Samenvatting hoofdstuk 1 t/m 8
Boek: Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Druk: Achtste druk
Auteurs: mr. M.J. Kronenberg en dr. B. de Wilde
Samenvatting geschreven door: Lin Lindenbergh
Universiteit: Open Universiteit
Opleiding: Bachelor Rechtsgeleerdheid
Vak: Inleiding strafrecht
Schooljaar: 2022 – 2023
, Hoofdstuk 1 Inleiding
Paragraaf 1.1 Eerste kennismaking
Strafrecht houdt de samenleving bezig doordat het sterk is verbonden met:
- Moraal
- Veiligheid
- Rechtvaardigheid
Paragraaf 1.2 Plaats van het strafrecht
Strafrecht houdt zich bezig met: bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd.
Wat regelt het strafrecht?: wie straf kan krijgen en waarvoor.
Wie heeft het monopolie (alleen recht) op straffen?: de Staat. Als een burger een strafbaar feit pleegt, moet
hij verantwoording afleggen aan de overheid, die namens de samenleving een straf oplegt.
Wat is het verschil tussen strafrecht en het civielrecht?: civielrecht is tussen burgers onderling en strafrecht is
tussen burger en Staat.
Wie is de enige die de verdachte van een strafbaar feit voor de strafrechter kan brengen?: officier van justitie.
Officier van justitie:
- Vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat belat is met de vervolging van de verdachten.
- Kan een verdachte dagvaarden en verantwoording laten afleggen tegenover de rechter.
Civielrechtelijke dagvaarding: wordt verstuurd door de ene burger aan de andere om een civielrechtelijk
geschil uit te vechten voor de burgerlijke rechter.
Strafrechtelijke dagvaarding: wordt verzonden door de officier van justitie om een verdachte terecht te laten
staan voor de strafrechter.
Eigenrichting: het recht in eigen hand nemen.
Strafrechtelijk traject:
1. Politie doet onderzoek.
2. Resultaat van onderzoek komt bij officier van justitie terecht.
3. Officier van justitie beslist of de verdachte gedagvaard wordt.
4. Als de verdachte voor de rechter moet komen, kan de (straf)rechter een straf opleggen.
Paragraaf 1.3 Doelen van straffen
Doel van straf:
1. Vergelding
2. Preventie
1. Strafdoel vergelding: de dader verdient straf omdat hij een ander kwaad heeft gedaan. De straf kan zorgen
voor morele genoegdoening.
2. Strafdoel preventie: mensen willen geen straf krijgen, dus zullen ze gedrag dat mogelijk tot straf leidt, zoveel
mogelijk proberen te voorkomen.
2. 2 soorten preventie:
- Speciale preventie
- Generale preventie
2. Speciale preventie: Hierbij geven we straffen om te voorkomen dat de dader opnieuw een delict pleegt.
Boek: Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Druk: Achtste druk
Auteurs: mr. M.J. Kronenberg en dr. B. de Wilde
Samenvatting geschreven door: Lin Lindenbergh
Universiteit: Open Universiteit
Opleiding: Bachelor Rechtsgeleerdheid
Vak: Inleiding strafrecht
Schooljaar: 2022 – 2023
, Hoofdstuk 1 Inleiding
Paragraaf 1.1 Eerste kennismaking
Strafrecht houdt de samenleving bezig doordat het sterk is verbonden met:
- Moraal
- Veiligheid
- Rechtvaardigheid
Paragraaf 1.2 Plaats van het strafrecht
Strafrecht houdt zich bezig met: bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd.
Wat regelt het strafrecht?: wie straf kan krijgen en waarvoor.
Wie heeft het monopolie (alleen recht) op straffen?: de Staat. Als een burger een strafbaar feit pleegt, moet
hij verantwoording afleggen aan de overheid, die namens de samenleving een straf oplegt.
Wat is het verschil tussen strafrecht en het civielrecht?: civielrecht is tussen burgers onderling en strafrecht is
tussen burger en Staat.
Wie is de enige die de verdachte van een strafbaar feit voor de strafrechter kan brengen?: officier van justitie.
Officier van justitie:
- Vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat belat is met de vervolging van de verdachten.
- Kan een verdachte dagvaarden en verantwoording laten afleggen tegenover de rechter.
Civielrechtelijke dagvaarding: wordt verstuurd door de ene burger aan de andere om een civielrechtelijk
geschil uit te vechten voor de burgerlijke rechter.
Strafrechtelijke dagvaarding: wordt verzonden door de officier van justitie om een verdachte terecht te laten
staan voor de strafrechter.
Eigenrichting: het recht in eigen hand nemen.
Strafrechtelijk traject:
1. Politie doet onderzoek.
2. Resultaat van onderzoek komt bij officier van justitie terecht.
3. Officier van justitie beslist of de verdachte gedagvaard wordt.
4. Als de verdachte voor de rechter moet komen, kan de (straf)rechter een straf opleggen.
Paragraaf 1.3 Doelen van straffen
Doel van straf:
1. Vergelding
2. Preventie
1. Strafdoel vergelding: de dader verdient straf omdat hij een ander kwaad heeft gedaan. De straf kan zorgen
voor morele genoegdoening.
2. Strafdoel preventie: mensen willen geen straf krijgen, dus zullen ze gedrag dat mogelijk tot straf leidt, zoveel
mogelijk proberen te voorkomen.
2. 2 soorten preventie:
- Speciale preventie
- Generale preventie
2. Speciale preventie: Hierbij geven we straffen om te voorkomen dat de dader opnieuw een delict pleegt.