MH week 5 → vragen
Einde leven • Werkgroep 10
De vragen uit deze werkgroep vormen een herhaling van vragen uit andere
onderwijsvormen.
Einde leven • Hoorcollege 16
1. Zet de 5 perioden van Philippe Ariès in chronologische volgorde:
dood van het zelf – dood van de andere – de verre en nabije dood – getemde
dood – onzichtbare dood
2. Wat past bij de getemde dood volgens Philippe Ariès?
⬜ Belofte van eeuwige gelukzaligheid
⬜ Dans macabre
⬜ Omringd met rituelen
⬜ Rationalisering en medicalisering
⬜ Soberheid en ingetogenheid als levensmotto
⬜ Volledige aanvaarding
3. Waarin is volgens Philippe Ariès de paradox gelegen in de moderne omgang
met de dood?
4. Waarom bepleit Sherwin Nuland een accentverschuiving van de ars moriendi
naar de ars vivendi?
5. Met welk handelen van de arts bemoeit het strafrecht zich?
⬜ Euthanasie
⬜ Hulp bij zelfdoding
⬜ Levensbeëindiging zonder verzoek
⬜ Palliatieve sedatie
⬜ Pijn- en symptoombestrijding
⬜ Staken van een behandeling
6. Onder welke voorwaarden is euthanasie niet strafbaar?
MH → week 5 → vragen → 1
, 7. Artsen verlenen elk jaar vaker euthanasie aan dementerende patiënten die
vooraf een verzoek op schrift hebben gesteld.
a. Juist
b. Onjuist
Advance Care Planning • Werkgroep 11
8. Welke stelling(en) over advance care planning is of zijn juist?
⬜ Het gaat om wensen over de zorg aan het einde van het leven
⬜ Het gaat om wensen over de (levensverlengend) medisch handelen
⬜ Een niet-reanimerenverklaring is een voorbeeld
⬜ Het kan over- of onderhandeling niet voorkomen
⬜ Het komt niet in het medisch dossier terecht
Arts-patiëntrelatie • Hoorcollege 17
9. Noem 2 kernelementen van de informatieplicht uit de WGBO.
10. Een arts hoeft niet te voldoen aan de informatieplicht als daarmee kennelijk
ernstig nadeel voor de patiënt wordt voorkomen.
a. Juist
b. Onjuist
11. Verzet van een wilsonbekwame patiënt wordt altijd gerespecteerd.
a. Juist
b. Onjuist
12. Aan welke 3 criteria moet de arts voldoen om een beroep te kunnen doen op
het verschoningsrecht bij een conflict van plichten?
13. Welke medische vaardigheid speelt een rol tijdens alle drie de fasen in de
ontwikkeling van de arts-patiëntrelatie zoals beschreven door Shorter?
a. Anamnese
b. Onderzoek
c. Science
d. Differentiaaldiagnose
e. Technologie
f. Behandeling
MH → week 5 → vragen → 2
Einde leven • Werkgroep 10
De vragen uit deze werkgroep vormen een herhaling van vragen uit andere
onderwijsvormen.
Einde leven • Hoorcollege 16
1. Zet de 5 perioden van Philippe Ariès in chronologische volgorde:
dood van het zelf – dood van de andere – de verre en nabije dood – getemde
dood – onzichtbare dood
2. Wat past bij de getemde dood volgens Philippe Ariès?
⬜ Belofte van eeuwige gelukzaligheid
⬜ Dans macabre
⬜ Omringd met rituelen
⬜ Rationalisering en medicalisering
⬜ Soberheid en ingetogenheid als levensmotto
⬜ Volledige aanvaarding
3. Waarin is volgens Philippe Ariès de paradox gelegen in de moderne omgang
met de dood?
4. Waarom bepleit Sherwin Nuland een accentverschuiving van de ars moriendi
naar de ars vivendi?
5. Met welk handelen van de arts bemoeit het strafrecht zich?
⬜ Euthanasie
⬜ Hulp bij zelfdoding
⬜ Levensbeëindiging zonder verzoek
⬜ Palliatieve sedatie
⬜ Pijn- en symptoombestrijding
⬜ Staken van een behandeling
6. Onder welke voorwaarden is euthanasie niet strafbaar?
MH → week 5 → vragen → 1
, 7. Artsen verlenen elk jaar vaker euthanasie aan dementerende patiënten die
vooraf een verzoek op schrift hebben gesteld.
a. Juist
b. Onjuist
Advance Care Planning • Werkgroep 11
8. Welke stelling(en) over advance care planning is of zijn juist?
⬜ Het gaat om wensen over de zorg aan het einde van het leven
⬜ Het gaat om wensen over de (levensverlengend) medisch handelen
⬜ Een niet-reanimerenverklaring is een voorbeeld
⬜ Het kan over- of onderhandeling niet voorkomen
⬜ Het komt niet in het medisch dossier terecht
Arts-patiëntrelatie • Hoorcollege 17
9. Noem 2 kernelementen van de informatieplicht uit de WGBO.
10. Een arts hoeft niet te voldoen aan de informatieplicht als daarmee kennelijk
ernstig nadeel voor de patiënt wordt voorkomen.
a. Juist
b. Onjuist
11. Verzet van een wilsonbekwame patiënt wordt altijd gerespecteerd.
a. Juist
b. Onjuist
12. Aan welke 3 criteria moet de arts voldoen om een beroep te kunnen doen op
het verschoningsrecht bij een conflict van plichten?
13. Welke medische vaardigheid speelt een rol tijdens alle drie de fasen in de
ontwikkeling van de arts-patiëntrelatie zoals beschreven door Shorter?
a. Anamnese
b. Onderzoek
c. Science
d. Differentiaaldiagnose
e. Technologie
f. Behandeling
MH → week 5 → vragen → 2