Controlevragen deel 1.1. p8:
1. Geef 3 eigenschappen op die bepalend kunnen zijn bij de keuze van een wand en leg uit.
Sterkte: moeten er elementen verankerd worden aan de wand.
Stijfheid: belangrijke eigenschap bij luchtgeluidisolatie. Geluid wordt voortgebracht door
trillingen. Trillingen kunnen zich verder voortplanten via een stijf materiaal.
Stabiliteit: hoog en smal materiaal is onstabiel. Dwarswand maakt het wel stabiel.
2. Leg het verschil uit tussen een droge en een traditionele afbouw.
1. Droge afbouw: geen mortel tijdens opbouw, geen pleister als afwerking.
2. Traditionele afbouw: gemetselde wanden die bepleisterd moeten worden.
Controlevragen deel 1.2.p 19:
1. Geef twee voorbeelden van prefixen die men gebruikt bij merknamen voor isolerende bakstenen.
Poro-, iso-.
2. Welke eigenschap kunnen we afleiden aan de kleur van onderstaande gipsblok.
Geluidsisolatie.
3. Hoe worden uitspringende hoeken in gipsblokken afgewerkt?
Overtollig mengsel wordt verwijderd en met een stukadoorsspaan werkt men de hoek
glad af.
4. Bespreek het begrip ‘thermische inertie’.
De muren slagen de warmte van de buitenomgeving op en geven die warmte terug af als
bijvoorbeeld ’s avonds de omgevingstemperatuur daalt.
Controlevragen deel 1.3. p27:
1. Teken een horizontale doorsnede van een wand die opgebouwd is uit metalen profielen en
gipskartonplaten. Teken op ware grootte, schaal 1/1.
Duid alle afmetingen aan met maatlijnen, duid materialen aan en gebruik de juiste tekenconventies
(oplossing: zie deel 3.1 Holle scheidingswanden in gipskartonplaten –Uitvoering punt
gipskartonplaten op metalen frame )
2. Welke eigenschap kunnen we afleiden aan de kleur van onderstaande
gipskartonplaten?
Verhoogde weerstand tegen vocht.