ERP-systeem
1. Inleiding
ERP-system = Enterprise Resources Planning
Wat = alle financiële, logistieke, personele en commerciële middelen van de
onderneming plannen en op elkaar afstemmen
Doel = alle gegevens van alle verschillende afdelingen binnen een bedrijf in één systeem
te centraliseren met behulp van een gemeenschappelijke database
Voordeel = alle gegevens voor iedereen beschikbaar
Nadeel = dure implementatiekost
ERP-toepassingen = SAP, Exact, Microsoft en Oracle
2. Wat is boekhouden?
Wat = systematisch registreren of boeken van verrichtingen
Jaarrekening = resultatenrekening, balans, sociale balans en toelichting
Cashflow = resultaat van het geld die is binnengekomen en buitengegaan in een jaar
Vermogenstoestand = toestand van werkings- en financieringsmiddelen op een
welbepaald ogenblik
Resultaat = overschot of tekort ontstaan uit bedrijfsactiviteiten van de onderneming over
een bepaalde periode
Eénmanszaak en kleine vzw = enkelvoudige boekhouding => geen vennootschap
Grote vzw en vennootschappen = dubbele boekhouding en jaarrekening openbaar
Balans = overzicht van de werkingsmiddelen en financieringsmiddelen
o Passiva wordt op één of andere manier aangewend en activa wordt op één of
andere manier gefinancierd => passief = actief
Resultatenrekening = analyse van resultaat (= verschil tussen opbrengsten en kosten)
o Bedrijfsresultaat = commerciële of bedrijfsactiviteiten
o Financiële resultaat = financiële verrichtingen
o Belastingen enkel betalen op winst
o Winst = eigen vermogen of uitkeren, dividend, tantièmes
Verlies = overdragen naar volgend boekjaar
MAR = Minimum Algemeen Rekenstelsel
Aankoopfactuur = D: product – D: 41100 – C: 44000
Verkoopfactuur = D: 40000 – C: 70000 – C: 45100
Bankuitreksel = C: 55000 – D: 44000 OF D: 55000 – C: 40000
, Proefbalans = 2 kolommen voor elke rekening het totaal van D en C
Saldibalans = voor elke rekening het saldo van de rekening bepaald en weergegeven
aanschaffingswaarde−restwaarde
Jaarlijks afschrijvingsbedrag=
gebruiksduur
Afschrijvingen boeken = D: 63020 – C: 24009 = correctierekening
BTW-rekening einde BKJ
D 41100 Terug te vorderen D 41100 Terug te
< C 45100 Te betalen btw vorderen
> C 45100 Te betalen btw
D 45100 Te betalen btw
D 45100 Te betalen btw
@ C 41100 Terug te vorderen
D 41110 BTW R/C: vordering
@ C 45110 BTW R/C: schuld
@ C 41100 Terug te vorderen
Herklassering van de schulden op meer dan één jaar naar minder dan één jaar
D 17300 Schulden op > 1 jaar
@ C 42300 Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen
BTW = verbruiksbelasting = btw-belastingplichtige onderneming -> doorstorten staat
Kenmerken btw-belastingplichtige
o Eenieder = natuurlijk persoon, rechtspersoon (BV, CV, NV), groepering
o Verrichten economische activiteit
o Werkzaamheid regelen door opeenvolgende handelingen zelfstandig
o Met of zonder winstoogmerk
o Hoofd- of als bijberoep
4 grote categorieën van belastbare activiteiten
1. Levering van goederen
2. Verrichten van diensten
3. Invoer = btw betalen aan douanekantoor
4. Intracommunautaire verwevingen = goederen uit andere EU-lidstaten
Vrijstellingen van btw op verkoopfactuur = uitvoer & intracommunautaire leveringen
Intracommunautaire levering = goederen naar andere EU-landen vervoeren
Uitvoer en invoer = goederen van buiten de EU of gaan buiten de EU
3. Cronus database
RTC = Role Tailored Client = gepersonaliseerd hoofdmenu volgens functie gebruiker
Afdelingen = financiën, logistiek, verkoop, HRM, productie, service en projectbeheer
3 soorten pagina’s = rolcentrum, tabelpagina, kaartpagina
Sorteren = ^ naast de naam van een kolom (oplopend of aflopend)
Order opslaan als PDF = afdrukken PDF-document
Teken Betekenis Voorbeeld Weergegeven records
.. Interval 1100..2100 Nummers 1 100 tem 2 100
..2500 Tem 2 500
..31/12/16 Datums tem 31/12/16
| Of 1200|1300 Records met nummer 1 200 of 1 300
‘‘ Exacte ‘man’ Geslacht: man
overeenkomst
1. Inleiding
ERP-system = Enterprise Resources Planning
Wat = alle financiële, logistieke, personele en commerciële middelen van de
onderneming plannen en op elkaar afstemmen
Doel = alle gegevens van alle verschillende afdelingen binnen een bedrijf in één systeem
te centraliseren met behulp van een gemeenschappelijke database
Voordeel = alle gegevens voor iedereen beschikbaar
Nadeel = dure implementatiekost
ERP-toepassingen = SAP, Exact, Microsoft en Oracle
2. Wat is boekhouden?
Wat = systematisch registreren of boeken van verrichtingen
Jaarrekening = resultatenrekening, balans, sociale balans en toelichting
Cashflow = resultaat van het geld die is binnengekomen en buitengegaan in een jaar
Vermogenstoestand = toestand van werkings- en financieringsmiddelen op een
welbepaald ogenblik
Resultaat = overschot of tekort ontstaan uit bedrijfsactiviteiten van de onderneming over
een bepaalde periode
Eénmanszaak en kleine vzw = enkelvoudige boekhouding => geen vennootschap
Grote vzw en vennootschappen = dubbele boekhouding en jaarrekening openbaar
Balans = overzicht van de werkingsmiddelen en financieringsmiddelen
o Passiva wordt op één of andere manier aangewend en activa wordt op één of
andere manier gefinancierd => passief = actief
Resultatenrekening = analyse van resultaat (= verschil tussen opbrengsten en kosten)
o Bedrijfsresultaat = commerciële of bedrijfsactiviteiten
o Financiële resultaat = financiële verrichtingen
o Belastingen enkel betalen op winst
o Winst = eigen vermogen of uitkeren, dividend, tantièmes
Verlies = overdragen naar volgend boekjaar
MAR = Minimum Algemeen Rekenstelsel
Aankoopfactuur = D: product – D: 41100 – C: 44000
Verkoopfactuur = D: 40000 – C: 70000 – C: 45100
Bankuitreksel = C: 55000 – D: 44000 OF D: 55000 – C: 40000
, Proefbalans = 2 kolommen voor elke rekening het totaal van D en C
Saldibalans = voor elke rekening het saldo van de rekening bepaald en weergegeven
aanschaffingswaarde−restwaarde
Jaarlijks afschrijvingsbedrag=
gebruiksduur
Afschrijvingen boeken = D: 63020 – C: 24009 = correctierekening
BTW-rekening einde BKJ
D 41100 Terug te vorderen D 41100 Terug te
< C 45100 Te betalen btw vorderen
> C 45100 Te betalen btw
D 45100 Te betalen btw
D 45100 Te betalen btw
@ C 41100 Terug te vorderen
D 41110 BTW R/C: vordering
@ C 45110 BTW R/C: schuld
@ C 41100 Terug te vorderen
Herklassering van de schulden op meer dan één jaar naar minder dan één jaar
D 17300 Schulden op > 1 jaar
@ C 42300 Schulden op > 1 jaar die binnen het jaar vervallen
BTW = verbruiksbelasting = btw-belastingplichtige onderneming -> doorstorten staat
Kenmerken btw-belastingplichtige
o Eenieder = natuurlijk persoon, rechtspersoon (BV, CV, NV), groepering
o Verrichten economische activiteit
o Werkzaamheid regelen door opeenvolgende handelingen zelfstandig
o Met of zonder winstoogmerk
o Hoofd- of als bijberoep
4 grote categorieën van belastbare activiteiten
1. Levering van goederen
2. Verrichten van diensten
3. Invoer = btw betalen aan douanekantoor
4. Intracommunautaire verwevingen = goederen uit andere EU-lidstaten
Vrijstellingen van btw op verkoopfactuur = uitvoer & intracommunautaire leveringen
Intracommunautaire levering = goederen naar andere EU-landen vervoeren
Uitvoer en invoer = goederen van buiten de EU of gaan buiten de EU
3. Cronus database
RTC = Role Tailored Client = gepersonaliseerd hoofdmenu volgens functie gebruiker
Afdelingen = financiën, logistiek, verkoop, HRM, productie, service en projectbeheer
3 soorten pagina’s = rolcentrum, tabelpagina, kaartpagina
Sorteren = ^ naast de naam van een kolom (oplopend of aflopend)
Order opslaan als PDF = afdrukken PDF-document
Teken Betekenis Voorbeeld Weergegeven records
.. Interval 1100..2100 Nummers 1 100 tem 2 100
..2500 Tem 2 500
..31/12/16 Datums tem 31/12/16
| Of 1200|1300 Records met nummer 1 200 of 1 300
‘‘ Exacte ‘man’ Geslacht: man
overeenkomst