Les 14/11: H2: bronnen van burgerlijk procesrecht
Grondwet
De Grondwet erkent in zijn art. 40 de rechterlijke macht, dit zijn de hoven en de
rechtbanken (de zgn. judiciële rechtscolleges of het gewone rechtscollege), als een ‘derde
macht’ in ons staatsbestel.
+ bevat het ook een aantal basisregels over de bevoegdheid van hoven en rechtbanken om
kennis te nemen van geschillen over burgerlijke en politieke rechten (art. 144-145 Gw.), de
rechterlijke organisatie (art. 147, 156, 157 Gw.) en de Hoge Raad voor de Justitie (art. 151,
§§ 2-6)
Ex; waar er in dit land hoven van beroepen w gericht, hun rechtspraak in GW staat à JA art
156 !!
Belangrijke principes:
» Openbaarheid van de terechtzittingen (art. 148 Gw)
» De motiveringsplicht
» Bekendmaking van gerechtelijke uitspraken
» De (functionele) onafhankelijkheid van de rechter in de uitoefening van zijn rechterlijke
bevoegdheden
à Pas in 1998 in de GW terechtgekomen à functionele onafhankelijk:
onafhankelijkheid in de uitoefening van de magistraten van de zetel dus betekent niet
dat de magistraat ‘gecontroleerd’ mogen w
» De (functionele) onafhankelijkheid van leden van het openbaar ministerie in de
individuele opsporing en vervolging (minister van Justitie kan vervolging bevelen en
strafrechtelijk beleid bepalen)
» de benoeming voor het leven van rechters (de Koning benoemt en ontslaat de
ambtenaren van het openbaar ministerie);
» de vaststelling van de wedde van de rechter bij wet;
» de Hoge Raad voor de Justitie
Gerechtelijk wetboek
Is een andere belangrijke bron
Is in stapsgewijze in werking getreden: W. 10 oktober 1967
à in werking getreden door een Koninklijke Commissaris voor de Gerechtelijke Hervorming
à door Charles Van Reepinghen (; voorganger van Ernest), ERNA Ernest Krings hebben er
allebei aan gewerkt, Krings heeft het afgewerkt
Hun objectief = minder omslachtige, snellere en minder kostbare rechtspleging
-> MAAR dit is niet gelukt
De gem. doorlooptijd van burgerlijke dossieren was 655 dagen à De toenmalige minister
van Justitie Geens wou dat veranderen naar 1 jaar en huidige minister van Justitie van
, Quickenborne wil die aanpak verder zetten via doorgedreven digitalisering van het justitiële
apparaat en beter organisatie
è gerechtelijke achterstand
Strijd tegen gerechtelijke achterstand à gegroeid na komst van gerechtelijk wetboek
• van lijdelijke rechter naar meer greep van de rechter op het procesverloop
• meer dynamiek binnen gerechtelijke organisatie (objectivering toegang, aanwijzing
in mandaten, evaluatie (of ze zich op behoorlijke manier bewegen), mobiliteit van
magistraten, griffiers en gerechtspersoneel)
• make over gerechtelijke organisatie (hertekening gerechtelijk landschap,
verzelfstandigd beheer voor gerechtelijke organisatie)
Cijfers geven het aantal zaken in de
betrokken periode weer.
36,3 % van het aantal zaken neemt
meer dan 2 jaar tijd in beslag
Bijzondere wetgeving
à voor specifieke zaken
Bijzondere wetgeving = (afwijkende) procedureregels in andere wetboeken of afzonderlijke
wetgeving
Bv; wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, stakingsvordering
̶ eenheid van rechtspleging (was één vd doelstellingen) komt onder druk
̶ verkokering van het procesrecht à voor elke type van probleem een bepaald stramien
moet volgen, dat is niet universeel -> dus echt niet goed voor de burgers
Rechtspraak
Er zijn 1,2 miljoen uitspraken maar hoeveel ervan worden gepubliceerd in het publiek, pers?
Minder dan 1%
Van hoge rechtscolleges; HVC ongeveer een kleine helft van de uitspraken gepubliceerd op
website juridat
Rechtspraak is niet voor degene die betrokkene zijn in een zaak maar ook belangrijk voor
ontwikkeling van het recht
Als je weet hoe het recht in de praktijk wordt toegepast, als je weet welke criteria de rechter
gebruikt om de normen die in het WB geformuleerd zijn, toe te passen
à Dan verwerf je machtskennis om je cliënten beter te dienen
Grondwet
De Grondwet erkent in zijn art. 40 de rechterlijke macht, dit zijn de hoven en de
rechtbanken (de zgn. judiciële rechtscolleges of het gewone rechtscollege), als een ‘derde
macht’ in ons staatsbestel.
+ bevat het ook een aantal basisregels over de bevoegdheid van hoven en rechtbanken om
kennis te nemen van geschillen over burgerlijke en politieke rechten (art. 144-145 Gw.), de
rechterlijke organisatie (art. 147, 156, 157 Gw.) en de Hoge Raad voor de Justitie (art. 151,
§§ 2-6)
Ex; waar er in dit land hoven van beroepen w gericht, hun rechtspraak in GW staat à JA art
156 !!
Belangrijke principes:
» Openbaarheid van de terechtzittingen (art. 148 Gw)
» De motiveringsplicht
» Bekendmaking van gerechtelijke uitspraken
» De (functionele) onafhankelijkheid van de rechter in de uitoefening van zijn rechterlijke
bevoegdheden
à Pas in 1998 in de GW terechtgekomen à functionele onafhankelijk:
onafhankelijkheid in de uitoefening van de magistraten van de zetel dus betekent niet
dat de magistraat ‘gecontroleerd’ mogen w
» De (functionele) onafhankelijkheid van leden van het openbaar ministerie in de
individuele opsporing en vervolging (minister van Justitie kan vervolging bevelen en
strafrechtelijk beleid bepalen)
» de benoeming voor het leven van rechters (de Koning benoemt en ontslaat de
ambtenaren van het openbaar ministerie);
» de vaststelling van de wedde van de rechter bij wet;
» de Hoge Raad voor de Justitie
Gerechtelijk wetboek
Is een andere belangrijke bron
Is in stapsgewijze in werking getreden: W. 10 oktober 1967
à in werking getreden door een Koninklijke Commissaris voor de Gerechtelijke Hervorming
à door Charles Van Reepinghen (; voorganger van Ernest), ERNA Ernest Krings hebben er
allebei aan gewerkt, Krings heeft het afgewerkt
Hun objectief = minder omslachtige, snellere en minder kostbare rechtspleging
-> MAAR dit is niet gelukt
De gem. doorlooptijd van burgerlijke dossieren was 655 dagen à De toenmalige minister
van Justitie Geens wou dat veranderen naar 1 jaar en huidige minister van Justitie van
, Quickenborne wil die aanpak verder zetten via doorgedreven digitalisering van het justitiële
apparaat en beter organisatie
è gerechtelijke achterstand
Strijd tegen gerechtelijke achterstand à gegroeid na komst van gerechtelijk wetboek
• van lijdelijke rechter naar meer greep van de rechter op het procesverloop
• meer dynamiek binnen gerechtelijke organisatie (objectivering toegang, aanwijzing
in mandaten, evaluatie (of ze zich op behoorlijke manier bewegen), mobiliteit van
magistraten, griffiers en gerechtspersoneel)
• make over gerechtelijke organisatie (hertekening gerechtelijk landschap,
verzelfstandigd beheer voor gerechtelijke organisatie)
Cijfers geven het aantal zaken in de
betrokken periode weer.
36,3 % van het aantal zaken neemt
meer dan 2 jaar tijd in beslag
Bijzondere wetgeving
à voor specifieke zaken
Bijzondere wetgeving = (afwijkende) procedureregels in andere wetboeken of afzonderlijke
wetgeving
Bv; wet op het gebruik der talen in gerechtszaken, stakingsvordering
̶ eenheid van rechtspleging (was één vd doelstellingen) komt onder druk
̶ verkokering van het procesrecht à voor elke type van probleem een bepaald stramien
moet volgen, dat is niet universeel -> dus echt niet goed voor de burgers
Rechtspraak
Er zijn 1,2 miljoen uitspraken maar hoeveel ervan worden gepubliceerd in het publiek, pers?
Minder dan 1%
Van hoge rechtscolleges; HVC ongeveer een kleine helft van de uitspraken gepubliceerd op
website juridat
Rechtspraak is niet voor degene die betrokkene zijn in een zaak maar ook belangrijk voor
ontwikkeling van het recht
Als je weet hoe het recht in de praktijk wordt toegepast, als je weet welke criteria de rechter
gebruikt om de normen die in het WB geformuleerd zijn, toe te passen
à Dan verwerf je machtskennis om je cliënten beter te dienen