Final Assignment Ontwikkeling/Development
PSY1025
, Vraag 1 – Understanding vraag (juiste antwoord = c)
De moeder van Liselotte is in de tuin aan het werken. Ze is bloemetjes aan het planten. Liselotte
vraagt of ze mee mag helpen. Haar moeder vindt dit goed en geeft Liselotte kleine taakjes binnen het
proces van het planten van de bloemen. Hierdoor krijgt ze kleine verantwoordelijkheden waarbij haar
moeder assisteert indien nodig.
Welke methode van leren en instructie vindt hier plaats?
a) Social scaffolding
b) Deferred imitation
c) Guided participation
Verklaring
Bij ‘guided participation’ moedigen volwassenen leren in de context van alledaagse activiteiten aan bij
kinderen. Dit kan bij activiteiten die specifiek op het kind zijn gericht, of bij alledaagse activiteiten voor
volwassenen. Het primaire doel is niet het kind instrueren maar het uitvoeren van de taak. Door de
taak op een goede manier te structureren krijgt het kind enige verantwoordelijkheid. De volwassene
houdt toezicht en assisteert indien nodig. Hierdoor zijn ze in staat om op een hoger niveau deel te
nemen aan een activiteit dan dat ze zelf zouden kunnen. Dit is hier van toepassing omdat Liselotte wil
helpen met de planten van de bloemen. Dit is een alledaagse activiteit en ze krijgt kleine
verantwoordelijkheden met hulp wanneer dit nodig is.
Scaffolding is een proces waarbij de volwassenen de hoeveelheid en soort ondersteuning aanpast
aan de leerbehoeften van het kind tijdens een interactie. De volwassene biedt een tijdelijk ‘framework’
aan. Dit kan bijvoorbeeld door het doel van de taak uit te leggen, de taak te demonstreren of door te
helpen met de moeilijkste onderdelen. In dit verhaal wordt geen ‘framework’ aangeboden door de
volwassene en gaat het vooral om het helpen tijdens een activiteit van volwassenen.
Deferred imitation is het herhalen van gedrag van andere mensen na minuten, uren of zelfs dagen dat
het zich heeft voorgedaan. Dit vindt plaats bij kinderen van 18 tot 24 maanden. Dit is dus niet van
toepassing op de beschreven situatie. Het heeft niets te maken met het herhalen van gedrag.
Dit is een understanding vraag. De studenten moeten als eerste de informatie over social scaffolding,
guided participation en deferred imitation kunnen reproduceren. Vervolgens moeten ze deze
begrippen van elkaar weten te onderscheiden om uit de context van de situatie af te leiden welke van
toepassing is. De kennis moet dus worden toegepast.
Bronnen
Siegler, R. S., Saffran, J., Eisenberg, N., DeLoache, J. S., Gershoff, E., & Leaper, C. (2017). How
Children Develop, Ebook (5th ed). Worth. p. 344, 393-394, 404-405 (pdf-paginanummers).
Lecture 1: Course opening: dia’s 51-54.
Leman & Bremner, Developmental Psychology, E-book, 2nd Ed. p. 267-269.
Vraag 2 – Feitelijke vraag (juiste antwoord = a)
Wat werd er onderzocht in het experiment van Kuhl en Meltzoff waarin baby’s van 4,5 maand oud een
video bekeken van twee gezichten en tegelijkertijd geluid hoorden van een speaker?
a) Intermodale perceptie
b) Het zicht
c) Het gehoor
Verklaring
Intermodale perceptie is de combinatie van informatie van twee of meer zintuigelijke systemen. In het
experiment van Kuhl en Meltzoff werd aan de kinderen een video getoond van twee gezichten van
verschillende vrouwen. Elk gezicht sprak een andere klinker uit. Het geluid van de speaker kwam
overeen met het geluid van één van de twee vrouwen. Er werd vervolgens gekeken of de kinderen
naar het gezicht keken van de vrouw die overeenkwam met het geluid van de speaker. Dit bleek
PSY1025
, Vraag 1 – Understanding vraag (juiste antwoord = c)
De moeder van Liselotte is in de tuin aan het werken. Ze is bloemetjes aan het planten. Liselotte
vraagt of ze mee mag helpen. Haar moeder vindt dit goed en geeft Liselotte kleine taakjes binnen het
proces van het planten van de bloemen. Hierdoor krijgt ze kleine verantwoordelijkheden waarbij haar
moeder assisteert indien nodig.
Welke methode van leren en instructie vindt hier plaats?
a) Social scaffolding
b) Deferred imitation
c) Guided participation
Verklaring
Bij ‘guided participation’ moedigen volwassenen leren in de context van alledaagse activiteiten aan bij
kinderen. Dit kan bij activiteiten die specifiek op het kind zijn gericht, of bij alledaagse activiteiten voor
volwassenen. Het primaire doel is niet het kind instrueren maar het uitvoeren van de taak. Door de
taak op een goede manier te structureren krijgt het kind enige verantwoordelijkheid. De volwassene
houdt toezicht en assisteert indien nodig. Hierdoor zijn ze in staat om op een hoger niveau deel te
nemen aan een activiteit dan dat ze zelf zouden kunnen. Dit is hier van toepassing omdat Liselotte wil
helpen met de planten van de bloemen. Dit is een alledaagse activiteit en ze krijgt kleine
verantwoordelijkheden met hulp wanneer dit nodig is.
Scaffolding is een proces waarbij de volwassenen de hoeveelheid en soort ondersteuning aanpast
aan de leerbehoeften van het kind tijdens een interactie. De volwassene biedt een tijdelijk ‘framework’
aan. Dit kan bijvoorbeeld door het doel van de taak uit te leggen, de taak te demonstreren of door te
helpen met de moeilijkste onderdelen. In dit verhaal wordt geen ‘framework’ aangeboden door de
volwassene en gaat het vooral om het helpen tijdens een activiteit van volwassenen.
Deferred imitation is het herhalen van gedrag van andere mensen na minuten, uren of zelfs dagen dat
het zich heeft voorgedaan. Dit vindt plaats bij kinderen van 18 tot 24 maanden. Dit is dus niet van
toepassing op de beschreven situatie. Het heeft niets te maken met het herhalen van gedrag.
Dit is een understanding vraag. De studenten moeten als eerste de informatie over social scaffolding,
guided participation en deferred imitation kunnen reproduceren. Vervolgens moeten ze deze
begrippen van elkaar weten te onderscheiden om uit de context van de situatie af te leiden welke van
toepassing is. De kennis moet dus worden toegepast.
Bronnen
Siegler, R. S., Saffran, J., Eisenberg, N., DeLoache, J. S., Gershoff, E., & Leaper, C. (2017). How
Children Develop, Ebook (5th ed). Worth. p. 344, 393-394, 404-405 (pdf-paginanummers).
Lecture 1: Course opening: dia’s 51-54.
Leman & Bremner, Developmental Psychology, E-book, 2nd Ed. p. 267-269.
Vraag 2 – Feitelijke vraag (juiste antwoord = a)
Wat werd er onderzocht in het experiment van Kuhl en Meltzoff waarin baby’s van 4,5 maand oud een
video bekeken van twee gezichten en tegelijkertijd geluid hoorden van een speaker?
a) Intermodale perceptie
b) Het zicht
c) Het gehoor
Verklaring
Intermodale perceptie is de combinatie van informatie van twee of meer zintuigelijke systemen. In het
experiment van Kuhl en Meltzoff werd aan de kinderen een video getoond van twee gezichten van
verschillende vrouwen. Elk gezicht sprak een andere klinker uit. Het geluid van de speaker kwam
overeen met het geluid van één van de twee vrouwen. Er werd vervolgens gekeken of de kinderen
naar het gezicht keken van de vrouw die overeenkwam met het geluid van de speaker. Dit bleek