HC 1
Leerstof: A/B
Onderwerp: Termen en begrippen
Dieet
Definitie: Een dieet is een voeding, die om medische redenen aan specifieke
eisen moet voldoen ten behoeve van het individu.
Specifieke eisen van een dieet.
- Het gehalte aan voedingsstoffen.
- Gehalte aan andere stoffen.
- Frequentie maaltijden/verstrekkingen.
- Verdeling van de voedingsstoffen over verschillende
maaltijden/verstrekkingen.
- Consistentie van de voeding.
- Toedieningsvorm.
- Temperatuur.
- Kiemgetal.
Hoe komt een dieetadvies tot stand?
Medische diagnose:
- Therapie, doorverwijzen naar diëtist.
- Of patiënt komt niet via arts naar diëtist -> screenen!!
Dieetvoorschrift:
- Programma van eisen, dat aan het dieet ten grondslag ligt (energie,
voedingsstoffen)
Dieetadvies:
- Een ‘vertaling’ op maat van het dieetvoorschrift in voedingsmiddelen.
Voedingsadvies:
- Een ‘vertaling van Richtlijnen Goede Voeding (RGV)’ op maat in
voedingsmiddelen.
Paramedisch handelen dietist (werkwijze)
Verwijzing.
Per 1 augustus 2011 is er directe toegankelijkheid naar een diëtist.
Voorheen: schriftelijke verwijzing van een arts
Op verwijsformulier moest wettelijk staan:
- Diagnose.
- Naam, adres, geboortedatum patiënt.
- Datum.
,Verantwoordelijkheid van de diëtist in de ‘directe toegankelijkheid diëtist’:
- Goed geïnformeerd zijn.
- Inzicht hebben in eigen kunnen maar ook in eigen beperkingen.
- Cliënt/patiënt goed informeren.
- Goed samenwerken.
- Competent zijn in screeningsproces.
Let op! Je hebt als diëtist de keuze om wel of niet vrij toegankelijk te worden.
Een dietist moet waarschuwingssignalen of risico-indicatoren voor pathologie
herkennen. Dit kan in elke fase van het screenings- en behandelingsproces.
Waarschuwingssignalen of risico-indicatoren -> Het vermoeden van een
(onbehandelde):
- Cardiologische aandoening.
- Gastroenterologische aandoening.
- Nefrologische aandoening.
- Neurologische aandoening.
- Oncologische aandoening.
- Metabole ziekte.
- Psychiatrische aandoening.
- Psychosociaal probleem.
Onbekend = Onbekwaam = Onbevoegd. Daarom:
- Goed luisteren naar verhaal van de cliënt/patient.
- Op tijd verwijzen naar de (huis)arts.
- Samenwerken met collega diëtisten.
- Zorgen voor up-to-date vakkennis / nascholen!
Dieetbehandlingsprocessen.
Voorbereiding
- Diëtistische anamnese:
* Gegevens verzamelen o.a.lengte, gewicht(-sverloop).
* Hulpvraag.
* Afnemen voedingsanamnese.
Indien geen verwijzing -> Directe toegankelijkheid dietist screening.
- De diëtistische diagnose:
* Beroepsspecifiek,
* Oordeel over het gezondheidsprofiel van de patiënt.
* Basis voor het op te stellen behandelplan.
Achterliggende gegevens zijn:
,• Gezondheidsproblemen.
• Achterliggende medische factoren.
• Achterliggende externe en persoonlijke factoren.
Voorbeeld diëtistische diagnose:
- Dieetbehandelplan:
* Doelen van de behandeling.
* Eisen/ kenmerken van het dieet.
* Voedings/dieetadvies.
* Begeleiding.
* Registratie.
* Rapportage.
Afspraken in de diëtetiek
Afspraken.
- Benamingen van diëten.
- Indeling van diëten.
- Afkortingen van diëten.
- Verstrekkingseenheden (consumptie-eenheden).
- Dieetvoorlichtingssystemen;
* Aan teraden / af te raden of kies bij voorkeur/kies met mate/ kies bij
uitzondering.
* Analysecijfers (Eettabel).
Schematische indeling van diëten.
Chemische samenstelling: - Voedingsstofbeperkt “-”
, - Voedingsstofverrijkt “+”
- Voedingsstofvrij “0”
Fysische vorm: - Vloeibaar
- Gemalen
- Maaltijdfrequentie/ verdeling
Voorbeelden afkortingen.
Energie verrijkt En
+
Eiwit verrijkt E+
Natriumbeperkt Na -
Verzadigd vet Vz -
beperkt
Lactosevrij Lac
0
Nierziektedieet E- Na- K- H20
+
E+ Na- K- H20
-
HC 2
Leerstof: B
Onderwerp: Hypertensie
,Medische diagnose
De arts meet de bloeddruk(2x) en steltdiagnose hypertensie.
Diagnose hypertensie:
- Volwassenen < 60: SBD 90 / DBD 140.
- Volwassenen > 60: SBD 90 / DBD 160.
- Volwassenen negroïde: SBD 80 / DBD 130.
Laboratorium: natriumgehaltein 24-uurs urine.
-> Bedrijfsarts adviseert meneer naar diëtist te gaan.
Risicofactoren hypertensie
- Overgewicht.
- Roken.
- Hogere leeftijd.
- Te hoog alcoholgebruik.
- Geringe lichamelijke activiteit.
- Onvolwaardige voeding.
- Medicijngebruik.
- Erfelijke aanleg.
- Negroïde ras.
- Mannelijk geslacht.
Multidisciplinaire richtlijn cardiovasculair risicomanagement, CBO
2012
Behandeling:
- 1e keus niet medicamenteuze therapie.
- Bij onvoldoende effect: medicijnen.
Drop
Glycyrrhizinewerkt op nieren (denk RAAS).
Bij langdurig overmatig gebruik:
- Verhoogde bloeddruk.
- Oedeem.
- Kalium tekort.
Cafeïne
Cafeine heeft een stimulerende werking, zorgt voor vermindering
vermoeidheid en iets beter gehuigen.
Bij overdosering:
- Rusteloosheid.
- Beven.
,- Duizeligheid.
- Hartkloppingen.
- Meer vochtuitscheiding door nieren (denk RAAS).
- Slaapproblemen.
Voor cafeïne gevoelige mensen advies max 400 mg/dag
Hoeveel cafeïne:
Natrium
Omrekenen:
- 1 mg Na = 2,5 mg NaCl.
- 1 mg NaCl= 0,4 mg Na.
- 1 g NaCl = 400 mg Na.
,Zoutgevoeligheid
- Individuele verschillen.
- Meeste effect vanaf middelbare leeftijd.
- Neemt toe naar mate de bloeddruk hoger is.
-> Proefdieet.
Secundaire hypertensie
Oorzaak:
- Nierziekten.
- Hartfalen.
- Lever falen.
Behandeling:
- Natriumbeperkt dieet, soms vochtbeperkt.
- Aandacht voor kalium.
- Aandacht voor voedingstoestand.
Zwangerschapshypertensie
Richtlijnen goede voeding.
- Geen natrium beperkt dieet.
- Indien voor zwangerschap bestaande hypertensie dan door gaan met oude
dieet.
, HC 3
Leerstof: C
Onderwerp: Voedingstoestand
Begrippen
Voedingstoestand:
Conditie van het lichaam als gevolg van enerzijds de inneming, absorptie en
benutting van voeding en anderzijds de invloed van ziektefactoren.
Ondervoeding:
‘Een voedingstoestand waarbij een tekort (of dysbalans) van energie en eiwit
en evt. andere voedingsstoffen leidt tot meetbare nadelige effecten op
lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten’
Domeinen
- A: Balans van energie en eiwit en evt. andere voedingsstoffen;
Domein A Bepalen van de voedselinname
Bijv. Meet & Weet
- B: Lichaamssamenstelling;
Leerstof: A/B
Onderwerp: Termen en begrippen
Dieet
Definitie: Een dieet is een voeding, die om medische redenen aan specifieke
eisen moet voldoen ten behoeve van het individu.
Specifieke eisen van een dieet.
- Het gehalte aan voedingsstoffen.
- Gehalte aan andere stoffen.
- Frequentie maaltijden/verstrekkingen.
- Verdeling van de voedingsstoffen over verschillende
maaltijden/verstrekkingen.
- Consistentie van de voeding.
- Toedieningsvorm.
- Temperatuur.
- Kiemgetal.
Hoe komt een dieetadvies tot stand?
Medische diagnose:
- Therapie, doorverwijzen naar diëtist.
- Of patiënt komt niet via arts naar diëtist -> screenen!!
Dieetvoorschrift:
- Programma van eisen, dat aan het dieet ten grondslag ligt (energie,
voedingsstoffen)
Dieetadvies:
- Een ‘vertaling’ op maat van het dieetvoorschrift in voedingsmiddelen.
Voedingsadvies:
- Een ‘vertaling van Richtlijnen Goede Voeding (RGV)’ op maat in
voedingsmiddelen.
Paramedisch handelen dietist (werkwijze)
Verwijzing.
Per 1 augustus 2011 is er directe toegankelijkheid naar een diëtist.
Voorheen: schriftelijke verwijzing van een arts
Op verwijsformulier moest wettelijk staan:
- Diagnose.
- Naam, adres, geboortedatum patiënt.
- Datum.
,Verantwoordelijkheid van de diëtist in de ‘directe toegankelijkheid diëtist’:
- Goed geïnformeerd zijn.
- Inzicht hebben in eigen kunnen maar ook in eigen beperkingen.
- Cliënt/patiënt goed informeren.
- Goed samenwerken.
- Competent zijn in screeningsproces.
Let op! Je hebt als diëtist de keuze om wel of niet vrij toegankelijk te worden.
Een dietist moet waarschuwingssignalen of risico-indicatoren voor pathologie
herkennen. Dit kan in elke fase van het screenings- en behandelingsproces.
Waarschuwingssignalen of risico-indicatoren -> Het vermoeden van een
(onbehandelde):
- Cardiologische aandoening.
- Gastroenterologische aandoening.
- Nefrologische aandoening.
- Neurologische aandoening.
- Oncologische aandoening.
- Metabole ziekte.
- Psychiatrische aandoening.
- Psychosociaal probleem.
Onbekend = Onbekwaam = Onbevoegd. Daarom:
- Goed luisteren naar verhaal van de cliënt/patient.
- Op tijd verwijzen naar de (huis)arts.
- Samenwerken met collega diëtisten.
- Zorgen voor up-to-date vakkennis / nascholen!
Dieetbehandlingsprocessen.
Voorbereiding
- Diëtistische anamnese:
* Gegevens verzamelen o.a.lengte, gewicht(-sverloop).
* Hulpvraag.
* Afnemen voedingsanamnese.
Indien geen verwijzing -> Directe toegankelijkheid dietist screening.
- De diëtistische diagnose:
* Beroepsspecifiek,
* Oordeel over het gezondheidsprofiel van de patiënt.
* Basis voor het op te stellen behandelplan.
Achterliggende gegevens zijn:
,• Gezondheidsproblemen.
• Achterliggende medische factoren.
• Achterliggende externe en persoonlijke factoren.
Voorbeeld diëtistische diagnose:
- Dieetbehandelplan:
* Doelen van de behandeling.
* Eisen/ kenmerken van het dieet.
* Voedings/dieetadvies.
* Begeleiding.
* Registratie.
* Rapportage.
Afspraken in de diëtetiek
Afspraken.
- Benamingen van diëten.
- Indeling van diëten.
- Afkortingen van diëten.
- Verstrekkingseenheden (consumptie-eenheden).
- Dieetvoorlichtingssystemen;
* Aan teraden / af te raden of kies bij voorkeur/kies met mate/ kies bij
uitzondering.
* Analysecijfers (Eettabel).
Schematische indeling van diëten.
Chemische samenstelling: - Voedingsstofbeperkt “-”
, - Voedingsstofverrijkt “+”
- Voedingsstofvrij “0”
Fysische vorm: - Vloeibaar
- Gemalen
- Maaltijdfrequentie/ verdeling
Voorbeelden afkortingen.
Energie verrijkt En
+
Eiwit verrijkt E+
Natriumbeperkt Na -
Verzadigd vet Vz -
beperkt
Lactosevrij Lac
0
Nierziektedieet E- Na- K- H20
+
E+ Na- K- H20
-
HC 2
Leerstof: B
Onderwerp: Hypertensie
,Medische diagnose
De arts meet de bloeddruk(2x) en steltdiagnose hypertensie.
Diagnose hypertensie:
- Volwassenen < 60: SBD 90 / DBD 140.
- Volwassenen > 60: SBD 90 / DBD 160.
- Volwassenen negroïde: SBD 80 / DBD 130.
Laboratorium: natriumgehaltein 24-uurs urine.
-> Bedrijfsarts adviseert meneer naar diëtist te gaan.
Risicofactoren hypertensie
- Overgewicht.
- Roken.
- Hogere leeftijd.
- Te hoog alcoholgebruik.
- Geringe lichamelijke activiteit.
- Onvolwaardige voeding.
- Medicijngebruik.
- Erfelijke aanleg.
- Negroïde ras.
- Mannelijk geslacht.
Multidisciplinaire richtlijn cardiovasculair risicomanagement, CBO
2012
Behandeling:
- 1e keus niet medicamenteuze therapie.
- Bij onvoldoende effect: medicijnen.
Drop
Glycyrrhizinewerkt op nieren (denk RAAS).
Bij langdurig overmatig gebruik:
- Verhoogde bloeddruk.
- Oedeem.
- Kalium tekort.
Cafeïne
Cafeine heeft een stimulerende werking, zorgt voor vermindering
vermoeidheid en iets beter gehuigen.
Bij overdosering:
- Rusteloosheid.
- Beven.
,- Duizeligheid.
- Hartkloppingen.
- Meer vochtuitscheiding door nieren (denk RAAS).
- Slaapproblemen.
Voor cafeïne gevoelige mensen advies max 400 mg/dag
Hoeveel cafeïne:
Natrium
Omrekenen:
- 1 mg Na = 2,5 mg NaCl.
- 1 mg NaCl= 0,4 mg Na.
- 1 g NaCl = 400 mg Na.
,Zoutgevoeligheid
- Individuele verschillen.
- Meeste effect vanaf middelbare leeftijd.
- Neemt toe naar mate de bloeddruk hoger is.
-> Proefdieet.
Secundaire hypertensie
Oorzaak:
- Nierziekten.
- Hartfalen.
- Lever falen.
Behandeling:
- Natriumbeperkt dieet, soms vochtbeperkt.
- Aandacht voor kalium.
- Aandacht voor voedingstoestand.
Zwangerschapshypertensie
Richtlijnen goede voeding.
- Geen natrium beperkt dieet.
- Indien voor zwangerschap bestaande hypertensie dan door gaan met oude
dieet.
, HC 3
Leerstof: C
Onderwerp: Voedingstoestand
Begrippen
Voedingstoestand:
Conditie van het lichaam als gevolg van enerzijds de inneming, absorptie en
benutting van voeding en anderzijds de invloed van ziektefactoren.
Ondervoeding:
‘Een voedingstoestand waarbij een tekort (of dysbalans) van energie en eiwit
en evt. andere voedingsstoffen leidt tot meetbare nadelige effecten op
lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten’
Domeinen
- A: Balans van energie en eiwit en evt. andere voedingsstoffen;
Domein A Bepalen van de voedselinname
Bijv. Meet & Weet
- B: Lichaamssamenstelling;