PRIVAATRECH
T
Boot, Louelle
,Hoofdstuk 1: inleiding privaatrecht
Publiekrecht: het recht tussen de overheid en de burger.
(Staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht)
Privaatrecht: het privaatrecht omschrijft hoe natuurlijke personen en rechtspersonen met elkaar om
moeten gaan.
- Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed.
- Rechtspersonen: juridische constructies waarbij natuurlijke personen ingezet worden om de
doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken.
Rechtspersoonlijkheid: als men door middel van een juridische constructie aan het rechtsverkeer
deelneemt.
Het privaatrecht is onderverdeelt in het personenrecht en het vermogensrecht.
Het personenrecht: is gericht op de persoon, de natuurlijke persoon en de rechtspersoon.
Het personenrecht wordt verder uitgewerkt in het personen-en familierecht. Dit staat in BW boek 1 en 2.
Het vermogensrecht: is gericht op het vermogen van de natuurlijke persoon en de rechtspersoon. Het
vermogensrecht wordt verder geregeld in BW 3 t/m 8.
Beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht:
Vanuit het romeinse recht, via het Franse recht is het Nederlandse recht ontstaan. Ons recht kent naast
de ontstane rechtsbronnen* ook beginselen die ten grondslag liggen.
De beginselen zijn per rechtsgebieden anders.
De drie belangrijkste beginselen van het privaatrecht zijn:
1. Contractsvrijheid
2. Vromvrijheid
3. Pacta punt servanda
1. Contractsvrijheid:
Iedereen is vrij om een overeenkomst aan te gaan, te kiezen met welke wederpartij hij of zij willen
handelen en wat de inhoud van de overeenkomst is.
2. Vormvrijheid:
De totstandkoming van de overeenkomst. Het uitgangspunt dat de overeenkomst geen speciale vorm
heeft waarin de handelingen moeten worden verricht. Zo kan een overeenkomst ook mondeling worden
gesloten.
3. Pacta punt servanda:
‘’overeenkomsten moeten worden nagekomen’’. Of ‘’belofte maakt schuld’’. Wat je bent overeenkomen
moet je ook nakomen. Dit is verankerd in Art. 6:248 lid 1 BW
, Feiten en handelingen
Feiten: gebeurtenissen, omstandigheden, handelingen en verloop van tijd.
Handelingen: zijn een onderdeel van feiten en worden door mensen verricht.
- Feiten zonder rechtsgevolgen: aan feiten zonder rechtsgevolg is geen juridische consequentie
gekoppeld.
- Een rechtsfeit: een feit met een rechtsgevolg, met als gevolg dat er wettelijke regels van toepassing
worden gesteld.
Een rechtsfeit kan worden verdeeld in:
Bloot rechtsfeit: een bloot rechtsfeit is op een bepaald moment ontstaan zonder sprake van een
handeling. Er is geen sprake van een handeling maar wel een sprake van een rechtsgevolg.
Vb) De geboorte van een kind, het overlijden van een persoon, het 18 jaar worden van een persoon.
Menselijk handelen: menselijk handelen is ook op een bepaald moment ontstaan maar er ligt een
menselijke handeling aan grondslag.
Vb) een aanrijding heef tot gevolg dat er een verplichting tot het betalen van schade ontstaat.
Menselijk handelen kan worden verdeeld in:
Rechtshandeling: rechtshandeling zijn menselijke handelingen met een beoogd rechtsgevolg. Het
idee van deze handelingen is om bepaalde juridische gevolgen in het leven te roepen.
Vb) wanneer een huis wordt gekocht, dan is de bedoeling dat het huis in eigendom aan de koper wordt
overgedragen.
o Eenzijdige rechtshandelingen: er is maar 1 handelende persoon nodig
Vb) in het gang zetten van een scheiding, het opzeggen van een arbeidsovereenkomst.
o Meerzijdige rechtshandelingen: er zijn meerdere handelende personen nodig. Er is een verklaring
nodig van iedereen die betrokken is bij de overeenkomst om de juridische gevolgen tot stand te laten
komen.
Vb) een koopovereenkomst, het aangaan van een huurovereenkomst, sluiten van een huwelijk is de
verklaring van beide partijen nodig om een huwelijk tot stand te laten komen.
Feitelijk handelen: de gevolgen van menselijk handelen niet beoogd. Ze zijn niet ontstaan door een
afspraak maar uit de wet.
Vb) het omstoten van een dure wijnfles in de winkel, het gevolg is dat er schade betaald moet worden
door de dader.
- Onrechtmatige daad: er wordt gesproken van een onrechtmatige daad wanneer er een daad wordt
gepleegd die volgens de wet onrechtmatig is.
- Rechtmatige daad: een feitelijke handeling, hierbij is de daad niet in strijd met de wet.
- Wanprestatie: toerekenbare tekortkoming in de nakoming. De rechtsgevolgen zijn ontstaan omdat 1
partij zich niet aan de overeenkomst heeft gehouden. Dit zorgt ervoor dat er een schadevergoeding
zal moeten worden betaald als het product niet meer te leveren is.
T
Boot, Louelle
,Hoofdstuk 1: inleiding privaatrecht
Publiekrecht: het recht tussen de overheid en de burger.
(Staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht)
Privaatrecht: het privaatrecht omschrijft hoe natuurlijke personen en rechtspersonen met elkaar om
moeten gaan.
- Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed.
- Rechtspersonen: juridische constructies waarbij natuurlijke personen ingezet worden om de
doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken.
Rechtspersoonlijkheid: als men door middel van een juridische constructie aan het rechtsverkeer
deelneemt.
Het privaatrecht is onderverdeelt in het personenrecht en het vermogensrecht.
Het personenrecht: is gericht op de persoon, de natuurlijke persoon en de rechtspersoon.
Het personenrecht wordt verder uitgewerkt in het personen-en familierecht. Dit staat in BW boek 1 en 2.
Het vermogensrecht: is gericht op het vermogen van de natuurlijke persoon en de rechtspersoon. Het
vermogensrecht wordt verder geregeld in BW 3 t/m 8.
Beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht:
Vanuit het romeinse recht, via het Franse recht is het Nederlandse recht ontstaan. Ons recht kent naast
de ontstane rechtsbronnen* ook beginselen die ten grondslag liggen.
De beginselen zijn per rechtsgebieden anders.
De drie belangrijkste beginselen van het privaatrecht zijn:
1. Contractsvrijheid
2. Vromvrijheid
3. Pacta punt servanda
1. Contractsvrijheid:
Iedereen is vrij om een overeenkomst aan te gaan, te kiezen met welke wederpartij hij of zij willen
handelen en wat de inhoud van de overeenkomst is.
2. Vormvrijheid:
De totstandkoming van de overeenkomst. Het uitgangspunt dat de overeenkomst geen speciale vorm
heeft waarin de handelingen moeten worden verricht. Zo kan een overeenkomst ook mondeling worden
gesloten.
3. Pacta punt servanda:
‘’overeenkomsten moeten worden nagekomen’’. Of ‘’belofte maakt schuld’’. Wat je bent overeenkomen
moet je ook nakomen. Dit is verankerd in Art. 6:248 lid 1 BW
, Feiten en handelingen
Feiten: gebeurtenissen, omstandigheden, handelingen en verloop van tijd.
Handelingen: zijn een onderdeel van feiten en worden door mensen verricht.
- Feiten zonder rechtsgevolgen: aan feiten zonder rechtsgevolg is geen juridische consequentie
gekoppeld.
- Een rechtsfeit: een feit met een rechtsgevolg, met als gevolg dat er wettelijke regels van toepassing
worden gesteld.
Een rechtsfeit kan worden verdeeld in:
Bloot rechtsfeit: een bloot rechtsfeit is op een bepaald moment ontstaan zonder sprake van een
handeling. Er is geen sprake van een handeling maar wel een sprake van een rechtsgevolg.
Vb) De geboorte van een kind, het overlijden van een persoon, het 18 jaar worden van een persoon.
Menselijk handelen: menselijk handelen is ook op een bepaald moment ontstaan maar er ligt een
menselijke handeling aan grondslag.
Vb) een aanrijding heef tot gevolg dat er een verplichting tot het betalen van schade ontstaat.
Menselijk handelen kan worden verdeeld in:
Rechtshandeling: rechtshandeling zijn menselijke handelingen met een beoogd rechtsgevolg. Het
idee van deze handelingen is om bepaalde juridische gevolgen in het leven te roepen.
Vb) wanneer een huis wordt gekocht, dan is de bedoeling dat het huis in eigendom aan de koper wordt
overgedragen.
o Eenzijdige rechtshandelingen: er is maar 1 handelende persoon nodig
Vb) in het gang zetten van een scheiding, het opzeggen van een arbeidsovereenkomst.
o Meerzijdige rechtshandelingen: er zijn meerdere handelende personen nodig. Er is een verklaring
nodig van iedereen die betrokken is bij de overeenkomst om de juridische gevolgen tot stand te laten
komen.
Vb) een koopovereenkomst, het aangaan van een huurovereenkomst, sluiten van een huwelijk is de
verklaring van beide partijen nodig om een huwelijk tot stand te laten komen.
Feitelijk handelen: de gevolgen van menselijk handelen niet beoogd. Ze zijn niet ontstaan door een
afspraak maar uit de wet.
Vb) het omstoten van een dure wijnfles in de winkel, het gevolg is dat er schade betaald moet worden
door de dader.
- Onrechtmatige daad: er wordt gesproken van een onrechtmatige daad wanneer er een daad wordt
gepleegd die volgens de wet onrechtmatig is.
- Rechtmatige daad: een feitelijke handeling, hierbij is de daad niet in strijd met de wet.
- Wanprestatie: toerekenbare tekortkoming in de nakoming. De rechtsgevolgen zijn ontstaan omdat 1
partij zich niet aan de overeenkomst heeft gehouden. Dit zorgt ervoor dat er een schadevergoeding
zal moeten worden betaald als het product niet meer te leveren is.
