bij het Publiekrecht en is het recht dat ziet op de overheid als
organisatie.
De Staat
Als we het hebben over de Staat, hebben we het over de Staat als organisatie, ‘de overheid’,
en de Staat als specifiek organisatie, ‘de Rijksoverheid’.
Kenmerken =
(Juridisch)
1. Er is sprake van een bevolking
2. Op een territorium
3. Met een overheid die effectief gezag uitoefent
- Gezag = Het hebben van macht en wat wordt geaccepteerd door burgers. Gezag wordt
uitgeoefend door personen of instanties die macht hebben gekregen via een bepaalde
procedure. Die procedure legitimeert de verkregen macht.
Hoe krijg je burgers zo ver om macht te accepteren? (Max Weber, 1864-1920)
- Traditie: Iets is aanvaardbaar omdat het altijd al zo was.
- Charisma: De Koning, Minister-President of Burgemeester heeft charisma.
- Het werkt: Het beschermt onze vrijheid het beste.
(Overig)
4. En die het vermogen heeft om betrekkingen met andere staten te onderhouden.
Democratie
Definitie = De bevolking oefent beslissende invloed uit op de regering van het land door
- Verkiezing van die regering
- En/of van een vertegenwoordigend orgaan dat de regering controleert en machtigt
(parlement)
- Of door direct zelf beslissingen te nemen.
Het woordje ‘Democratie’ = Democratie is een samentrekking van twee Griekse woorden:
volk en heersen, dus samen volksheerschappij.
Voorwaarden =
1. Actief en passief kiesrecht in vrije en geheime verkiezingen (Artikel 4 Grondwet)
2. Openbaarheid van informatie en transparantie van overheidsoptreden (Wet open
overheid)
Openbaarheid is cruciaal vanuit het belang van kiezers om inzicht te hebben in werking van
de overheid en haar besluitvorming, om hun overheid te controleren en voor checks op
integriteit en kwaliteit van besluitvorming.
Vormen van openbaarheid
A) Actieve openbaarheid = Houdt in dat een overheidsorgaan uit eigen beweging zorgt voor
openbaarheid en toegankelijkheid van documenten.
B) Burgers kunnen documenten opvragen voor inzage.
3. Gelijke rechten voor iedereen
4. Pluralisme: Het idee dat er een veelheid van meningen is en niet maar een mening telt.
5. Politieke grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting/ vrijheid van vergadering
1