Samenvatting neonatologie
Hoofdstuk 1: definities, begrippen en situering
1. Omschrijving van neonatale diensten in België
- 2 soorten diensten:
NIC-dienst: neonatal intensive care unit: IZ
N*-dienst: dienst voor niet-intensieve neonatale zorg, verbonden aan een M-
dienst of materniteit
- In grotere ziekenhuizen:
P-functie: regionale perinatale zorg
MIC: maternele intensive care: moeders die zwanger zijn en risico lopen op
vroeggeboorte of complicaties
2. Begrippen
- Verlossing: geboorte van één of meerdere kinderen met een gewicht van meer dan
500g uit één moeder (groot verschil met geboorte)
- Geboorte: ter wereld komen van één kind, levend of dood, van meer dan 500g of
meer dan 22 weken bij onbekend gewicht
- Pariteit: het aantal verlossingen dat een vrouw heeft doorgemaakt
- Gravida: aantal zwangerschappen (ook miskramen)
- Vroeggeboorte: bevalling voor de 37ste zwangerschapsweek
- Laag geboortegewicht: geboortegewicht onder de 2,5kg
- Primaire sectio caesarea: een sectio uitgevoerd op een gepland tijdstip bij een
zwangere met intacte vliezen en niet in arbeid of bevalling
- Secundaire sectio caesarea: een sectio waartoe pas beslist werd tijdens de arbeid of
bevalling
- Partus: bevalling
1
, - Consanguïniteit: bloedverwantschap tussen mama en papa (vaak bij andere culturen
waar neef en nicht trouwen) -> kan wijzen op bepaalde afwijkingen
- Foetale sterfte: ieder doodgeboren kind van meer dan of gelijk aan 500g
- Vroeg-neontale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van meer dan of
gelijk aan 500g voor de 8ste dag na de geboorte
- Perinatale sterfte: de som van de foetale sterfte en de vroeg-neonatale sterfte
- Neonatale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van meer dan of gelijk aan
500g tot en met de 28ste dag na de geboorte
- Post-neonatale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van meer dan of
gelijk aan 500g vanaf de 29ste dag na de zwangerschap tot en met 1 jaar
- Zuigelingensterfte: overlijden van een levend geboren kind van meer dan of gelijk
aan 500g binnen het 1ste levensjaar
- Foeto-infantiele sterfte: de som van de foetale sterfte en de zuigelingensterfte
- Maternele sterfte: iedere maternele sterfte naar aanleiding van de beschreven
partus, los van de oorzaak en het tijdstip van het overlijden per- of postpartum
2
,Hoofdstuk 2: epidemiologie
1. Bronnen
- SPE: studiecentrum voor perinatale Epidemiologie
- Kind en gezin
2. Cijfers van het SPE voor 2020:
- Meeste mensen hebben maar 1-2 pariteiten tegenwoordig
- Zeer weinig gezinnen nog met 4+ pariteiten
- Leeftijd moeder bij de verlossing: steeds ouder, nu tussen 30-35
- Geboortegewicht grootste deel normaal
- Zeer weinig vroeggeboortes
- Cijfers rond borstvoeding niet accuraat: deze worden bevraagd 2u na geboorte,
moeder stopt vaak nog
- Vooral kindjes in hoofdligging
- Aandeel sectio’s stijgt!
Link met covid? (ook groter risico op vroeggeboorte, koorts wekt bevalling op)
Steriliteit?
- Aangeboren misvormingen:
Hartafwijkingen (buiten ventrikel septum deffect of transpositie van de grote
vaten)
Hypospadia: plasgaatje op verkeerde plaats
Gespleten lip en verhemelte
- Geboortecijfer voor eerst in 10 jaar gestegen!
- Minder afwijkingen: NIPT test zodat afbreking nog mogelijk is
3
, Hoofdstuk 3: opnamecriteria
- Pretermen: minder dan 37 weken zwangerschap
- Laag geboortegewicht: <2,5 kg (in realiteit vaak onder 2,3kg)
- Respiratoire dysfunctie
- Circulatoire dysfunctie
- Gastro-intestinale dysfunctie
- Neurologische dysfunctie en peripartale asfyxie
- Metabole dysfunctie en hyperbilirubinemie
- Hematologische dysfunctie
- Infectieziekten of risico hierop
- Aangeboren misvormingen
4
Hoofdstuk 1: definities, begrippen en situering
1. Omschrijving van neonatale diensten in België
- 2 soorten diensten:
NIC-dienst: neonatal intensive care unit: IZ
N*-dienst: dienst voor niet-intensieve neonatale zorg, verbonden aan een M-
dienst of materniteit
- In grotere ziekenhuizen:
P-functie: regionale perinatale zorg
MIC: maternele intensive care: moeders die zwanger zijn en risico lopen op
vroeggeboorte of complicaties
2. Begrippen
- Verlossing: geboorte van één of meerdere kinderen met een gewicht van meer dan
500g uit één moeder (groot verschil met geboorte)
- Geboorte: ter wereld komen van één kind, levend of dood, van meer dan 500g of
meer dan 22 weken bij onbekend gewicht
- Pariteit: het aantal verlossingen dat een vrouw heeft doorgemaakt
- Gravida: aantal zwangerschappen (ook miskramen)
- Vroeggeboorte: bevalling voor de 37ste zwangerschapsweek
- Laag geboortegewicht: geboortegewicht onder de 2,5kg
- Primaire sectio caesarea: een sectio uitgevoerd op een gepland tijdstip bij een
zwangere met intacte vliezen en niet in arbeid of bevalling
- Secundaire sectio caesarea: een sectio waartoe pas beslist werd tijdens de arbeid of
bevalling
- Partus: bevalling
1
, - Consanguïniteit: bloedverwantschap tussen mama en papa (vaak bij andere culturen
waar neef en nicht trouwen) -> kan wijzen op bepaalde afwijkingen
- Foetale sterfte: ieder doodgeboren kind van meer dan of gelijk aan 500g
- Vroeg-neontale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van meer dan of
gelijk aan 500g voor de 8ste dag na de geboorte
- Perinatale sterfte: de som van de foetale sterfte en de vroeg-neonatale sterfte
- Neonatale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van meer dan of gelijk aan
500g tot en met de 28ste dag na de geboorte
- Post-neonatale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van meer dan of
gelijk aan 500g vanaf de 29ste dag na de zwangerschap tot en met 1 jaar
- Zuigelingensterfte: overlijden van een levend geboren kind van meer dan of gelijk
aan 500g binnen het 1ste levensjaar
- Foeto-infantiele sterfte: de som van de foetale sterfte en de zuigelingensterfte
- Maternele sterfte: iedere maternele sterfte naar aanleiding van de beschreven
partus, los van de oorzaak en het tijdstip van het overlijden per- of postpartum
2
,Hoofdstuk 2: epidemiologie
1. Bronnen
- SPE: studiecentrum voor perinatale Epidemiologie
- Kind en gezin
2. Cijfers van het SPE voor 2020:
- Meeste mensen hebben maar 1-2 pariteiten tegenwoordig
- Zeer weinig gezinnen nog met 4+ pariteiten
- Leeftijd moeder bij de verlossing: steeds ouder, nu tussen 30-35
- Geboortegewicht grootste deel normaal
- Zeer weinig vroeggeboortes
- Cijfers rond borstvoeding niet accuraat: deze worden bevraagd 2u na geboorte,
moeder stopt vaak nog
- Vooral kindjes in hoofdligging
- Aandeel sectio’s stijgt!
Link met covid? (ook groter risico op vroeggeboorte, koorts wekt bevalling op)
Steriliteit?
- Aangeboren misvormingen:
Hartafwijkingen (buiten ventrikel septum deffect of transpositie van de grote
vaten)
Hypospadia: plasgaatje op verkeerde plaats
Gespleten lip en verhemelte
- Geboortecijfer voor eerst in 10 jaar gestegen!
- Minder afwijkingen: NIPT test zodat afbreking nog mogelijk is
3
, Hoofdstuk 3: opnamecriteria
- Pretermen: minder dan 37 weken zwangerschap
- Laag geboortegewicht: <2,5 kg (in realiteit vaak onder 2,3kg)
- Respiratoire dysfunctie
- Circulatoire dysfunctie
- Gastro-intestinale dysfunctie
- Neurologische dysfunctie en peripartale asfyxie
- Metabole dysfunctie en hyperbilirubinemie
- Hematologische dysfunctie
- Infectieziekten of risico hierop
- Aangeboren misvormingen
4