Hoofdstuk 6 De overheid grijpt in
6.1 Waarom grijpt de overheid in?
De overheid grijpt in als de markt hun werk niet of niet goed doen
o Grijpt in bij marktfalen
Sommige producten worden niet door private ondernemingen geproduceerd
Markten functioneren als het om individuele goederen en diensten gaat
Individuele goederen = goederen die splitsbaar zijn in eenheden die aan
individuele personen kunnen worden verkocht
Collectieve goederen = goederen die niet splitsbaar zijn in individueel
leverbare eenheden
o Kan niet door ondernemingen worden gemaakt
o Niet-uitsluitbaarheid; niemand kan van het gebruik ervan worden
uitgesloten
Quasi-collectief goed; het wordt aangeboden door de overheid, maar het
zou wel gesplitst kunnen worden in individueel leverbare eenheden
o Bijv. onderwijs
Productie kan schadelijke neveneffecten hebben
Aardgas → bodemdaling & aardschokken (materiële schade)
Externe effecten = gevolgen van productie of consumptie door de een voor
de welvaart van een ander
Negatief extern effect
o Schade door aardgaswinning
o Luidshinder bij luchthaven Schiphol
o Afname welvaart buiten het prijsmechanisme; er wordt geen rekening
gehouden met het effect op de welvaart bij het vaststellen van de prijs
Positief extern effect
o Onderneming geeft personeel goede scholing
Markten kunnen een politiek onaanvaardbare inkomensverdeling tot stand brengen
Sociale zekerheid; alle wettelijke regelingen die voorzien in de gevolgen van
inkomensverlies of bijzondere financiële lasten
Participatiewet → uitkering op minimumloon
Zonder deze regelingen → onaanvaardbare inkomensverschillen
Aanbieders op monopolieachtige markten kunnen misbruik maken van hun macht
Hoe meer macht voor onderneming, hoe minder voor consument
Grenzen stellen aan prijsverhoging
Kartelvorming opsporen en beboeten
6.1 Waarom grijpt de overheid in?
De overheid grijpt in als de markt hun werk niet of niet goed doen
o Grijpt in bij marktfalen
Sommige producten worden niet door private ondernemingen geproduceerd
Markten functioneren als het om individuele goederen en diensten gaat
Individuele goederen = goederen die splitsbaar zijn in eenheden die aan
individuele personen kunnen worden verkocht
Collectieve goederen = goederen die niet splitsbaar zijn in individueel
leverbare eenheden
o Kan niet door ondernemingen worden gemaakt
o Niet-uitsluitbaarheid; niemand kan van het gebruik ervan worden
uitgesloten
Quasi-collectief goed; het wordt aangeboden door de overheid, maar het
zou wel gesplitst kunnen worden in individueel leverbare eenheden
o Bijv. onderwijs
Productie kan schadelijke neveneffecten hebben
Aardgas → bodemdaling & aardschokken (materiële schade)
Externe effecten = gevolgen van productie of consumptie door de een voor
de welvaart van een ander
Negatief extern effect
o Schade door aardgaswinning
o Luidshinder bij luchthaven Schiphol
o Afname welvaart buiten het prijsmechanisme; er wordt geen rekening
gehouden met het effect op de welvaart bij het vaststellen van de prijs
Positief extern effect
o Onderneming geeft personeel goede scholing
Markten kunnen een politiek onaanvaardbare inkomensverdeling tot stand brengen
Sociale zekerheid; alle wettelijke regelingen die voorzien in de gevolgen van
inkomensverlies of bijzondere financiële lasten
Participatiewet → uitkering op minimumloon
Zonder deze regelingen → onaanvaardbare inkomensverschillen
Aanbieders op monopolieachtige markten kunnen misbruik maken van hun macht
Hoe meer macht voor onderneming, hoe minder voor consument
Grenzen stellen aan prijsverhoging
Kartelvorming opsporen en beboeten