VERSLAVINGSZORG:
MIDDELENAFHANKELIJKHEID
1. DRUGS
WAT ZIJN DRUGS?
= een psychotrope stof die het gedrag, het gevoel en de waarnemingen verandert die met dat doel wordt
ingenomen en kan leiden tot afhankelijkheid.
vb. gevoel: zelfzekerder
waarneming: kleuren anders ervaren
INDELING
Legale en illegale drugs
legaal: toegestaan door de overheid (vb. alcohol)
illegaal: niet toegestaan door de overheid (vb. cannabis)
Soft en hard gebruik (vroeger soft- en harddrugs)
- soft gebruik: cannabis
- hard gebruik: alcohol
SOORTEN DRUGS
1. Drugs die verdoven
- Vb. alcohol, slaap- en kalmeringsmiddelen
2. Drugs die oppeppen
- Vb. tabak, cocaïne, speed
3. Drugs die je bewustzijn veranderen
- Vb. paddo’s, LSD, cannabis
4. Combinaties
- Vb. XTC en vluchtige snuifmiddelen
,DRUGWIEL
Op het drugwiel zijn 6 categorieën te vinden:
1. Stimulantia (= stimulerende drugs)
2. Verdovende drugs
3. Hallucinogenen (= drugs die bewustzijn veranderen, je hoort en ziet andere dingen)
4. Empathogenen (= maakt je liefdevol en gelukkig, iedereen wordt je vriend)
5. Dissociatieven (= gevoel van uit je lichaam treden)
6. Cannabinoïden (= op basis van cannabis)
7. Opioïden
8. Verdovende drugs
Buitenste ring: illegaal of op voorschrift
Binnenste ring: legaal te verkrijgen
, MODELLEN: MENS-MIDDEL-MILIEU
- Tracht verklaring te bieden voor verslaving
- Geeft complexiteit van verslaving weer
- Gebruikt als middel voor psycho-educatie
Alle tandwielen hangen samen, het ene heeft altijd effect op het andere!
MENS
INDIVIDUELE KENMERKEN VAN DE GEBRUIKER
- Gender
o Vrouw sneller zat door lichamelijke verschillen: hogere vetpercentage, minder lichaamsvocht,
minder spiermassa, …
- Leeftijd
- Kennis, vaardigheden, attitude
- Genetische factoren
o Voorgeschiedenis in de familie
- Fysiologische factoren (vb. lichaamsgewicht)
- Persoonlijkheidskenmerken (vb. minderwaardigheid, impulsiviteit, angst)
- Psychische factoren (vb. depressie)
CEREBRAAL
Hersenstructuren betrokken bij verslaving: - limbisch systeem: beloningssysteem; goed gevoel door
dopaminevrijstelling
- hippocampus: verstoring geheugen door glutamaat
- prefrontale cortex: remming van de remmende werking
dus ontremming
Wat gebeurt er bij gebruik alcohol in de hersenen?
- Versterkt remmende werking van de neurotransmitter GABA en voor ontspannen en rustig gevoel.
- Remt activerende werking van neurotransmitter glutamaat, waardoor geheugen minder goed werkt.
- Effect op nog neurotransmittersystemen in hersenen: ontstaan plezierig, gelukzalig en euforisch gevoel
- Door regelmatig gebruik steeds meer nodig om zelfde effect te bekomen lichaam wordt intolerant
MIDDELENAFHANKELIJKHEID
1. DRUGS
WAT ZIJN DRUGS?
= een psychotrope stof die het gedrag, het gevoel en de waarnemingen verandert die met dat doel wordt
ingenomen en kan leiden tot afhankelijkheid.
vb. gevoel: zelfzekerder
waarneming: kleuren anders ervaren
INDELING
Legale en illegale drugs
legaal: toegestaan door de overheid (vb. alcohol)
illegaal: niet toegestaan door de overheid (vb. cannabis)
Soft en hard gebruik (vroeger soft- en harddrugs)
- soft gebruik: cannabis
- hard gebruik: alcohol
SOORTEN DRUGS
1. Drugs die verdoven
- Vb. alcohol, slaap- en kalmeringsmiddelen
2. Drugs die oppeppen
- Vb. tabak, cocaïne, speed
3. Drugs die je bewustzijn veranderen
- Vb. paddo’s, LSD, cannabis
4. Combinaties
- Vb. XTC en vluchtige snuifmiddelen
,DRUGWIEL
Op het drugwiel zijn 6 categorieën te vinden:
1. Stimulantia (= stimulerende drugs)
2. Verdovende drugs
3. Hallucinogenen (= drugs die bewustzijn veranderen, je hoort en ziet andere dingen)
4. Empathogenen (= maakt je liefdevol en gelukkig, iedereen wordt je vriend)
5. Dissociatieven (= gevoel van uit je lichaam treden)
6. Cannabinoïden (= op basis van cannabis)
7. Opioïden
8. Verdovende drugs
Buitenste ring: illegaal of op voorschrift
Binnenste ring: legaal te verkrijgen
, MODELLEN: MENS-MIDDEL-MILIEU
- Tracht verklaring te bieden voor verslaving
- Geeft complexiteit van verslaving weer
- Gebruikt als middel voor psycho-educatie
Alle tandwielen hangen samen, het ene heeft altijd effect op het andere!
MENS
INDIVIDUELE KENMERKEN VAN DE GEBRUIKER
- Gender
o Vrouw sneller zat door lichamelijke verschillen: hogere vetpercentage, minder lichaamsvocht,
minder spiermassa, …
- Leeftijd
- Kennis, vaardigheden, attitude
- Genetische factoren
o Voorgeschiedenis in de familie
- Fysiologische factoren (vb. lichaamsgewicht)
- Persoonlijkheidskenmerken (vb. minderwaardigheid, impulsiviteit, angst)
- Psychische factoren (vb. depressie)
CEREBRAAL
Hersenstructuren betrokken bij verslaving: - limbisch systeem: beloningssysteem; goed gevoel door
dopaminevrijstelling
- hippocampus: verstoring geheugen door glutamaat
- prefrontale cortex: remming van de remmende werking
dus ontremming
Wat gebeurt er bij gebruik alcohol in de hersenen?
- Versterkt remmende werking van de neurotransmitter GABA en voor ontspannen en rustig gevoel.
- Remt activerende werking van neurotransmitter glutamaat, waardoor geheugen minder goed werkt.
- Effect op nog neurotransmittersystemen in hersenen: ontstaan plezierig, gelukzalig en euforisch gevoel
- Door regelmatig gebruik steeds meer nodig om zelfde effect te bekomen lichaam wordt intolerant