H01: Kinderorthopedie
1. Kinderen vs volwassenen
Rekening houden met de groei van kinderen:
- Groeischijven
- Groeifases
- Proporties
- Botleeftijd – bot volwassenheid
Leeftijd is belangrijk! Er is een groot verschil tussen een kind van 4 jaar en 6 jaar.
Er bestaan ook verschillende aandoeningen die enkel voorkomen bij kinderen.
2. Heup
2.1. Coxitis fugax
= korte inflammatie van de heup (synovitis)
Meest frequente reden waarom een kind van 3 – 8 jaar mankt.
2.1.1. Oorzaak
Geen idee, wel mogelijks na een virale infectie of na trauma.
2.1.2. Symptomen
- Hydrops (vocht in het gewricht) waardoor de intra articulaire druk stijgt.
- Veel pijn ter hoogte van de lies, voorste dij of knie
- Mank lopen, niet meer lopen
- Beperkt bewegingsbereik (ROM – Range Of Movement)
- Bloedwaarden (infectie parameters) zijn normaal
2.1.3. Diagnose
Echografie en radiologie.
Differentiaal diagnose = septische artritis
2.1.4. Behandeling
- Rusten
- Antiflogisticum = anti-inflammatoire middelen
, 2.2. Developmental dysplasia of the hip = DDH
CDH = congenital dysplasia of the hip (dysplasie van de heup)
DDH = developmental dysplasia of the hip
Er is een vervorming of afwijkende vorm van het acetabulum waardoor er onstabiliteit, subluxatie of luxatie kan
ontstaan.
2.2.1. Epidemiologie
- 1 – 3/100 dysplasie
- 1 – 3/1000 luxatie
- Meer bij meisjes dan bij jongens (9:1)
- Familiale factoren
- Meer bij tweelingen (nog meer bij identieke tweelingen)
- Zwangerschappen waar er weinig plek was voor de baby
- Komt meer voor bij baby’s die in stuit ligging lagen
2.2.2. Baby’s met een verhoogd risico
- Stuit ligging
- Familiale voorgeschiedenis van DDH
- Tweelingen
- Problemen tijdens de zwangerschap
- Geboortegewicht meer dan 4kg
- Genetische en chromosomale afwijkingen
- Meisjes meer dan jongens
- Meer bij eerste geborene
2.2.3. Diagnose
- Klinisch onderzoek
- Echografie onder 4 maanden (gaat voor de ossificatie van de heup – verbening)
o Verschil tussen een fysiologisch onvolgroeide heup (type IIA) en een dysplastische heup (type IIC)
o Heupkom meer dan 5 mm kunnen bewegen = abnormaal
- Radiologie boven 4 maanden (onder 4 maanden geen zin want de heupkop is niet te zien)
1. Kinderen vs volwassenen
Rekening houden met de groei van kinderen:
- Groeischijven
- Groeifases
- Proporties
- Botleeftijd – bot volwassenheid
Leeftijd is belangrijk! Er is een groot verschil tussen een kind van 4 jaar en 6 jaar.
Er bestaan ook verschillende aandoeningen die enkel voorkomen bij kinderen.
2. Heup
2.1. Coxitis fugax
= korte inflammatie van de heup (synovitis)
Meest frequente reden waarom een kind van 3 – 8 jaar mankt.
2.1.1. Oorzaak
Geen idee, wel mogelijks na een virale infectie of na trauma.
2.1.2. Symptomen
- Hydrops (vocht in het gewricht) waardoor de intra articulaire druk stijgt.
- Veel pijn ter hoogte van de lies, voorste dij of knie
- Mank lopen, niet meer lopen
- Beperkt bewegingsbereik (ROM – Range Of Movement)
- Bloedwaarden (infectie parameters) zijn normaal
2.1.3. Diagnose
Echografie en radiologie.
Differentiaal diagnose = septische artritis
2.1.4. Behandeling
- Rusten
- Antiflogisticum = anti-inflammatoire middelen
, 2.2. Developmental dysplasia of the hip = DDH
CDH = congenital dysplasia of the hip (dysplasie van de heup)
DDH = developmental dysplasia of the hip
Er is een vervorming of afwijkende vorm van het acetabulum waardoor er onstabiliteit, subluxatie of luxatie kan
ontstaan.
2.2.1. Epidemiologie
- 1 – 3/100 dysplasie
- 1 – 3/1000 luxatie
- Meer bij meisjes dan bij jongens (9:1)
- Familiale factoren
- Meer bij tweelingen (nog meer bij identieke tweelingen)
- Zwangerschappen waar er weinig plek was voor de baby
- Komt meer voor bij baby’s die in stuit ligging lagen
2.2.2. Baby’s met een verhoogd risico
- Stuit ligging
- Familiale voorgeschiedenis van DDH
- Tweelingen
- Problemen tijdens de zwangerschap
- Geboortegewicht meer dan 4kg
- Genetische en chromosomale afwijkingen
- Meisjes meer dan jongens
- Meer bij eerste geborene
2.2.3. Diagnose
- Klinisch onderzoek
- Echografie onder 4 maanden (gaat voor de ossificatie van de heup – verbening)
o Verschil tussen een fysiologisch onvolgroeide heup (type IIA) en een dysplastische heup (type IIC)
o Heupkom meer dan 5 mm kunnen bewegen = abnormaal
- Radiologie boven 4 maanden (onder 4 maanden geen zin want de heupkop is niet te zien)
