DIVERSITEIT & INCLUSIE
Introductie Overzicht, basisbegrippen & kader Diversiteit & inclusie op verschillende
niveaus
Fundering Filosofische wortels: Freire – Pedagogie van de onderdrukten
Educatieve setting Macro/meso: CRT en Meso/micro: Inclusieve Micro: Ondersteunende
UDL curricula, differentiëren technologie en
toegankelijkheid
Inhoud
Introductie ............................................................................................................................................... 3
Basisbegrippen .................................................................................................................................... 3
Diversiteit ........................................................................................................................................ 3
Inclusie ............................................................................................................................................. 3
Equality & equity ............................................................................................................................. 4
Educatieve settings.......................................................................................................................... 4
Diversiteit & Inclusie op verschillende niveaus ................................................................................... 5
Micro-niveau ................................................................................................................................... 5
Meso-niveau .................................................................................................................................... 7
Macro-niveau .................................................................................................................................. 9
Supra-niveau.................................................................................................................................. 10
Fundering: Pedagogie van de onderdrukten -Paulo Freire ................................................................... 12
Paulo Freire ....................................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 1: onderdrukkers vs. onderdrukten ................................................................................. 12
Onderdrukking............................................................................................................................... 12
Humaniseren ................................................................................................................................. 12
Humanisering/bevrijding als gemeenschappelijk proces .............................................................. 13
Hoofdstuk 2: Educatie als instrument tot bevrijding ........................................................................ 13
Bank concept ................................................................................................................................. 13
Bevrijdend opvoedingswerk – Problem Posing Education ............................................................ 14
Freires Model ................................................................................................................................ 14
Hoofdstuk 3: Dialoog: essentie van educatie en vrijheid .................................................................. 15
Dialoog........................................................................................................................................... 15
Hoofdstuk 4: (Anti-)dialoog ............................................................................................................... 16
Freire vandaag ............................................................................................................................... 16
Kanttekening/beperkingen theorie van Freire .............................................................................. 16
Educatieve setting ................................................................................................................................. 17
Macro/meso: CRT en UDL ................................................................................................................. 17
1
, Universal Design (UD) .................................................................................................................... 17
Universal Design for Learning (UDL).............................................................................................. 18
Culturally Responsive Teaching (CRT) ........................................................................................... 19
Link UDL & CRT .............................................................................................................................. 20
Meso/micro: Inclusieve curricula, differentiëren.............................................................................. 22
Binnenklasdifferentiatie ................................................................................................................ 22
Universal design for learning ......................................................................................................... 26
Inclusieve curicula ......................................................................................................................... 26
Micro: Ondersteunende technologieën en toegankelijkheid ........................................................... 30
Ondersteunende technologie ....................................................................................................... 30
Acces vs. Accomodation ................................................................................................................ 31
UDL en toegankelijkheid................................................................................................................ 31
Conclusie ....................................................................................................................................... 32
Oefenvragen examen ............................................................................................................................ 32
2
,Introductie
Basisbegrippen
Diversiteit
Pluriforme samenleving → diversiteit (= verscheidenheid) = prominent aanwezig.
Besef dat elk individu uniek is en dat er verschillen tussen bepaalde groepen mensen zijn
• Zichtbare kenmerken (geslacht, leeftijd, etnicteit,…)
• Minder zichtbare kenmerken (wensen, behoeften, ziekte/beperking, competenties,
werkstijlen, karaktereigenschappen)
• Meer dan etniciteit of gender alleen!
Diversiteit = Continu proces
Maatschappelijke tegenstellingen Nieuwe tegenstellingen
• Arm vs rijk • Geletterd vs ongeletterd
• Oud vs jong • Gekwalificeerd vs ongeschikt
• Mannen vs vrouwen • Risicogrop vs bevoorrechte groep
• … • Mensen die zorg nodig hebben vs mensen die
voor zichzelf kunnen zorgen
• …
Diversiteit hangt vaak samen met rechtvaardigheid (uitgesloten worden, …), gelijkwaardigheid, …
Polarisatie =
• Toenemend wij-zij-denken
• Proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen sterker worden
• Kan zich manifesteren op verschillende locaties (bv. in een buurt, school of op de werkvloer,
maar ook op (sociale) media)
Polarisatie kan ontstaan tussen een groot aantal groepen in de samenleving, waarbij deze groepen
op uiteenlopende wijzen zijn te definiëren. Zoals op basis van:
• etnisch-culturele-religieuze verschillen • arm en rijk
• lokale/nationale oriëntatie versus • hoog- en laagopgeleid
‘kosmopolieten’ • links of rechts
• randstad versus niet stedelijke gebieden
Inclusie
= Insluiting i/d samenleving van achtergestelde groepen obv gelijkwaardige rechten en plichten.
>< validisme, uitsluiting en discriminatie.
3
, “Inclusie betekent dat iedereen - ongeacht zijn achtergrond of huidige situatie - er als
vanzelfsprekend bij hoort. De situatie die ontstaat wanneer iemand ervaart dat hij welkom is en
contact kan maken met zijn omgeving.” (Hütten, 2012, p.19)
Inclusief onderwijs
= reguliere scholen hun infrastructuur, methodes, lesgeven, materialen en beleid aanpassen voor alle
studenten.
= strategies, activities and processes that have a goal to achieve quality education. (Stubbs, 2008)
= Insluiting in de SML van achtergestelde groepen obv gelijkwaardige rechten en plichten.
DOEL: Veilig gevoel creeëren Positieve impact op sociale vaardigheden
The inclusion equation
Vier manieren om tot inclusie te komen
Exclusief: Bepaalde individuen of groepen worden (in)direct
uitgesloten van bepaalde zaken zoals bv tewerkstelling
Segregatie: Er wordt wel toegang gegeven, maar los
georganiseerd v/d andere groepen (bv. AKABE)
Integratie: Tegemoet komen aan noden bepaalde groepen,
maar idee dat zij zich moeten aanpassen blijft. (mensen met
bep.)
Inclusie: Voor iedereen openstaan, zowel fysiek als emotioneel toegang geven. Cultuur van
accepteren.
Equality & equity
Equality = Gelijkwaardigheid. Iedereen krijgt dezelfde
mogelijkheden.
Equity = Rechtvaardigheid. Erkennen dat elk individu
andere mogelijkheden/omstandigheden heeft. Andere
zaken toekennen om tot dezelfde uitkomst te komen.
Educatieve settings
Educatie > educare: opvoeden
> educere: wegleiden uit (onwetendheid)
4
Introductie Overzicht, basisbegrippen & kader Diversiteit & inclusie op verschillende
niveaus
Fundering Filosofische wortels: Freire – Pedagogie van de onderdrukten
Educatieve setting Macro/meso: CRT en Meso/micro: Inclusieve Micro: Ondersteunende
UDL curricula, differentiëren technologie en
toegankelijkheid
Inhoud
Introductie ............................................................................................................................................... 3
Basisbegrippen .................................................................................................................................... 3
Diversiteit ........................................................................................................................................ 3
Inclusie ............................................................................................................................................. 3
Equality & equity ............................................................................................................................. 4
Educatieve settings.......................................................................................................................... 4
Diversiteit & Inclusie op verschillende niveaus ................................................................................... 5
Micro-niveau ................................................................................................................................... 5
Meso-niveau .................................................................................................................................... 7
Macro-niveau .................................................................................................................................. 9
Supra-niveau.................................................................................................................................. 10
Fundering: Pedagogie van de onderdrukten -Paulo Freire ................................................................... 12
Paulo Freire ....................................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 1: onderdrukkers vs. onderdrukten ................................................................................. 12
Onderdrukking............................................................................................................................... 12
Humaniseren ................................................................................................................................. 12
Humanisering/bevrijding als gemeenschappelijk proces .............................................................. 13
Hoofdstuk 2: Educatie als instrument tot bevrijding ........................................................................ 13
Bank concept ................................................................................................................................. 13
Bevrijdend opvoedingswerk – Problem Posing Education ............................................................ 14
Freires Model ................................................................................................................................ 14
Hoofdstuk 3: Dialoog: essentie van educatie en vrijheid .................................................................. 15
Dialoog........................................................................................................................................... 15
Hoofdstuk 4: (Anti-)dialoog ............................................................................................................... 16
Freire vandaag ............................................................................................................................... 16
Kanttekening/beperkingen theorie van Freire .............................................................................. 16
Educatieve setting ................................................................................................................................. 17
Macro/meso: CRT en UDL ................................................................................................................. 17
1
, Universal Design (UD) .................................................................................................................... 17
Universal Design for Learning (UDL).............................................................................................. 18
Culturally Responsive Teaching (CRT) ........................................................................................... 19
Link UDL & CRT .............................................................................................................................. 20
Meso/micro: Inclusieve curricula, differentiëren.............................................................................. 22
Binnenklasdifferentiatie ................................................................................................................ 22
Universal design for learning ......................................................................................................... 26
Inclusieve curicula ......................................................................................................................... 26
Micro: Ondersteunende technologieën en toegankelijkheid ........................................................... 30
Ondersteunende technologie ....................................................................................................... 30
Acces vs. Accomodation ................................................................................................................ 31
UDL en toegankelijkheid................................................................................................................ 31
Conclusie ....................................................................................................................................... 32
Oefenvragen examen ............................................................................................................................ 32
2
,Introductie
Basisbegrippen
Diversiteit
Pluriforme samenleving → diversiteit (= verscheidenheid) = prominent aanwezig.
Besef dat elk individu uniek is en dat er verschillen tussen bepaalde groepen mensen zijn
• Zichtbare kenmerken (geslacht, leeftijd, etnicteit,…)
• Minder zichtbare kenmerken (wensen, behoeften, ziekte/beperking, competenties,
werkstijlen, karaktereigenschappen)
• Meer dan etniciteit of gender alleen!
Diversiteit = Continu proces
Maatschappelijke tegenstellingen Nieuwe tegenstellingen
• Arm vs rijk • Geletterd vs ongeletterd
• Oud vs jong • Gekwalificeerd vs ongeschikt
• Mannen vs vrouwen • Risicogrop vs bevoorrechte groep
• … • Mensen die zorg nodig hebben vs mensen die
voor zichzelf kunnen zorgen
• …
Diversiteit hangt vaak samen met rechtvaardigheid (uitgesloten worden, …), gelijkwaardigheid, …
Polarisatie =
• Toenemend wij-zij-denken
• Proces waarbij de tegenstellingen tussen groepen sterker worden
• Kan zich manifesteren op verschillende locaties (bv. in een buurt, school of op de werkvloer,
maar ook op (sociale) media)
Polarisatie kan ontstaan tussen een groot aantal groepen in de samenleving, waarbij deze groepen
op uiteenlopende wijzen zijn te definiëren. Zoals op basis van:
• etnisch-culturele-religieuze verschillen • arm en rijk
• lokale/nationale oriëntatie versus • hoog- en laagopgeleid
‘kosmopolieten’ • links of rechts
• randstad versus niet stedelijke gebieden
Inclusie
= Insluiting i/d samenleving van achtergestelde groepen obv gelijkwaardige rechten en plichten.
>< validisme, uitsluiting en discriminatie.
3
, “Inclusie betekent dat iedereen - ongeacht zijn achtergrond of huidige situatie - er als
vanzelfsprekend bij hoort. De situatie die ontstaat wanneer iemand ervaart dat hij welkom is en
contact kan maken met zijn omgeving.” (Hütten, 2012, p.19)
Inclusief onderwijs
= reguliere scholen hun infrastructuur, methodes, lesgeven, materialen en beleid aanpassen voor alle
studenten.
= strategies, activities and processes that have a goal to achieve quality education. (Stubbs, 2008)
= Insluiting in de SML van achtergestelde groepen obv gelijkwaardige rechten en plichten.
DOEL: Veilig gevoel creeëren Positieve impact op sociale vaardigheden
The inclusion equation
Vier manieren om tot inclusie te komen
Exclusief: Bepaalde individuen of groepen worden (in)direct
uitgesloten van bepaalde zaken zoals bv tewerkstelling
Segregatie: Er wordt wel toegang gegeven, maar los
georganiseerd v/d andere groepen (bv. AKABE)
Integratie: Tegemoet komen aan noden bepaalde groepen,
maar idee dat zij zich moeten aanpassen blijft. (mensen met
bep.)
Inclusie: Voor iedereen openstaan, zowel fysiek als emotioneel toegang geven. Cultuur van
accepteren.
Equality & equity
Equality = Gelijkwaardigheid. Iedereen krijgt dezelfde
mogelijkheden.
Equity = Rechtvaardigheid. Erkennen dat elk individu
andere mogelijkheden/omstandigheden heeft. Andere
zaken toekennen om tot dezelfde uitkomst te komen.
Educatieve settings
Educatie > educare: opvoeden
> educere: wegleiden uit (onwetendheid)
4